Berichten
De Graad van Royal Ark Mariner
Als Merkmeester kunt u lid worden van een Royal Ark Mariner loge. Deze stap in de Vrijmetselarij is zeker aan te bevelen. De graad van Royal Ark Mariner wordt ook wel ‘the charming little degree’ genoemd. Zeker, het is een plezierige graad, met een ritueel van bescheiden omvang, maar met een zeer rijke inhoud, die u een verrassend nieuw inzicht kan bieden in traditionele aspecten van de Vrijmetselarij. In vroeger eeuwen was deze maçonnieke rijkdom toegankelijk voor iedere vrijmetselaar, maar een speling van het lot heeft ertoe geleid dat opname in deze broederschap van Royal Ark Mariners tegenwoordig slechts is voorbehouden aan Merkmeesters.
Aan de meeste loges van Merkmeesters is een Loge van Royal Ark Mariners verbonden, die in de registers van de Grootloge in Londen veelal dezelfde naam en altijd hetzelfde nummer draagt als die van de loge van Merkmeesters. De meeste Loges van Royal Ark Mariners komen twee à drie keer per jaar bijeen. De beknoptheid en de diepte van haar boodschap vormen een elegante combinatie welke zelden elders in de Vrijmetselarij geëvenaard wordt. De Graad heeft een indrukwekkend Rituaal dat, hoewel van korte aard, een rijkdom aan diepgaande betekenis bevat en een nieuw inzicht in de Vrijmetselarij biedt.
De geschiedenis.
De geschiedenis van deze graad is, evenals een aantal andere vervolgpaden, obscuur. Als gevolg hiervan is de precieze oorsprong van de Royal Ark Mariner graad onbekend. De ritus is ontleend aan het oudtestamentische verhaal van de Ark, waarin Noach, zijn gezin en andere levende schepselen worden gered van de ondergang door de zondvloed, waarna het verbond tussen de Schepper en Zijn schepping wordt hernieuwd. De regenboog, die het teken vormt van dit herstelde verbond komt tot uiting in de kleuren van het schootsvel waarmee Royal Ark Mariners zijn bekleed. De inrichting van de loge, de gebruikte symbolen en het ritueel zelf zijn eenvoudig en aansprekend van vormgeving. De ritus reikt een morele boodschap aan, waarin trouw, oprechtheid, waarachtigheid, hoop en naastenliefde besloten liggen. Bij nadere beschouwing herbergt de graad echter ook elementen die rechtstreeks afkomstig zijn uit de vrijmetselarij van begin 18e eeuw en ook uit de periode daarvoor. In feite kan worden gesproken van een oude traditionele vorm van vrijmetselarij die is gebaseerd op de oudtestamentische periode, voorafgaand aan de bouw van de Tempel van Salomo.
Zoals de Mark Master Mason’s Degree, die gebaseerd is op een vaststaand feit (d.w.z. de bouw van de Tempel in Jeruzalem), zo is ook de graad van Royal Ark Mariner gebaseerd op een werkelijke gebeurtenis, namelijk de Grote Vloed of Zondvloed, zoals vastgelegd in de Bijbel en zoals in 1929 bevestigd door de archeoloog Sir Leonard Woolley, die niet alleen duidelijke bewijzen van de overstroming vond, maar ook vaststelde dat deze zo’n 6000 jaar eerder had plaatsgevonden. De legende van Noach, zijn zonen, de ark en de zondvloed werden opgevoerd in de mysteriespelen van de zeventiende eeuw en werden voortgezet als catechismussen in veel van de vroege vrijmetselaarsrituelen. Tegen de jaren 1750 was er een graad van Noachieten of Pruisische ridders. Het eerste authentieke verslag van de graad komt echter voor in de notulen van een bijeenkomst die in 1790 in Bath werd gehouden. Er bestaan in het hele land talrijke verslagen van de ceremonie van de Verheffing die sinds die datum wordt uitgevoerd. De beweringen dat in 1772 een Grootloge van Ark Mariners werd opgericht en onder voorzitterschap stond van de Hertog van Clarence, wordt niet gestaafd door de bekende feiten en beweert dus later dat deze Grootloge in onbruik was geraakt, om pas in 1871 nieuw leven in te blazen. Dit valt allemaal niet te controleren.
Hoewel de graad op verschillende manieren en in een groot aantal verschillende loges lijkt te zijn beoefend, was er vrijwel zeker geen Grand Lodge die de
graad presideerde. Sinds het begin van de 19e eeuw is de Grootmeester van de Grand Lodge of Mark Master Masons automatisch ook Grand Master van de Ancient and Honorable Fraternity of Royal Ark Mariners. De graad van Royal Ark Mariner mag alleen worden verleend aan Mark Master Masons.
Meer recentelijk is het zgn. tracing board opnieuw ingevoerd, nadat het al meer dan honderd jaar uit de gratie was. Dat het opnieuw geactiveerd kon worden was mede te danken aan Gladsmuir Lodge nr. 367 in Hertfordshire die een kopie van hun tracing board had bewaard en met de hulp van de toenmalige senior leden van de provincie overtuigde men de Grand Lodge dat het waarde zou toevoegen aan de loges en hun ceremonieel.
Royal Ark Mariner Lodges begonnen ook het gebruik van een Tableau, een speciaal vloerkleed nieuw leven in te blazen, wat de ceremonies veel glans geeft.
Statutair is de Graad alleen toegankelijk voor houders van de Merkgraad. De graad van Royal Ark Mariner is echter geen ‘vervolg’ op de graad van Merkmeester. Dat nochtans alleen Merkmeesters worden toegelaten tot de Royal Ark Mariner graad is eenvoudig het gevolg van de ontwikkelingen binnen de Vrijmetselarij vanaf 1717. In de 19e eeuw besloot de pas ontstane ‘Grand Lodge of Mark Master Masons’ de graad van Royal Ark Mariner bestuurlijk te adopteren om deze hiermee te behoeden voor algehele teloorgang. De Royal Ark Mariner vrijmetselarij wordt bestuurd door de ‘Grand Master’s Royal Ark Council’ van de ‘Grand Lodge of Mark Master Masons of England and Wales and its District and Lodges Overseas’. In Nederland zijn de loges van Royal Ark Marines ondergebracht in de ‘District Grootloge van Merkmeesters voor Nederland’.
Verheffing tot de Royal Ark Mariner Degree herdenkt de voorzienigheid en barmhartigheid in elk mens en heeft betrekking op de legende van de zondvloed. Het onderwerp dat rechtstreeks uit de Bijbel wordt overgenomen, is natuurlijk zowel mooi als leerzaam. Wanneer de kandidaat de Loge betreedt, wordt zijn aandacht gericht op drie pilaren en op een bepaald moment wordt de ark gesymboliseerd in termen die vergelijkbaar zijn met de ark van verlossing. De kandidaat krijgt uiteindelijk de opdracht om verder te gaan in de geest van de kardinale deugden. Het Rituaal bevat meerdere symbolen welke voorkomen in andere Graden van de Vrijmetselarij, en die ook te vinden zijn op het rijke en kleurrijke Tableau van de Graad.
Een grondige studie van haar diverse elementen biedt een dieper inzicht in de tradities van de Vrijmetselarij dan men zich tijdens de doorgang in de blauwe Graden kan inbeelden.
De lessen in de graad benadrukken het belang van de sterke punten van het gezin en de noodzaak voor elk lid van de samenleving om zijn rol te spelen in het belang van iedereen. Er wordt geleerd dat de mensheid uit chaos en catastrofes kan overleven en dat we samen tegenspoed moeten trotseren en moeten helpen voor degenen die het minder hebben dan wijzelf.
Alle producten voor de Royal Ark Mariners in onze winkel vindt u hier:
https://vrijmetselaarswinkel.nl/product-tag/royal-ark-mariner-vrijmetselarij/
Thierry Stravers is mede-eigenaar van Vrijmetselaarswinkel.
Zijn passie voor stijl en elegantie combineert hij graag met zijn Maçonnieke activiteiten.
Thierry is eigenaar van Trenica, een marketingbureau en is bestuurslid bij Loge Verlichting No.313 O: Hoofddorp.
Hij is Gecertificeerd Enneagram Coach en studeerde filosofie (Uva) en sociologie (University of Edinburgh).
Intro.
Zijn er overeenkomsten te vinden in de methodiek van het Enneagram en het Maçonniek denken? En als die overeenkomsten er zijn, hoe vertaalt dit model zich als werktuig voor de persoonlijke groei van een Vrijmetselaar?
In dit artikel ga ik op zoek naar de overeenkomsten met de Vrijmetselarij en de praktische inzet voor verfijning van het karakter. Overeenkomsten die niet alleen maar numerologisch en symbolisch, maar met name emotioneel.
Ik ben Gecertificeerd Enneagram Coach en heb mijn opleiding gevolgd binnen het Enneagram College van Willem-Jan van de Wetering. Mijn kennismaking met het Enneagram is een jaar of 8 geleden ontstaan. Ik werd uitgenodigd voor een introductiecursus. Ik had in het bedrijfsleven al kennis gemaakt met een aantal tools om persoonlijkheden te omschrijven, maar naar mijn gevoel miste er iets. De modellen die ik kende, zoals The Big Five, de Roos van Leary, MBTI, Spiral Dynamics en Belbin. Typerend van vrijwel alle modellen is, mijns inziens, het gebrek aan holistische zienswijze en een te grote focus op de mens in een zakelijke omgeving. De mens is echter meer dan alleen een werkgever of werknemer. De mens kent vele facetten waarbij de focus op de werksituatie mijn erg oppervlakkig overkwam. Tijdens de introductiecursus verbaasde ik mij erover hoe typerend en trefzeker het Enneagram werkte. Ik ben me daarom jarenlang gaan verdiepen en dat resulteerde uiteindelijk in een opleiding. Dit resulteerde in het Quantum Enneagram. Ik heb dit model ontwikkeld als holistische methodiek, waarbij niet alleen het Enneagram maar ook diverse psychologische en sociale inzichten worden gebruikt als handleiding voor persoonlijke groei.
Menselijke mechanismen.
Ieder mens kent een persoonlijke historie waarin door schade en schande levenslessen worden ervaren waardoor herhalende gedragspatronen en/of blokkades ontstaan. Ik noem ze gaten in de ziel. Veel mensen vullen deze gaten in de ziel op met iets of iemand anders. Dit verklaart bijvoorbeeld deels het misbruik van alcohol, drugs en gokverslavingen, maar ook levenspartners die deze gaten dienen op te vullen. Gaten in de ziel dienen zelf opgevuld te worden, is mijn stellige overtuiging. Een mens die niet aan zichzelf werkt wordt gedreven door leegte en niet door volheid.
Het Enneagram is een persoonlijkheidsmodel dat bewust en onbewust menselijk gedrag beschrijft, maar dat ook inzage geeft in blokkades en een praktische oplossing geeft om deze blokkades op te heffen. Het woord Enneagram stamt van het Griekse ennea, dat negen betekent en grammos, hetgeen iets wat geschreven of getekend is betekent. Het symbool van het Enneagram is een negenpuntig sterveelhoek. Iemands gedrag en motivatie kan met behulp van dit model worden beschreven. Het Enneagram groepeert gedrag dan ook in een model van 9 persoonlijkheidstypen. De negenpuntige ster die u ziet in mijn presentatie is een zgn. Nonagram. Het staat voor de oorspronkelijke typologie, zoals ik die zelf hanteer.
Wetenschap of praktisch model?
Ondanks het feit dat de wetenschappelijke psychologie het Enneagram als pseudowetenschap beschouwd is het een praktisch en inzetbaar model. Zo zijn er wel degelijk directe verbanden te leggen tussen het gedrag van de 9 persoonlijkheidstypen en wetenschappelijk vastgelegde gedragsstoornissen.
De Stanford University School of Business organiseerde enkele jaren geleden een cursus “Persoonlijkheid, zelfbewustzijn en leiderschap ” waarbij het Enneagram de hoofdrol speelde. De cursus was uitermate populair.
De FBI, General Motors, Motorola, Marriott Hotels, Mitsubishi, Arthur Andersen, UC Berkeley en de US Postal Service zetten het Enneagram in als middel om individuele communicatiestijlen te begrijpen en om te helpen om conflicten tussen medewerkers op te lossen. Bij Silicon Graphics maakt het deel uit van het permanente educatie programma. Zelfs geestelijken van het Vaticaan volgden een Enneagram cursus.
De CIA en de FBI gebruiken het Enneagram als ‘profiling tool’ om haar agenten te helpen om het gedrag van wereldleiders te beschrijven en te begrijpen.
Mystieke erfenis?
Omdat er eenvoudigweg te weinig wetenschappelijk onderbouwd bewijs is voor de wijdverspreide, maar onjuiste historische afkomst van het Enneagram ga ik uit van de eerste vermelding van het huidige model.
Het moderne Enneagram van persoonlijkheidstypen is een moderne synthese van een aantal oude wijsheid en tradities, maar de persoon die het systeem oorspronkelijk samenstelde was Oscar Ichazo.
Wellicht dat een overeenkomst met de Vrijmetselarij is dat de afgelopen jaren een bepaalde erfenis van de Orde van de Tempeliers geclaimd werd. Ook hier is geen enkel bewijs voor. De kracht ligt, naar mijn mening in de gedachte en intenties die zijn overgenomen.
Zoals de Vrijmetselarij haar wortels heeft in het vroeg Joods-christelijke denken, gedachtengoed uit het oude Egypte, filosofische stromingen uit het Midden-Oosten, het gedachtengoed van de Tempeliers en moderne filosofen, zo is het Enneagram een prachtige mix van westerse mystieke en occulte traditie, inzichten van de oude Soefi, Kabbalah en zelfs alchemistisch denken.
De Vrijmetselarij en het Enneagram.
Zoals de eerste graad van Leerling-vrijmetselaar de poort naar de mysteriën van de Vrijmetselarij is, zo gaat de tweede graad van Gezel-vrijmetselaar over de methoden waarmee men vordert in spirituele kennis. Het verder bouwen aan zichzelf met de daarvoor beschikbare werktuigen. In zekere zin is de rite van de tweede graad de opneming van de kandidaat in de maçonnieke wereld. Een van de middelen om onze capaciteit voor het Licht te vergroten vinden we in de Vrijmetselarij in de vorm van een trap; een belangrijk symbool voor de tweede graad. Geestelijke arbeid staat in de loge centraal, maar in elke graad heeft ze een andere inhoud en betekenis. Zo ligt in de leerling fase het accent op zelfonderzoek, het werken aan een levenshouding die ruimte laat aan vrijheid in verscheidenheid. De gezel wordt geconfronteerd met bezinning op zijn verantwoordelijkheden als mens in een veranderende samenleving.
De 9 types van het Enneagram.
Veel Broeders en Zusters zijn al bekend met het Enneagram. Voor diegenen die het nog niet kennen geef ik een korte introductie.
Enneagramtype 1 De Perfectionist
Perfectionisten zijn gericht op perfectie en zeggen dat alles altijd beter kan. Ze zijn principieel en idealistisch. Ze houden er hoge normen en waarden op na en beoordelen anderen op basis daarvan. Ze willen alles verbeteren en zijn bang om fouten te maken.
Ze zijn zeer goed georganiseerd en zorgen voor logica. Zij hanteren hoge standaards. Ze onderdrukken hun woede, totdat het er af en toe volstrekt onverwacht uitbarst. Ze zijn wijs, realistisch, nobel en hebben een hoge moraal. Enen hechten veel waarde aan regels en structuren.
De Perfectionist
– houdt van structuren
– houdt zich aan regels
– vindt dat alles altijd beter kan
– ergert zich aan fouten
– wil werken aan een perfecte wereld
Enneagramtype 2 De Helper
Helpers zijn gericht op het helpen van anderen. Ze zijn gezellig, oprecht, vriendelijk en warm. Ze hebben het hart op de juiste plek. Tweeën richten zich altijd op anderen en weten wat die nodig hebben. Ze offeren zichzelf op om de ander te helpen. Ze kunnen sentimenteel zijn en willen anderen behagen. Ze letten daarbij niet op wat ze zelf nodig hebben, maar willen nodig zijn voor anderen. Ze hopen op de liefde van anderen door liefde aan anderen te geven.
Diep van binnen voelen Tweeën eenzaamheid.
De Helper
– richt zich op anderen
– houdt geen rekening met zichzelf
– staat steeds voor anderen klaar
– zoekt liefde en waardering
– wil er altijd zijn voor anderen
Enneagramtype 3 De Winnaar
Winnaars zijn succesvol en werken altijd keihard. Ze zijn ambitieus, charmant, competent, hebben veel energie en hechten aan status. Drieën maken zich vaak zorgen over hun imago en wat anderen over hen denken en zeggen. Ze zijn workaholics, en stellen zich zeer competitief op. Ze passen hun imago aan de situatie aan. Ze zijn goed in het geven van leiding, en verliezen nooit hun doelen uit het oog. Drieën willen altijd winnen.
De Winnaar
– kan niet tegen verlies
– is doelgericht
– weet wat hij wil
– richt zich op succesvol zijn
Enneagramtype 4 De Romanticus
Romantici zijn gevoelig, uiterst creatief en zelfbewust, maar ook gereserveerd. Ze zijn emotioneel eerlijk en persoonlijk, maar laten zich vaak leiden door stemmingen. Het gaat op-en-neer. Ze ervaren de gevoelens van anderen alsof het hun eigen gevoelens zijn. Ze kunnen zichzelf minderwaardig en kwetsbaar voelen. Vieren willen niet gewoon zijn, en dat alleen al maakt hen uniek.
De Romanticus
– is emotioneel onstabiel
– richt zich op de mooie dingen van het leven
– zoekt bevestiging in de liefde
– voelt zich onbegrepen
– wil de wereld meer kleur geven
Enneagramtype 5 De Waarnemer
Waarnemers zijn alert, hebben inzicht en vooral overzicht. Vijven zijn de waarnemers die zichzelf kunnen isoleren om de zaak van alle kanten te bekijken en dan met een haarscherpe analyse naar voren te komen. Ze malen niet om kleding of imago, en houden niet van emoties. Ze zijn rustig, analytisch, onafhankelijk, competent, maar kunnen ook excentriek zijn. Het zijn rustige mensen met een visie. En ze vallen niet op.
De Waarnemer
– is kort in communicatie
– trekt zich terug in zijn gedachten
– wil alles doorgronden
– onderzoekt en neemt waar
– wil het leven begrijpen
Enneagramtype 6 De Loyalist
Loyalisten zijn toegewijd, gericht op zekerheid, betrouwbaar, hardwerkend en verantwoordelijk. Zessen moeten goed uitgelegd krijgen wat er van hen wordt verwacht, en wie waarvoor verantwoordelijk is. Ze kunnen onder stress goed werken, terwijl ze daar meteen ook erg over kunnen klagen. Ze hebben problemen met hun zelfvertrouwen en zoeken bevestiging. Ze zijn vaak te voorzichtig en wat angstig. Zessen zijn gezellig, en hechten veel waarde aan betrouwbare vrienden en collega’s. Ze komen op voor de zwakkeren.
De Loyalist
– zoekt zekerheid en kan slecht tegen onzekerheid
– is trouw en loyaal
– steekt de handen uit de mouwen
– neemt minder graag het initiatief
– wil alles graag samendoen
Enneagramtype 7 De Avonturier
Avonturiers zijn productief, druk, optimistisch en spontaan. Ze bruisen van de ideeën en hebben veel opties nodig om goed te kunnen functioneren. Het zijn charmeurs die het avontuur zoeken. Ze zijn gek op uitdagingen en zien weinig problemen, wel oplossingen. Ze zijn praktisch, maar hebben niet bijster veel discipline. Zevens stellen graag zaken uit die niet leuk zijn om te doen. Ze zijn gezellig, leuk en charmant. Maar hun impulsiviteit kan hen in problemen brengen.
De Avonturier
– wil van het leven genieten
– loopt weg voor pijnlijke momenten
– is altijd optimistisch
– wil uit veel kunnen kiezen
– kan snel met oplossingen komen
Enneagramtype 8 De Uitdager
Uitdagers zijn krachtig, sterk, dominant en vol zelfvertrouwen. Ze beschermen graag anderen, maar hebben een hekel aan zwakte. Het zijn trotse mensen, die lichamelijk vaak sterk lijken. Ze willen controle over de situatie en als ze die niet krijgen, worden ze confronterend en intimiderend. Ze hebben een groot hart maar zorgen ervoor dat anderen niet te dichtbij komen. Ze vertrouwen op hun eigen kracht. Achten zijn de leiders uit het Enneagram.
De Baas
– is krachtig en komt sterk over
– wil altijd de controle houden
– durft zijn kwetsbaarheid niet te tonen
– komt dominant over
– vindt dat anderen meestal de kantjes er vanaf lopen
Enneagramtype 9 De Bemiddelaar
Bemiddelaars zijn makkelijk, stabiel, wekken vertrouwen en vermijden ruzies. Ze zijn vriendelijke mensen, die begrip hebben voor alle standpunten maar kunnen zelf moeilijk kiezen: ‘Is het ja of zal ik nee zeggen?’ Negens zijn spiritueel, begripvol en hebben tijd nodig om iets klaar te krijgen. Ze kunnen ook tamelijk koppig zijn. Ze brengen graag mensen bij elkaar om een conflict uit te praten maar verdoven zichzelf als er problemen in hun eigen leven opdoemen.
De Bemiddelaar
– kan moeilijk keuzes maken
– is heel tevreden
– kan moeilijk met ruzie omgaan
– geniet van de natuur en van rust
– is gezellig en meegaand
– kan heel koppig zijn
Negen Enneagram-typen worden beschreven vanuit de manier waarop ze in het leven staan. Het model geeft inzicht in je eigen karakter en de drijfveren van anderen. Elk van de negen persoonlijkheidstypen van het Enneagram heeft zich gevormd rond een centrale passie. De onbewuste focus die hieruit voortkomt, bepalen daarmee grotendeels de levenshouding en communicatiestijl van elk van de negen typen. Het Enneagram gaat over de terugkeer naar de essentie. Elke passie heeft in een aspect van de hogere deugd van de essentie zijn tegenpool. De mens wordt verondersteld op zoek te zijn naar dat aspect van de hogere deugd dat we missen.
Ken uzelve en op u komt het aan. Een mens die aan zichzelf werkt komt uit volheid en niet uit leegte. Een bepaalde structuur van identieke gedragspatronen wordt door het Enneagram praktisch omschreven. Daarbij wil ik vooropstellen dat het ene persoonlijkheidstype niet beter is dan het andere type, dat een type 8 niet hoger is dan een type 2 en dat het niet de bedoeling is om personen op basis van gedrag in hokjes te verdelen. Elk type heeft specifieke eigenschappen die doeltreffend kunnen zijn en die geboren zijn uit een reactie op de buitenwereld.
Het idee van negen goddelijke vormen. Dit idee werd door Plato besproken als de goddelijke vormen of platonische lichamen, kwaliteiten van het bestaan die essentieel zijn en niet kunnen worden opgesplitst in samenstellende delen. Dit idee werd verder ontwikkeld in de derde eeuw van onze jaartelling door de neo-platoonse filosofen, met name Plotinus in zijn centrale werk The Enneads.
Deze ideeën vonden hun weg van Griekenland en Klein-Azië naar het zuiden door Syrië en uiteindelijk naar Egypte. Daar werd het omarmd door vroege christelijke mystici bekend als de woestijnvaders die zich concentreerden op het bestuderen van het verlies van de goddelijke vormen in het ego-bewustzijn.
De specifieke manieren waarop deze Goddelijke vormen vervormd raakten, werden bekend als de Zeven Hoofdzonden: woede, trots, jaloezie, hebzucht, gulzigheid, lust en luiheid. Hoe de oorspronkelijke negen vormen, in de loop van hun reizen van Griekenland naar Egypte in de loop van een eeuw, werden gereduceerd tot zeven dodelijke zonden, blijft een mysterie.
Het werk van Oscar Ichazo zorgden ervoor dat het Enneagramsymbool verbonden werd met de drie Centra van menselijke intelligentie, Denken, Voelen en Instinct. Hij noemde de hogere, essentiële eigenschappen van de menselijke geest de Heilige Ideeën, in overeenstemming met de westerse mystieke traditie. Ook hier herkennen we de overeenkomst met de arbeid in de Vrijmetselarij, de Mores.
De fixaties, of zonden in het Enneagram komen rechtstreeks overeen met de 7 Hoofdzonden.
De zeven hoofdzonden zijn:
- Superbia (hoogmoed – hovaardigheid – ijdelheid)
- Avaritia (hebzucht – gierigheid)
- Luxuria (onkuisheid – lust – wellust)
- Invidia (nijd – jaloezie – afgunst)
- Gula (onmatigheid – gulzigheid – vraatzucht)
- Ira (woede – toorn – wraak – gramschap )
- Acedia (gemakzucht – traagheid – luiheid – vadsigheid
De 7 Deugden vormen het groeipad van de diverse persoonlijkheidstypes.
- Prudentia(Voorzichtigheid – verstandigheid – wijsheid)
- Iustitia(Rechtvaardigheid – rechtschapenheid)
- Temperantia(Gematigdheid – matigheid – zelfbeheersing)
- Fortitudo(Moed – sterkte – vasthoudendheid – standvastigheid – focus)
- Fides(Geloof), in Latijnse teksten vaak omschreven als Pietas
- Spes(Hoop)
- Caritas(Naastenliefde/Liefde – liefdadigheid)
Het Ennegram en de Maçonnieke Graden.
Als een Leerling-Vrijmetselaar wordt bevorderd naar de Gezellen-Graad worden twee zaken duidelijk. De eerste openbaring is dat hij zelf de hoogste rechter in het leven is. Daarnaast wordt hem duidelijk gemaakt dat hij weliswaar het Licht heeft gezien, maar dat hem nu de werktuigen worden aangereikt waarmee hij zijn zelfontplooiing kan verfijnen. Was in de 1e Graad het Licht zien en kijken naar het innerlijk van de mens belangrijk, zo is in de 2e Graad de interactie van de mens en zijn omgeving een centraal thema. Of…zoals de website van onze Grootloge aangeeft;
“In de leerling-graad tracht hij zichzelf, zijn diepere ik, te leren kennen. Hij toetst in de tweede of gezellengraad zijn relatie tot zijn medemens en in de derde of meestergraad probeert hij zijn houding te bepalen t.o.v. het onnoembare: die, of datgene wat vrijmetselaren symbolisch aanduiden met “Opperbouwmeester des Heelals”.
Binnen het Enneagram is een overeenkomstige ontwikkeling van de persoonlijkheid. Die valt uiteen in een positieve groei en een negatieve stress.
In beide gevallen zal een mens zich anders gaan gedragen. Elk type neemt de positieve eigenschappen over van een bepaald ander Enneagramtype, zijn ontspanningstype, als hij ontspannen is. Als hij in de stress schiet, dan neemt hij de slechte eigenschappen over van zijn stresstype.
Het Enneagram als spiegel.
Een aantal overeenkomsten met de groei en stressrichtingen vallen mij op.
Is het niet zo dat een Leerling-Vrijmetselaar het Licht gaat zien? De overeenkomst is dat, alvorens je als mens kunt groeien je eerst jezelf zult moeten leren kennen. Het Licht zien betekent dat je doorhebt welk type je bent en begrijpt welke mechanismen de drijfveren zijn voor je huidige gedrag.
Als Gezel-Vrijmetselaar wordt duidelijk dat je alle tools in handen krijgt om verfijning te laten plaatsvinden. Je wordt als het ware voor een spiegel gezet om geconfronteerd te worden met de hoogste rechter…jijzelf. Die confrontatie ondervind je als je onder stress negatief gedrag of zelfs vals gedrag begint te vertonen en dat ook doorhebt. Kijk in de spiegel en zie jezelf. Zie wat je werkelijk drijft, je patronen en ook je blinde vlekken.
Het Enneagram houdt je deze spiegel voor.
Als de mechanismen duidelijk zijn kun je terugkeren naar je eigen essentie, dus terug naar je kerntype. Een Acht zal dan doorhebben wie hij is en dan is de tijd ook echt aangebroken voor verfijning. De Acht groeit, wordt rustiger en de ware kracht van zijn persoonlijkheid komt naar boven. Op dat moment, wat niet zonder slag of stoot gaat, groeit de Acht naar een Twee. Hij wordt socialer, beschermt mensen, gaat mensen coachen en vind de weg naar zijn hart.
De Gezel is gegroeid naar de Meester.
Het Enneagram als Maconniek werktuig, een rituele reis.
Elke Vrijmetselaar maakt een rituele reis door zijn Loge. Als kandidaat kom je struikelblokken tegen en moet je de bittere beker leegdrinken. Het is symbolisch voor de reis die ieder mens maakt waarin tegenslag en weerstand deel uitmaken van het leven zelf.
Als je daarbij de kracht vindt om door te gaan, geholpen door je medemens, komt er een moment dat je het Licht ziet. De Broederkring wijst je er echter duidelijk op dat het allemaal op jezelf aankomt. Het is jouw persoonlijke reis, net als een ander zijn eigen reis heeft.
Als ik de parallellen met het Enneagram duidelijk wil maken zal ik iets dieper op het Enneagram als model in moeten gaan. Naast inzicht in het eigen kerntype en dat van anderen kent het Enneagram nog een andere praktische inzet. Het geeft inzicht in de blokkades, opgelopen tijdens de ontwikkeling van ieder mens. De Weg naar Vrijheid binnen het Enneagram is een model waarin uitgegaan wordt van de ontwikkelfasen van het kind van 0 tot 21 jaar. Deze cyclus van 21 jaar is cyclisch. Een kind van 0 tot 21 jaar vormt zich, gaat door de puberteit heen en groeit naar volwassenheid. Op deze weg komt het kind allerlei struikelblokken tegen. Deze struikelblokken kunnen genomen worden, maar bij vrijwel ieder mens ontstaan blokkades.
Binnen de weg naar vrijheid worden zeven stappen (thema’s) gezet om dit proces te voltooien en uit te komen bij onze eigen vrijheid. Het zijn de zeven stappen van ontwikkeling die wij doorlopen van geboorte naar volwassenheid. Elke stap is van belang hoe en op welke manier het wordt ontwikkeld. Na 21 jaar gaan deze ontwikkelfasen natuurlijk gewoon door.
De stappen die een mens moet nemen zijn: Veiligheid; verbinding; zelfstandigheid, ik en de ander; seksualiteit en intimiteit; verantwoordelijkheid en vrijheid. In deze fasen heb je ook de vervulling nodig van de 12 basisbehoeften. Dit zijn: acceptatie; zorg; geruststelling; bewondering; vertrouwen; aanmoediging; goedkeuring; respect; erkenning; bevestiging en waardering.
Deze symbolische reis binnen het Enneagram volgt een vaste route. 1,4,2,8,5,7,1
De 3,6, en 9 worden niet meegenomen. Deze worden beschouwd als de invloeden van buitenaf.
De Leerling ziet het Licht, maakt dan ook kennis van de eigen persoonlijkheid en herkent zichzelf. De Gezel wordt geconfronteerd met zichzelf en krijgt alle werktuigen in handen om te werken aan de persoonlijke verfijning. De Weg naar Vrijheid zie ik dan ook als het afrekenen met blokkades uit het verleden. Oude zaken laten gaan en doorgroeien naar de essentie van jezelf. Bereiken we ooit de Meestergraad? Ik kan het niet garanderen, maar zijn we niet allemaal eeuwige Gezellen?
Geen hokjes.
In mijn ervaring tijdens mijn opleiding, maar ook in het coachen van mensen komt vrijwel altijd dezelfde ervaring boven. Herkenbaarheid. Een gevoel alsof de stukjes allemaal op hun plaats vallen. Maar er komt ook weerstand boven. Is het werkelijk allemaal zo voorspelbaar? Kan iedereen in een bepaald hokje worden geduwd?
Zoals ieder Vrijmetselaar in essentie aan zichzelf werkt om een volmaakte kubieke steen te vormen zo zal ieder type in het Enneagram aan zichzelf moeten werken om uiteindelijk te integreren. De schoonheid van het Enneagram ligt erin dat er juist niet in hokjes gedacht wordt. Als iedere Vrijmetselaar een kubieke steen vormt en daarmee de symbolische Tempel van Salomon gebouwd kan worden, dan zijn er nog steeds anders-vormige stenen nodig om het bouwwerk te vervolmaken. Elk Enneagramtype groeit juist door kennis te nemen van ander types en daarin persoonlijke groei te vinden. De essentie wordt gevonden door de diversiteit van alle mensen.
Toch is de hokjesgeest de grootste valkuil. Als mensen kennisnemen van hun type wordt er al snel gedacht vanuit alleen dat type. Als je naar het model kijkt, zie je negen hokjes.
Je merkt al snel dat het verdergaat, als je erover gaat lezen in erkende boeken als
De wijsheid van het Enneagram of het Enneagram Basisboek van Riso en Hudson.
Het Enneagram is bedoeld om mensen juist uit hokjes en hun patronen te halen. Eerst bewustwording en dan volgt persoonlijke groei als je je daarvan los weet te maken. Maar de weg naar persoonlijke groei is ingezet en is onomkeerbaar.
De numerologische en symbolische lading van het getal 9
Negen is een uniek numeriek bijzonder getal. Het is een niet te corrumperen getal.
Negen is ook het getal van de omtrek, vandaar de verdeling in negentig graden en in 360 graden voor de hele omtrek. Het wordt gesymboliseerd door de figuur van de twee driehoeken, die op hun beurt een symbool zijn van de mannelijke en vrouwelijke, vuur en water, berg en grot principes. In het Boeddhisme is 9 de hoogste spirituele macht; een hemels getal. De driehoek is bekend als een van de Platonische vormen. Het werken met een heilige geometrische structuur als de driehoeken kennen we uit de Astrologie (vier driehoeken), het Soefisme (drie driehoeken of Nonagram) en het Jodendom (twee driehoeken of Ster van David).
Het getal negen speelt een belangrijke rol in bijvoorbeeld Royal Arch vrijmetselarij of het Heilig Koninklijk Gewelf. Het staat voor heelheid en afronding. Een quote uit een rituaal zegt:
Q. How shall I know you to be a Royal Arch Mason?
A: By three times three. Three Times Three, Under a Living Arch.
Als kanttekening moet ik hierbij plaatsen dat ik de originele typologie hanteer. Het Enneagram verandert hiermee in 3 driehoeken zoals hieronder afgebeeld. Daarnaast ziet u een afbeelding van het Maconnieke gebruik van deze vorm, zoals in de Royal Order of Scotland.
De driemaal letter T herkent men ook in het symbool voor de Royal Arch vrijmetselarij, de Triple Tau. Daarnaast heb ik al eerder geconstateerd dat het nonagram voorkomt in het logo van de Royal Order of Scotland.
In het Enneagram procesmodel worden het getal 3, 6 en 9 niet meegenomen.
Het procesmodel beschrijft een innerlijke reis en beschouwt 3,6 en 9 als invloeden van buitenaf. In de vrijmetselarij kennen we naast 3 graden ook het Alziend Oog met een driehoek en de Drie Grote Lichten. 3 x 3 is de triple triade; voltooiing; vervulling; bereiken;
In het oude China was 9 de Hemelse macht, 3 x 3 is het meest gunstige van alle getallen binnen Feng Shui. Het verwijst ook naar de acht windrichtingen met de negende als middelpunt, zoals in de ‘Hal van Licht’. In de verdeling van land in China werd het verdeeld in acht buitenste vierkanten voor de bewerking van het land door de bezitters, en het centrale, negende, vierkant is een ‘godsakker’, gewijd aan Shang-ti, de hoogste heerser.
Het wordt ook wel het ‘keizerlijke veld’ genoemd, verwijzend naar diens positie als gedelegeerde van de hemelse macht.
In het vroege Judaïsme staat het getal 9 voor zuivere intelligentie; waarheid, aangezien het zichzelf voortbrengt als het wordt vermenigvuldigd met zichzelf.
In het kabbalisme symboliseert het fundering.
De Hindoes kennen het getal van Agni, vuur; het vierkant van de negen vormt de mandala van tachtig-één vierkanten en leidt tot, en omsluit, het universum.
De Maya’s kennen negen onderwerelden, elk geregeerd door een god.
In de Scandinavische mythen hing Odin/Wodan gedurende negen dagen en nachten aan de Yggdrasil om de geheime wijsheid voor de mensheid te verwerven. Skeldi, de noordelijke Persephone, godin van de sneeuw, woonde gedurende drie maanden op haar berg en gedurende negen maanden bij de Niord-zee. Negen is in de Scandinavisch-Teutoonse symboliek het heilige getal. Bovenstaande verbanden met het getal 9 werden mij broederlijk aangereikt door mijn Br.˙. Peter Blom.
Inzichten van buiten, Openbaringen van binnen.
Een andere overeenkomst is dat de Gezel aan zichzelf werkt, maar wel in interactie met de buitenwereld. Die interactie vindt de Gezel binnen en buiten de Loge. Hij gaat visiteren, doet mee aan Maconnieke vorming, ritualen en Bouwstukken. De reis is begonnen.
Het biedt je handvatten voor zelfreflectie, zelfkennis en zelfacceptatie. ‘Het Enneagram helpt milder naar jezelf en anderen te kijken. Het raakt je tot in de kern voorbij je blinde vlekken.
Als er sprake is van interactie met de buitenwereld en de Loge, krijgt de Gezel, als het goed is, inspiratie. Deze inspiratie neemt hij mee om uiteindelijk hernieuwde inzichten te krijgen. Dit wisselen tussen buiten en binnen, inspiratie en inzicht vormen een dans.
Deze dans draag de Vrijmetselaar zijn hele leven met zich mee. Het vormt hem en geeft hem de kracht om het licht te blijven zien om uiteindelijk wijsheid te mogen ontvangen.
Op een soortgelijke manier draait alles in het Enneagram om de dans tussen integratie en disintegratie, tussen stress en groei. Daarmee worden blokkades en oude, negatieve patronen doorbroken en kan de reis worden voortgezet. Ook hier is kracht nodig om uiteindelijk de wijsheid te ervaren.
Vrouwelijke energie en mannelijke energie.
Er is een groot verschil tussen mannelijke en vrouwelijke energie in de wereld. Mannen denken veelal met hun hoofd en werken op een doelmatige, praktische manier. Bij mannen is er, over het algemeen, een focus op middelen, rolverdeling en doelen. Het zijn samenwerkende individualisten.
Vrouwen daarentegen denken vaak vanuit het gevoel en werken op een sociale manier.
Bij vrouwen is er, over het algemeen, meer aandacht voor de groep en de harmonie in het team. Het zijn samenwerkende groepsdenkers.
De schoonheid van de mannelijke en vrouwelijke energie komt ook terug in het Enneagram. Het type 2,3, en 4 zijn de voelers. Deze mensen denken over het algemeen vanuit emotie en zijn socialer ingesteld. Het type 5,6, en 7 zijn de denkers. Deze mensen denken over het algemeen echt met hun hoofd en zijn vaak individualistischer ingesteld. Als laatste, het type 8,9 en 1. Dit zijn de doeners van het Enneagram. Deze mensen denken over het algemeen met hun buik en zijn vaak praktisch ingesteld.
Zoals een doener moet leren om zijn emoties niet weg te drukken, zo moet een denker leren om vooral het doen niet te vergeten. Een verhard mens, waarin de mannelijke energie de boventoon voert, heeft het contact met het vrouwelijke verloren. Een zacht mens heeft weliswaar mooie vrouwelijke energie, maar zal haar mannelijke kanten aandacht moeten geven.
De wereld in transitie
We leven in een overgangstijd. Vrijmetselaars proberen om bewuster in het leven te staan en als beter mens in de maatschappij te staan. Zij werken eraan om de Maçonnieke lessen te leren, om daardoor de volgende stap te kunnen zetten in een individuele en collectieve bewustzijnsontwikkeling. Die lessen willen ons huidig geëvolueerde bewustzijn duidelijk maken, dat het voor een verder meer vergeestelijkte ontwikkeling noodzakelijk is om zaken totaal anders aan te pakken. De oude vormen van veruiterlijkte mannelijkheid en ingesloten vrouwelijkheid, veroorzaken leed en ellende.
Daarnaast heeft de eenzijdig verinnerlijkte vorm van vrouwelijkheid zich geuit in een wegvagen van persoonlijke grenzen. Want die eenzijdig vrouwelijke energie wil ten koste van alles eenheid, waardoor de verschillen en de mogelijk daaruit voortkomende conflicten met de verstikkende mantel der liefde moeten worden verborgen. De veruiterlijkte mannelijkheid heeft gezorgd voor hiërarchie, over-regulatie en het arrogant overtuigen van elkaars mening, desnoods met oorlog en terrorisme.
Een harmonisch samenzijn van mannelijke en vrouwelijke energie, inspiratie en inzicht en groei en stress vormt dus niet alleen de praktische reis van de Vrijmetselaar naar het meesterschap, maar ook de herkenning van zichzelf, op U komt het aan en de emotionele reis in het Enneagram naar vrijheid.
Alles draait om beweging. Beweging in de interne en de externe wereld. Ik zie het als een dans. Zoals atomen om elkaar dansen. Zoals planeten om zonnen dansen. En zoals mensen dansen. Beweging is leven. Leven is pijn en pijn is de beste leermeester die een mens zich kan wensen.
Wil je ook weten welke Enneagram-type je bent?
Hier kun je een uitgebreide test doen: https://www.nlp-nu.nl/online/enneagram-testen/hoofdstuk/enneagram-testen/vragen/enneagram-test/
Thierry Stravers is mede-eigenaar van Vrijmetselaarswinkel.
Zijn passie voor stijl en elegantie combineert hij graag met zijn Maçonnieke activiteiten.
Thierry is eigenaar van Trenica, een marketingbureau en is bestuurslid bij Loge Verlichting No.313 O: Hoofddorp.
Hij is Gecertificeerd Enneagram Coach en studeerde filosofie (Uva) en sociologie (University of Edinburgh).
Vrijmetselaren kennen de vele baanbrekende, invloedrijke Broeders die voor hen tot de Orde toetraden, meestal goed. Weinigen hebben echter ooit zo’n ontroerende erfenis achtergelaten als Wolfgang Amadeus Mozart, de beroemde componist die de westerse muziek voor altijd heeft veranderd. In dit stuk onderzoeken we zijn leven, zijn korte maar toegewijde ervaring in de vrijmetselarij en hoe dit zijn carrière beïnvloedde.
Vroege leven en carrière
Wolfgang Amadeus Mozart wordt algemeen beschouwd als een van de grootste componisten in de geschiedenis van de westerse muziek. Mozart werd geboren in Salzburg, Oostenrijk op 27 januari 1756. Zijn vader, Leopold, ontdekte het grote talent dat zijn zoon bezat, stimuleerde zijn zoon en volgde de opleiding van Mozart op alle mogelijke manieren. Verbazingwekkend genoeg was hij al op vijfjarige leeftijd begonnen met het componeren van muziek en vanaf dat moment produceerde hij enkele van de beste stukken die de wereld ooit heeft gehoord. Hij bracht zijn jeugd door met optreden voor de adel in heel Europa en het schrijven van sonates, concerten en opera’s.
Uniek was dat Mozart alle muziek zelf schreef en dat hij uitblonk in alle muzikale genres van zijn tijd, wat anders was dan alle andere muzikale componisten in de geschiedenis. Enkele van zijn opmerkelijke werken zijn Le nozze di Figaro, Don Giovanni, Die Zauberflöte, Cosi fan Tutte en de Jupiter Symfonie. Veel van het werk van Mozart is voortgekomen uit de waarden en overtuigingen van de Vrijmetselarij. Hij schreef vele muziekstukken voor Loges en verschillende maçonnieke rituelen gedurende zijn hele carrière. Volgens Robert Levin van de Harvard University, een expert op het gebied van de beroemde componist, was het laatste stuk dat hij voor zijn dood voltooide K.623, ‘Kleine Freimaurer-Kantate’.”
Deelnemen aan de vrijmetselarij
Mozart werd op 14 december 1784 ingewijd in de Oostenrijkse vrijmetselarij in Loge ‘Zu Wohltätigkeit’ in Wenen. Hij was toen 28 jaar. Al snel werd hij Meester-Vrijmetselaar en hij was een loyale en betrokken Broeder tot zijn dood in 1791. Experts stellen dat hij in een ledenlijst vermeld stond als 3e Graads Vrijmetselaar en dat hij een zeer regelmatige bezoeker was van zijn Loge.
Het is niet precies bekend hoe Mozart voor het eerst kennismaakte met de vrijmetselarij. Hij kwam echter uit een maçonnieke familie. Zowel zijn schoonvader als zwager waren vrijmetselaren. Zoals Levin opmerkt, voelde Mozart zich aangetrokken tot vrijmetselaarsloges “vanwege hun fascinatie voor menselijke waardigheid en vrijheid.”
Mozarts toewijding aan de vrijmetselarij blijkt duidelijk uit zijn inschrijving tijdens het verbod van de katholieke kerk op de vrijmetselarij.
Paus Clemens XII had het lidmaatschap in 1738 verboden, maar toen hij geen conflict tussen de twee zag, tartte Mozart de bevelen van de kerk en sloot hij zich aan bij de vrijmetselarij. Hij bleef een vrome katholiek en componeerde meer dan 60 stukken heilige muziek voor de rooms-katholieke kerk, waarvan sommige de beroemdste liturgische partituren in de westerse geschiedenis waren.
De maçonnieke impact van Mozart
De vrijmetselarij had een krachtig effect op het leven van Mozart, wat te zien is aan zijn verschillende muziekstukken. Hij schreef minstens acht composities voor de vrijmetselaars, waaronder zijn Freemason’s Funeral Music. Experts ontdekken ook invloeden van vrijmetselarij in zijn beroemde opera ‘The Magic Flute’. Voor degenen die zijn leven en werk hebben bestudeerd, is het duidelijk dat Mozart bewust gebruik maakte van maçonnieke thema’s en symboliek in zijn muziek.
Terwijl Mozart een erfenis vestigde als een van de grootste componisten aller tijden, genoot hij tegen het einde van zijn leven niet veel glamour. Hij bracht zijn laatste jaren door met veel schulden en was soms depressief. Hij stierf tragisch op 35-jarige leeftijd en werd begraven in een ongemarkeerd graf, niet erkend door de samenleving. Door zijn strijd reikte Mozart vaak naar zijn broers voor financiële en morele steun, en zocht hij vaak ook troost in verschillende lodges tijdens zijn tijd dat hij op tournee was.
Ondanks het ongelukkige laatste hoofdstuk van zijn leven, liet Mozart een eeuwige erfenis na via zijn muziek. Zijn werken inspireren tot op de dag van vandaag talloze mensen en nieuwe generaties over de hele wereld. Een man van ongeëvenaarde creativiteit en invloed, we zijn er trots op hem Broeder te noemen.
In 1784 werd Mozart door zijn vriend en beschermheer Otto von Gemmingen aanbevolen voor lidmaatschap van de Weldadigheidsloge in Wenen. Volgens dit artikel introduceerde Mozart zijn vader, Leopold Mozart, en zijn vriend Franz Joseph Haydn in de vrijmetselarij.
“Toen Mozart op dinsdag 14 december 1784 werd opgenomen in de Weense loge “Zur Wohltatigkeit” (“Benificence”), was de vrijmetselarij in Oostenrijk tweeënveertig jaar oud. Verboden door de [rooms-katholieke] kerk in 1738, was de voortzetting ervan vooral te danken aan de discretie van de soeverein; dit was Franz I (oorspronkelijk Franz Stephen) die tot zijn dood in 1765 een vrijmetselaar was geweest, net als de Pruisische koning Friederich II, de doodsvijand van Franz’ gemalin en opvolger, Maria Theresia. Ze verbood herhaaldelijk de vrijmetselarij, maar de beweging werd sterker. Na haar dood in 1780 trad haar zoon Joseph II toe tot de troon. In die tijd waren er alleen al in Wenen veertien loges, waaronder verschillende met een esoterisch of rozenkruiserskarakter. Aan het hof echter de sterk rationalistische oppositiepartij, de geheime orde van de Illuminati, die de vrijmetselarij wilde infiltreren om haar antiklerikale en republikeinse doelen te bevorderen. In feite werden onder invloed van de maçonnieke Illuminati de heksenjacht afgeschaft en onderwijshervormingen doorgevoerd. Het geheime centrum van de beweging was de elite-loge “Zur wahren Eintract” (“True Concord”) onder haar grootmeester, de mineroloog Ignaz von Geboren. Mozart was daar een frequente gast en werd een ingeschreven leerling en vervolgens meester. In 1785 overtuigden de Illuminati de keizer om het aantal loges radicaal te beperken om een einde te maken aan andere vormen van vrijmetselarij. Het resultaat van dit edict, “het Vrijmetselaars-octrooi”, was echter staatscontrole en de onmiddellijke stopzetting van alle activiteiten. In 1800 werd de vrijmetselarij vrijwel verboden door Franz II en het verbod eindigde praktisch pas met de verklaring van de Republiek in 1918.
Tegen de tijd van zijn inwijding in de vrijmetselarij had Mozart al kennis van zijn praktijken. Zijn vader had een destijds riskant contact onderhouden met de vrijmetselarij, onder de katholiek-fundamentalistische prins-aartsbisschop van Salzburg, en de zestienjarige Wolfgang schreef een cantate naar aanleiding van een opdracht van een Loge in München. Tijdens zijn verblijf in Mannheim in 1777 werd Mozart ondersteund door Otto Freiherr von Gemmingen, die later de eerste Achtbare Meester in Wenen zou worden. Na het decreet van Joseph II wilde Mozart niet in het reine komen met het verval van de vrijmetselarij, dus was hij van plan een nieuwe start te maken door een geheim genootschap op te richten genaamd “Die Grotte”, The Grotto.
Muziek en vrijmetselarij van Mozart
Tot op de dag van vandaag heeft de vrijmetselarij verschillende, zelfs tegengestelde prioriteiten: in de overwegend katholieke landen van de Romaanse en Latijns-Amerikaanse landen zag de Orde zich als een republikeinse en antiklerikale hervormingsbeweging. Verboden en een gruwel voor de kerk. In protestantse landen telde het echter koningen, bisschoppen en presidenten als voornaam lid. In de bijna driehonderd jaar van haar moderne geschiedenis, die begon op 24 juni 1717, de dag waarop vijf vrijmetselaarsloges in Londen samensmolten tot één Grand Lodge, is het niet wezenlijk van richting veranderd.
Het doel is hetzelfde: de verwerving van mensen, van de ruwe tot de verfijnde steen, om deel uit te maken van de tempel van universele liefde voor de mensheid. Het proces blijft Leerling, Gezel en Meester-Vrijmetselaar.
Gegroepeerd onder de United Grand Lodge of England, volgen de reguliere Loges hun oude symbolische rituelen. En nog steeds gebruikt men in deze Loges muziek.
Zingen stond vanaf de vroegste dagen centraal in de vrijmetselarij en is afgeleid van de steenhouwersgilden uit de middeleeuwen. Een intellectuele en culturele organisatie die kathedralen en gebouwen ontwierp en bouwde, die alle duistere twijfels van bijgeloof overleefden. De opdrachtgever, de kerk, was de voornaamste oorzaak van deze duisternis. En zo kwamen de bouwmeesters van de kathedralen samen met hun leerlingen op privéplaatsen waar ze hun oude wijsheid konden doorgeven. Van primair belang in de maçonnieke symboliek is het getal 3 en het muzikale platte teken (b).
In de vrijmetselarij is drie het belangrijkste getal, de medeklinker B is verbonden met de Tempel van Salomo, die het ideale gebouw voor de mensheid symboliseert, maar ook de opbouw van een maçonnieke Tempel. De muzikale toetsen die drie vlakken hebben, zijn echter Es majeur en C-mineur, de muzikale toetsen die verband houden met de vrijmetselarij.
Es majeur is de fundamentele muzikale sleutel van de vrijmetselarij; C-mineur is het symbool van de dood, terwijl de zuivere toonsoort C majeur, die geen toonsoort heeft, de opstanding van de Verlichte mens tot de graad van Meester-Vrijmetselaar vertegenwoordigt. Mozart breidde deze sleutelsymboliek verder uit. Om het eerste niveau van de vrijmetselarij, dat van de Leerling, weer te geven, gebruikt Mozart vaak de toonsoort F-majeur, die één vlak heeft. Het tweede niveau, dat van Gezel-Vrijmetselaar, wordt aangegeven door het gebruik van Bes-majeur, dat twee strepen heeft. Bovendien introduceerde Mozart de toonsoort A-majeur, dat drie kruizen kent, in de maçonnieke canon. Zijn klarinetconcert en het klarinetkwintet, beide in A-majeur werden beide in een Loge uitgevoerd. Mozart componeerde deze werken voor uitvoering door de klarinetvirtuoze klarinettist Anton Stadler.
En ten slotte komen de toetsen van G-majeur en G-mineur ook voor in de maçonnieke werken van Mozart, waarschijnlijk omdat de medeklinker “g” een symbolische betekenis heeft.
Logeliederen, meestal met piano- of orgelbegeleiding, werden gezongen aan het begin en aan het einde van de bijeenkomsten, evenals tijdens de maaltijd die erop volgde. Mozart schreef dertien van deze logeliederen, maar vijf daarvan ontbreken.
Mozart schreef enkele Instrumentale muziekstukken om de rituelen in de loge te begeleiden. Voorbeelden hiervan zijn de Masonic Funeral Music of het Adagio K.410 en 411.
In werken die niet voor de Loge bestemd waren, wordt incidenteel maçonnieke materie gebruikt. Er is daarom gesuggereerd dat de laatste drie symfonieën van Mozart de drie graden van het maçonnieke leven vertegenwoordigen. De laatste drie symfonieën van Mozart zijn nr. 39 in Es majeur K.543, nr. 40 in G-mineur K. 550 en nr. 41 in C-majeur K.551, ook bekend als de Jupiter Symfonie. Let ook op de toonsoorten waarin deze symfonieën zijn geschreven in het licht van dit artikel. Es-majeur als de fundamentele sleutel van de vrijmetselarij, waarbij G-mineur een symbolische verbinding heeft met de letter “G” en
C-majeur die “de opstanding van de Verlichte mens tot de graad van Meester-Vrijmetselaar symboliseert.
Bijgaand een link naar een maçonnieke playlist van Mozart op YouTube:
YouTube playlist Mozart Masonic music
Thierry Stravers is mede-eigenaar van Vrijmetselaarswinkel.
Zijn passie voor stijl en elegantie combineert hij graag met zijn Maçonnieke activiteiten.
Thierry is eigenaar van Trenica, een marketingbureau en is bestuurslid bij Loge Verlichting No.313 O: Hoofddorp.
De Royal Arch, of Orde van het Heilig Koninklijk Gewelf is een zgn. vervolgpad of hogere obediëntie binnen de Vrijmetselarij. Het is aanwezig in alle belangrijke maçonnieke systemen, hoewel in sommige wordt gewerkt als onderdeel van Blauwe Graden en in andere in een aanhangende volgorde. Royal Arch Masons ontmoeten elkaar in een Kapittel of Chapter. De Supreme Order of the Holy Royal Arch zoals beoefend op de Britse eilanden, een groot deel van Europa en het Gemenebest, verlenen Kapittels de Graad van Royal Arch Mason. In Nederland wordt dat Deelgenoot aan de Orde van Het Heilig Koninklijk Gewelf genoemd.
Net als bij Blauwe Graden, brengt de Royal Arch morele en ethische lessen over. In de drie graden van het Ambacht krijgt de kandidaat een reeks praktische principes van dienstbaarheid aan zijn medemens voorgeschoteld. Maar aangezien de mens niet alleen een praktisch wezen is, heeft hij ook een essentieel spiritueel aspect in zijn natuur. De Royal Arch ontwikkelt dit laatste aspect verder door een beschouwing van de spirituele aard van de mens, niet ter vervanging maar ter ondersteuning van wat de kandidaat heeft geleerd van zijn eigen religie. In het hoofdstuk worden de leerstellingen van de Royal Arch overgebracht met behulp van een geritualiseerde allegorie die gebaseerd is op de oudtestamentische verhalen over de terugkeer naar Jeruzalem vanuit de Babylonische ballingschap om de stad en de tempel te herbouwen. Bij het vrijmaken van de grond van de Tempel van Salomo voor de fundamenten van een nieuwe tempel, doet de kandidaat belangrijke ontdekkingen. Door een verdere uitleg toe te voegen aan de praktische lessen van Ambachtelijke Vrijmetselarij, wordt de Royal Arch gezien als een verlengstuk van de voorgaande graden en zijn de filosofische lessen die worden overgebracht geschikt voor dat stadium in de maçonnieke ontwikkeling van een kandidaat. Het symbool of groot embleem van Royal Arch Vrijmetselarij is de Triple Tau.
Op de Britse eilanden, het grootste deel van continentaal Europa en de meeste landen van het Gemenebest (met de opmerkelijke uitzondering van Canada), zijn de leerstellingen van Royal Arch Vrijmetselarij vervat in de “Supreme Order of the Holy Royal Arch” – een op zichzelf staande graad van vrijmetselarij die open staat voor degenen die de drie Blauwe Graden hebben voltooid. Tot 1823 mochten alleen vrijmetselaars deelnemen die eerder de leerstoel van een Blauwe Loge hadden bekleed. Tegenwoordig moeten kandidaten voor een Engels Holy Royal Arch Kapittel vier weken of langer een Meester Vrijmetselaar zijn geweest. In de vrijmetselarij in Schotland moet de kandidaat voor de Royal Arch ook een Mark Master Mason zijn, een graad die deel uitmaakt van de York Ritus. Er kan in een Kapittel worden gewerkt, of vaker is het in een Schotse loge gewerkt. Na de Mark-graad moet een kandidaat de Excellent Master-graad behalen voordat hij wordt verheven tot de Royal Arch-graad. In Ierland moet een kandidaat een jaar Master Mason zijn voordat hij wordt toegelaten als lid van een Royal Arch Kapittel. De graad van Mark Master Mason wordt eerst apart behaald en pas daarna kan de Royal Arch Degree worden behaald.
In de Verenigde Staten, Canada, Brazilië, Israël, Mexico, Paraguay en de Filippijnen wordt de Royal Arch niet als een op zichzelf staande graad gebruikt, zoals hierboven beschreven, maar maakt deze deel uit van het York Rite-systeem van aanvullende vrijmetselaarsgraden. Royal Arch Masons in de York Rite komen ook samen als een Kapittel, maar het Royal Arch Kapittel van de York Rite kent vier verschillende graden: ‘Mark Master Mason’, ‘Virtual Past Master’, ‘Most Excellent Master’ en ‘Royal Arch Mason’ ‘. Hoewel de York Rite-graad van ‘Royal Arch Mason’ ruwweg vergelijkbaar is met de Supreme Order of the Holy Royal Arch zoals die in Engeland en Wales wordt toegepast, kunnen de andere graden equivalenten hebben in andere aanhangende orden. De Royal Arch is ook het onderwerp van de 13e en 14e graad van de Schotse ritus van de vrijmetselarij (in Engeland en Wales “oude en geaccepteerde ritus” genoemd).
Historie.
Aan het begin van de 18e eeuw bestonden er nog maar twee Blauwe Graden. De graden en rituelen, zoals we die nu kennen, bestonden niet. De twee ceremonies waren zeer kort en bestonden uit een voordracht van de oude legendarische geschiedenis van de vrijmetselarij, een verplichting en een opdracht, samen met het toevertrouwen van een greep vergezeld van een woord. Op de Festive Board volgde een vorm van catechismus onder de Broeders. Deze procedure werd gaandeweg uitgebreider en uiteindelijk verscheen er omstreeks 1724/25 een Derde Graad. Tegen 1730 was de derde graad vrij algemeen bekend, hoewel niet uitgebreid beoefend. In dit stadium werden alle drie de werkende rangen binnen de Blauwe Graden gedekt door afzonderlijke ceremonies. Er was echter nog steeds geen onderscheidingsceremonie voor mannen die als Achtbare Meester een Loge hadden voorgezeten.
Momenteel worden er drie theorieën gepostuleerd. Het minst waarschijnlijk is de suggestie dat de Royal Arch ooit een onderdeel was van de Derde Graadceremonie, die vervolgens werd verminkt om een Vierde Graad te produceren. Sommigen geloven dat de derde graad en de Royal Arch een gemeenschappelijke oorsprong hadden; een standpunt dat wordt ondersteund door het feit dat wat verloren gaat in de Blauwe Graden, wordt gevonden in de Royal Arch-ceremonie.
Anderen geloven dat de Royal Arch uit Europa werd geïmporteerd en snel in de gunst kwam bij de Engelse vrijmetselarij. Het lijdt geen twijfel dat er in het begin van de 18e eeuw iets aan het ontstaan was, wat later de Royal Arch werd, hoewel de vorm en inhoud van zijn ontwikkeling waarschijnlijk in de nevelen van de tijd gesluierd zullen blijven.
Als de Europese theorie klopt, is het waarschijnlijk dat de ceremonie zijn oorsprong vindt in Frankrijk, waar een groot aantal maçonnieke innovaties en graden hun intrede deden in het begin van de jaren 1740. Er is een interessante verwijzing in de “Sceau Rompu”, een tentoonstelling uit 1745, naar een superieure klasse van vrijmetselaars met een ceremonie ontworpen om degenen te herdenken die werkten “… met de troffel in de hand en het zwaard aan hun zijde”. Verschillende soortgelijke bewijsstukken ondersteunen de opvatting dat bepaalde karakteristieke kenmerken van de Royal Arch-ceremonie, onder welke naam die toen ook bekend was, op een vroeger tijdstip op het continent bestonden, maar dit kan niet als bewijs van oorsprong worden beschouwd.
Het eerste gedocumenteerde bewijs van de Royal Arch als een afzonderlijke graad komt uit de notulen van Lodge nr. 21 in Youghal, County Cork uit 1741. Het oudst bekende Kapittel ter wereld is echter Stirling Rock Royal Arch Kapittel nr. 2 in Schotland, dat heeft gewerkt sinds 1743. Laurence Dermott’s “Ahiman Rezon” stelt dat de graad vanaf ten minste 1744 in Londen werd gewerkt. Deze bewering wordt ondersteund door een boek met de titel “A Serious and Impartial Inquiry into the Cause of the present decay of Freemasonry in the Kingdom of Ireland” ”, door Fifield Dassigny MD gepubliceerd in Dublin in 1744, waarin staat dat de Degree in die tijd in Londen en York werd gewerkt. In 1749 vaardigde de Grootloge van Ierland bevel uit aan de Lodges 190 en 198 om “Royal Arch Lodges” op te richten. De graad wordt ook afkeurend genoemd in Dassigny’s “Een serieus en onpartijdig onderzoek naar de oorzaak van het huidige verval van de vrijmetselarij in het Koninkrijk Ierland”, gepubliceerd in Dublin in 1744. Afzonderlijke aantekeningen in dit werk geven aan dat de ritus werd beoefend in Dublin, Londen en York, en beschreef het als een “georganiseerd lichaam van mannen die de stoel zijn gepasseerd” (d.w.z. die als Achtbare Meester een Blauwe Graden Loge hadden voorgezeten).
De banden tussen de koninklijke familie en de Royal Arch in Engeland begonnen in 1772, toen ZKH Henry Frederick, hertog van Cumberland (broer van koning George III) lid werd. In 1774 werd hij verkozen tot grootbeschermheer van de Royal Arch – een portret van hem in zijn gewaden voor dat kantoor hangt nog steeds in de vrijmetselaarszaal. In 1776 werd hij verkozen tot First Grand Principal en bekleedde die functie tot 1785. Bij zijn dood, in 1790, werd hij opgevolgd als Grand Patron door zijn neef ZKH William, Hertog van Clarence (later ZM Koning Willem IV).
Engeland en Wales “Antients” versus “Moderns”
In het 18e-eeuwse Engeland was de rol en het doel van Royal Arch Vrijmetselarij het onderwerp van een lang debat tussen de twee rivaliserende overkoepelende organisaties van de Vrijmetselarij. In 1717 hadden vier Blauwe Graden Loges de oorspronkelijke Premier Grand Lodge of England gevormd om de vrijmetselarij te regeren zoals die in Engeland werd beoefend. Vanaf 1751 werd deze claim betwist door een andere groep Blauwe Graden Loges die de Antient Grand Lodge of England vormden. In het daaropvolgende debat werd de nieuwere Grand Lodge in het kort bekend als de “Antients”, terwijl de oudere Grand Lodge de “Moderns” werd genoemd.
In 1746 was Laurence Dermott, die later Grootsecretaris van de “Antients” zou worden, toegelaten tot een Royal Arch Kapittel in Dublin, dat op dat moment alleen openstond voor degenen die eerder als meester van een Blauwe Graden loge hadden gediend. Hij beschouwde de Royal Arch als de vierde graad van de traditionele Blauwe Graden. Onder zijn invloed verdedigden de “Antients” de Royal Arch-graad in Engeland, terwijl deze vijandig werd ontvangen in de Premier Grand Lodge of England.
In 1764 wisselde een Loge van Schotse vrijmetselaren die aan de “Antients” waren verbonden van kant en werd de Caledonian Lodge die aan de “Moderns” was bevestigd. Het jaar daarop hielpen ze bij het opzetten van een Royal Arch Kapittel dat vrijmetselaren toeliet van andere Blauwe Graden loges die aan de “Moderns” waren verbonden. In 1766, met de verheffing van Lord Blayney, de Grootmeester van de “Moderns”, werd deze organisatie bekend als de “Excellent Grand and Royal Arch Chpater”, die administratieve verantwoordelijkheden op zich nam en zo het eerste Grand Kapittel in Engeland werd. Tegelijkertijd verklaarde James Heseltine, de Grootsecretaris van de “Moderns”, over Royal Arch Vrijmetselarij dat “het deel uitmaakt van de vrijmetselarij, maar geen verband houdt met Grand Lodge” in een brief aan een senior Duitse vrijmetselaar. Hij was ook een van de ondertekenaars van het handvest tot oprichting van het eerste grote kapittel. Uit de notulen van de eerste bijeenkomst van Grand Chapter blijkt dat deze bijeenkwam in de Turks Head, in de Londense wijk Soho, dezelfde taveerne waar kort daarvoor de geboorte van de Antient Grand Lodge of England was gehouden. Bij deze gelegenheid werd Thomas Dunckerley gekozen om het ambt van Z (hoofdofficier van het kapittel) te bekleden in afwezigheid van de grootmeester en plaatsvervangend grootmeester. Hij werd later benoemd tot Grand Superintendent en bevorderde Royal Arch Vrijmetselarij in de provinciale lodges van de “Moderns” met veel energie en succes. In 1774 vormden de “Antients” hun eigen Royal Arch Grand Kapittel op aandringen van Laurence Dermott. De leden waren officieren van de Grand Lodge die toevallig de Royal Arch-graad hadden, de vergaderingen werden geordend door de Grand Lodge en de procedures werden goedgekeurd door diezelfde instantie.
Het verenigen van de twee Grand Lodges
Aan het begin van de 19e eeuw, toen de “Antients” en de “Moderns” van rivaliteit naar unie verhuisden, werden de rol en het doel van de Royal Arch een knelpunt. De ‘Antients’ beschouwden de Royal Arch als een vierde graad van de traditionele vrijmetselarij en bewerkten het als onderdeel van de rituelen van Blauwe Loges, terwijl de ‘Moderns’ het bijna volledig negeerden. Deze was van mening dat de vrijmetselarij slechts uit drie graden bestond en dat de Royal Arch hoogstens een uitbreiding was van de derde, Meester-Vrijmetselaar graad die apart moest worden beheerd. Bovendien hebben de “modernen” bepaalde leringen ingebed in hun derdegraads ritueel dat de “Anten” alleen onthulden aan degenen die zich bij de Royal Arch voegden.
In 1813 kwamen de “Antients” en “Moderns” een Act of Union overeen en vormden de United Grand Lodge of England. Dit was alleen mogelijk na het bereiken van een compromis over de rol en het doel van Royal Arch Vrijmetselarij. Het compromis was dat na de unie de Royal Arch-graad volledig zou worden erkend door de United Grand Lodge (om de “Antients” te paaien), maar een aparte orde zou worden (om de “Moderns” te sussen), terwijl alle Blauwe Graden Loges zouden worden gegeven sanctie om de ceremonie te werken (om de “Antients” te paaien). Tegelijkertijd kon er geen compromis worden bereikt over de rol en het doel van de Mark-graad. Het werd effectief verboden door de Unie tot de jaren 1850, totdat het werd georganiseerd in een onafhankelijke Grootloge van Mark Master Masons van Engeland en Wales. In de meeste landen buiten Engeland en Wales raakte Mark Vrijmetselarij echter verbonden aan Royal Arch-afdelingen. In haar Boek van Constituties verklaarde de United Grand Lodge of England daarom dat “… pure Antient Vrijmetselarij bestaat uit drie graden en niet meer, namelijk die van de Leerling, de Gezel en de Meester-Vrijmetselaar inclusief de Supreme Order of the Royal Arch.”.
In 1817, vier jaar nadat de “Antients” en “Moderns” hun Blauwe Graden Grootloges hadden verenigd, hield de nieuwe United Grand Lodge toezicht op de vorming van een “Supreme Grand Kapittel of Royal Arch Masons of England” om de Holy Royal Arch in Engeland en Wales te besturen. Tegen die tijd had het Grand Chapter van de “Antients” feitelijk opgehouden te bestaan (slechts een paar bijeenkomsten zijn opgenomen voor de tijd na 1813), dus hun overgebleven leden werden eenvoudigweg opgenomen in wat voorheen het Grote Kapittel van de “Moderns” was geweest. “.
Een andere belangrijke constitutionele ontwikkeling in de Royal Arch vrijmetselarij vond plaats in 1823, toen Meester-Vrijmetselaren zich bij de Holy Royal Arch Kapittels mochten aansluiten zonder eerder door de stoel van een Blauwe Graden logge te zijn gegaan.
In 1835 werd het ritueel hervormd, toen een deel van de ceremonie die bekend staat als “Passing the Veils” werd geschrapt. Het werd opnieuw aangenomen door Bristol Kapittels aan het begin van de 20e eeuw.
Ontwikkeling sinds de hereniging.
De “Antients” Grand Lodge, die zich in 1751 afscheidde, ontving de Royal Arch vrijmetselarij met veel enthousiasme. Laurence Dermott, de tweede Grootsecretaris, beschreef de Royal Arch als “… de wortel, het hart en het merg van de vrijmetselarij”. Het werd openlijk toegekend als een Vierde Graad in zijn Loges met de toestemming en goedkeuring van de “Antients”, die bekend werden als de “Grootloge van de Vier Graden”. Inderdaad, hun eerste set van regels en voorschriften stelt dat “Oude vrijmetselarij bestaat uit vier graden – de leerling, de collega-ambacht en de sublieme graad van meester” en gaat verder met te voorzien dat “… een broeder die goed thuis is in deze graden en is ontslagen de ambten van zijn loge, in het bijzonder die van meester, komen in aanmerking om te worden toegelaten tot de vierde graad, de Royal Arch”. De Regels stellen ook dat “Elke Reguliere Gegarandeerde Loge de macht bezit om Loges te vormen en te houden in elk van zijn verschillende Graden, waarvan de laatste, van zijn superioriteit, wordt aangeduid onder Vrijmetselaars, een Kapittel”. In die tijd bestonden er nog geen aparte kapittels en dus werd er een geopend in de Blauwe Graden Lodge onder het gezag van zijn Warrant om de graad te verlenen.
In 1764 werd Cadwaller, de negende Lord Blayney, grootmeester van de “modernen” en was het eerste hoofd dat de Royal Arch graad bevorderde. Hij “ging de boog voorbij” (werd verheven) in juni 1766. In juli 1767 vormde hij het Caledonische kapittel in het “grote en koninklijke kapittel van de Royal Arch van Jeruzalem” door Charter of Compact. Interessant is dat een van de ondertekenaars van dat document Thomas Dunckerley was, die in 1778 Grand Superintendent van Hampshire werd en in 1793 van de toen afzonderlijke provincie Isle of Wight.
Terwijl de Act of Union van 1813 de Supreme Order of the Holy Royal Arch erkende als onderdeel van “pure, Antient Freemasonry”, de formulering in de United Grand Lodge of England’s Book of Constitutions dat “… pure Antient vrijmetselarij bestaat uit drie graden en niet meer, namelijk die van de Leerling, de Gezel en de Meester Vrijmetselaar, inclusief de Opperste Orde van de Royal Arch’ werd vervolgens vaak geïnterpreteerd om te suggereren dat de Royal Arch geen aanvullende graad, maar alleen de voltooiing van de Meestergraad. Die opvatting was zo wijdverbreid onder de vrijmetselaren in Engeland en Wales dat de pas verheven kandidaat tijdens het Royal Arch-ritueel werd verteld dat hij niet moest denken dat hij een vierde graad had behaald, maar dat hij in feite zijn derde graad had behaald.(Verklaringen met deze strekking kunnen vandaag de dag nog steeds worden gevonden, bijvoorbeeld: “Wanneer een vrijmetselaar de rang van Meester heeft bereikt, heeft hij het recht […] te worden verheven tot een Royal Arch Kapittel om zijn Master volledig te voltooien in de Meestergraad.” Terwijl het een compromispositie uitdrukte tussen de traditionele opvattingen van de “Antients” en “Moderns”, plaatste deze interpretatie de Royal Arch in tegenstelling tot de vrijmetselaarspraktijk in de meeste landen buiten Engeland en Wales. Geen enkele andere maçonnieke constitutie heeft ooit beweerd dat de Derde Graad en de Royal Arch twee delen van één geheel zijn. Het Supreme Grand Chapter van Royal Arch Masons of England trok uiteindelijk zijn eigen redenering in twijfel.
In december 2003 erkende en verklaarde de United Grand Lodge of Engeland de status van de Supreme Order of the Royal Arch als “een uitbreiding op, maar geen hoger of ondergeschikt deel van de graden die eraan voorafgaan”. Op 10 november 2004, na beraadslaging door een speciale werkgroep, verwierp het Supreme Grand Chapter van Royal Arch Masons of England tijdens zijn reguliere vergadering in Londen het compromisstandpunt van 1813 formeel en verklaarde de Royal Arch tot een aparte graad op zich gebaseerd op de voltooiing van “zuivere oude vrijmetselarij”, die bestaat uit de drie Blauwe Graden en de Royal Arch. Woorden in het ritueel die de eerdere compromispositie voorstelden en tot verkeerde interpretaties leidden, werden verwijderd door dwingende regelgeving. Het officiële standpunt van het Supreme Grand Chapter van vandaag is dat de “Royal Arch de voortzetting is van Blauwe Graden Vrijmetselarij” zoals onderwezen in de drie graden van Leerling, Gezel en Meester-Vrijmetselaar; in die zin kan “zuivere oude vrijmetselarij” worden gezien als een reis van zelfkennis en ontdekking waarbij de Royal Arch de praktische lessen van de Blauwe Graden voltooit door een beschouwing van de spirituele aard van de mens.
Opbouw van een Kapittel.
Eenmaal geaccepteerd in een Kapittel, het Holy Royal Arch-equivalent van een Blauwe Graden Loge, wordt een kandidaat een Companion, waarbij Royal Arch-bijeenkomsten worden beschreven als een oproeping. De ceremonie waarin een Meester Metselaar wordt bevorderd tot Metgezel wordt verhoging genoemd. Holy Royal Arch Kapittels worden bestuurd door drie opdrachtgevers, die gezamenlijk het kapittel regeren, samen in het oosten van de vergadering.
Naast de drie Principes, die gezamenlijk regeren en het Principaat vormen, heeft een Holy Royal Arch Kapittel functionarissen gekozen en benoemd met individuele verantwoordelijkheden binnen het Kapittel. Soortgelijke kantoren bestaan op het niveau van het Supreme Grand Kapittel (nationaal) en ook op het intermediaire niveau (grootstedelijk, provinciaal of district), met de juiste voorvoegsels voor de titels.
- Zerubbabel – Prins van Jeruzalem
- Haggai – de Profeet
- Jozua of Jeshua – de Hogepriester
- Schrijver Ezra
- Schrijver Nehemia
- Penningmeester
- Ceremoniemeester
- 1e Bijwoner
- 2e Bijwoner
- 3e Bijwoner
- Assistent- Ceremoniemeester
- Kapelmeester
- Steward (er kunnen meerdere Stewards zijn)
- Dekker
Al deze ambten zijn opgenomen in, en worden gereguleerd door, de grondwetten of reglementen van de verschillende nationale Grand Chapters, inclusief die van de ‘moeder’ Grand Chapter, het Supreme Grand Chapter van Engeland. Binnen de ‘York Rite’-versie van Royal Arch Vrijmetselarij kan de Dekker bekend staan als de Tyler of Sentinel.
In Schotland worden de Principal en Assistant Sojourners (Bijwoners) vervangen door 1st Sojourner, 2nd Sojourner en 3rd Sojourner. De 3rd Sojourner gedraagt zich een beetje als de Dekker van een Blauwe Graden Lodge. Het is gebruikelijk dat de 3e Princeps (Joshua) de aansluiting bij de Mark Lodge binnen het kapittel heeft, en de 3e Princeps (Haggai) de Excellent Master Degree volgt. Evenzo zal in sommige Schotse Kapittels de 2nd Sojourner de kandidaat door de Excellent Master Degree leiden, terwijl de 1st Sojourner de kandidaat door de Royal Arch Degree leidt. Als de Mark Degree in een Kapittel wordt gewerkt, zijn het vaak de ambtsdragers van de Blauwe Graden Lodge, die Royal Arch Masons zijn, die hun gebruikelijke Loge-rol op zich nemen, omdat ze er het meest aan gewend zijn.
Regionaal niveau
In Engeland en Wales zijn Holy Royal Arch Chapters op regionaal niveau gegroepeerd als ofwel een ‘grootstedelijk gebied’ of ‘Provincies’ (gebaseerd op de oude graafschappen), terwijl de overzeese hoofdstukken in districten zijn gegroepeerd. Deze Metropolitan, Provinciale en District Grand Chapter worden geregeerd door een ‘Grand Superintendent’ die door de ‘First Grand Principal’ wordt aangesteld als zijn persoonlijke vertegenwoordiger voor het specifieke gebied. Elke ‘Grand Superintendent’ wordt gewoonlijk bijgestaan door een adjunct, en regeert altijd samen met een ‘Second Provincial Grand Principal’ en een ‘Third Provincial Grand Principal’ (het woord ‘Provincial’ wordt vervangen door het woord ‘Metropolitan’ in een Metropolitan Area zoals Londen, of het woord ‘District’ in een overzees gebied dat wordt bestuurd vanuit Engeland). In veel gevallen zullen de mannen die optreden als regionale hoogwaardigheidsbekleders in de Royal Arch ook de equivalente regionale kantoren in de reguliere Vrijmetselarij bekleden.
Supreme Grand Chapter
Het Supreme Grand Chapter van Royal Arch Masons of England wordt bestuurd vanuit het hoofdkantoor van de United Grand Lodge of England in Freemasons’ Hall, Londen. Het Supreme Grand Chapter wordt geregeerd door drie Grand Principals, die hun hoofdkwartier hebben. De ‘First Grand Principal’ is het Holy Royal Arch-equivalent van de Grootmeester in de Blauwe Graden. Indien de houder van dit ambt een de graad van Royal Prince is, zoals nu het geval is, wordt hij ondersteund door een ‘Pro First Grand Principal’. Net als op regionaal niveau hebben veel officieren van de Grand Lodge hetzelfde ambt in het Supreme Grand Chapter.
De legende van het Heilig Koninklijk Gewelf.
De Tempel van Salomo heeft zo’n vier eeuwen bestaan tot ongeveer 586 voor Christus, toen hij werd verwoest door een Chaldeeuws leger onder koning Nebukadnezar. De overlevenden uit Jeruzalem werden met geweld naar Babylon (de Babylonische ballingschap) gedeporteerd, waar zij en hun nakomelingen zo’n 70 jaar in gevangenschap bleven. Gedurende deze tijd werd Babylon veroverd door Cyrus, die koning van Perzië werd, en, aangemoedigd door de profeet Jeremia, bloeide het verbannen volk van Jeruzalem. Uiteindelijk vaardigde koning Cyrus een decreet uit dat de ballingen toestond terug te keren naar Jeruzalem, waar, na een verdere periode van vertraging, uiteindelijk werd begonnen met de wederopbouw van de tempel op de grond waar de eerste tempel stond. Dit is het punt waarop de Royal Arch het verhaal opneemt en vertelt hoe het verlies geleden door de dood van de belangrijkste architect van de voormalige tempel werd goedgemaakt door het herstel van dat wat de Meester Metselaar als verloren erkent.
De legende van het Gewelf en de ontdekking ervan door de Bijwoners, vormen een integraal onderdeel van de Royal Arch-ceremonie. Het is gebaseerd op twee verhalen. Ten eerste het Bijbelse verhaal dat de terugkeer uit Babylon beschrijft en de herbouw van de tempel en ten tweede de oude legende die de ontdekking beschrijft van een kluis met daarin een altaar waarop een heilig woord was geschreven. Het Bijbelse verhaal wordt uitgebreid uiteengezet in de heilige geschriften en de legende van de Kluis is een zeer bekende mythe. Het verhaal van de ontdekking van een lang verloren schat in een kluis is heel oud en wordt wereldwijd gevonden, met name in het Midden-Oosten. De historicus Philostorgius schreef in zijn “Kerkelijke geschiedenis van Salomo” zo’n verhaal rond 400 voor Christus. In hoofdstuk 14 van boek zeven vertelt hij over de vondst van een zuil in een ondergrondse grot waarop de naam van God is gegraveerd. Het verhaal heeft veel aspecten in overeenstemming met onze eigen ceremonie. Veel van dergelijke verhalen, die voorheen als folklore en legende werden beschouwd, werden bevestigd door de ontdekking van de Dode Zeerollen.
In 1659 publiceerde Samuel Lee van Wadham College, Oxford een opmerkelijk boek met de titel “Orbis Miraculum”, of “De Tempel van Salomo afgebeeld door spiritueel licht”.
Het bevat verwijzingen naar twee pijlers, de onuitsprekelijke Naam van de Allerhoogste en andere onderwerpen die vrijmetselaars zo vertrouwd zijn. Er is ook een Engelse vertaling van een Grieks boek van Callistus, die in de 14e eeuw leefde. Zijn werk was een kerkelijke geschiedenis waarin hij dieper ingaat op het eerdere verhaal van de kluis dat door Philostorgious is uitgewerkt. Dit heeft betrekking op de poging van Julianus de Afvallige om de tempel te herbouwen rond 362 n.Chr., toen een boek werd ontdekt en bij opening bleek te beginnen met de woorden: “In het begin was het Woord en was bij God, en het Woord was God”. Dit zijn de aanhef van het evangelie volgens Johannes. Het is veelbetekenend dat, in de begindagen van de vrijmetselarij, dit hoofdstuk van de Bijbel altijd werd opengelegd in veel Loges, die bijgevolg werden beschreven als St. Jan Loges of Johannes Loges.
Lee’s boek onthult dat onze legende goed bekend was, vóór de 18e eeuw, en rijk is aan materiaal dat van toepassing is op vele andere vrijmetselaarsgraden, naast de Royal Arch. Het is daarom gemakkelijk te veronderstellen dat de inhoud van het boek een gids zou kunnen zijn geweest voor degenen die voor het eerst begonnen met het formuleren van het Royal Arch-ritueel. Veel geleerde vrijmetselaars zijn geneigd te denken dat dit inderdaad is gebeurd en dat de basisprincipes van de Royal Arch zich vanuit deze bron in Loges hebben verspreid. Als dit het geval was, dan kan de fundering van de Royal Arch al vele jaren zijn gelegd voordat we er enige kennis van hebben! Een dergelijke vroege verwijzing is te vinden in het “Book of Constitutions”, geschreven door Anderson in 1723, waarin hij zegt: “De Meester van een bepaalde Loge heeft het recht en het gezag om de leden van zijn Loge samen te brengen in een Kapittel”. Dit zou erop wijzen dat het zogenaamde kapittel een bepaalde ritus of ceremonie moet hebben uitgevoerd, die verschilde van de ceremonies die normaal in de loge worden uitgevoerd. Als dit werk verband hield met de Royal Arch, zoals iets dat lijkt op het “doorgaan van de sluiers”, moet het worden beschouwd als een onderdeel van vrijmetselarij, maar toch verschillend van de normale graden. Aangezien deze verordening door Anderson in zijn “Constituties” is opgenomen en op een dergelijke manier is geformuleerd, toont het aan dat alles wat met een “Hoofdstuk” werd bedoeld, al in de praktijk was en in 1723 werd aanvaard.
De Royal Arch vrijmetselarij vandaag.
Het lijdt geen twijfel dat de Royal Arch een belangrijke factor was in de onderhandelingen tussen de twee Blauwe Graden-instanties. Als de Premier Grand Lodge enige poging had gedaan om Royal Arch vrijmetselarij in een onofficiële of niet-erkende positie te laten, zou dat zeker alle hoop op verzoening hebben vernietigd. De Act of Union in 1813 “Verklaarde en uitgesproken dat pure oude vrijmetselarij bestaat uit drie graden en niet meer, namelijk: die van de Leerling, de Gezel en de Meester-Vrijmetselaar, inclusief de Supreme Order of the Holy Royal Arch”. Vanaf die datum was Royal Arch vrijmetselarij in Engeland officieel geen Vierde Graad meer, het werd een aanvulling op of voltooiing van de Derde.
In het jaar na de unie kwamen vertegenwoordigers van de Grootloges van Engeland, Ierland en Schotland samen om de positie van de Royal Arch te bespreken. Er werd gehoopt dat er een International Compact zou kunnen worden gevormd, maar helaas ging elk van de Grand Lodges zijn eigen weg.
In Engeland bleven de twee Grand Chapters naast elkaar bestaan tot 1817, toen een gezamenlijke vergadering werd gehouden onder het voorzitterschap van de Hertog van Sussex, en de twee Grand Chapters één werden, met het gelukkige resultaat dat de United Grand Lodge in staat was op 3 september van dat jaar de volgende resolutie aan te nemen: “Dat de Grootloge te allen tijde bereid zal zijn de werkzaamheden van het Groot Kapittel te erkennen en, zolang hun regelingen niet in strijd zijn met het Reglement van de Grootloge en in overeenstemming met de Act of Union zullen zij klaar staan om deze te erkennen, te vergemakkelijken en te handhaven”.
De United Grand Lodge of England heeft altijd volgehouden dat Royal Arch Vrijmetselarij geen aparte graad in Blauwe Graden Vrijmetselarij is. De Royal Arch is de natuurlijke ontwikkeling die een Broeder de echte geheimen verschaft en de vervangende geheimen vervangt die hem bij zijn Opvoeding zijn toevertrouwd. Als zodanig vormt het echt een integraal onderdeel van de Engelse vrijmetselarij. Deze situatie is echter veranderd. In december 2003 besloot de Verenigde Grootloge de volgende verklaring toe te voegen aan de definitie van zuivere oude vrijmetselarij, die sinds 1853 de preambule was van de regels in het Boek der Constituties: “Tijdens de Quarterly Communication van 10 december 2003 erkende en verklaarde de United Grand Lodge of England de status van de Supreme Order of the Holy Royal Arch als ‘een uitbreiding op, maar noch een superieur noch een ondergeschikt deel van, de Graden die voorafgaan aan het’ “.
Tegelijkertijd was er een Ritueel Comité opgericht om te kijken naar het effect van de toevoeging aan de definitie op het Royal Arch-ritueel en om de colleges van de directeur te overwegen. De commissie beval het schrappen van 27 woorden van de verheffingsceremonie aan, het schrappen van de kwalificatie van de Installed Master voor de leerstoel van de derde rector en adviseerde de teksten van de colleges van de rector te herzien. Deze werden in november 2004 aan het Grand Kapittel gedemonstreerd en aangenomen. Het schrappen van de 27 woorden en de kwalificatie van de Installed Master werden verplicht, maar de nieuwe Lectures waren optioneel, waarbij elk Kapittel het recht had om ofwel bij de oude teksten te blijven, ofwel de nieuwe aan te nemen of gebruik een combinatie van beide.
Thierry Stravers is mede-eigenaar van Vrijmetselaarswinkel.
Zijn passie voor stijl en elegantie combineert hij graag met zijn Maçonnieke activiteiten.
Thierry is eigenaar van Trenica, een marketingbureau en is bestuurslid bij Loge Verlichting No.313 O: Hoofddorp.
In de moderne cultuur zijn veel verwijzingen te vinden naar de Illuminati, een geheimzinnige Orde die achter de schermen de wereld bestuurt en een nieuwe wereldorde wil stichten.
Althans, dat is wat erover wordt gezegd. In bekende boeken en films spelen de Illuminati een rol en vele beroemde popsterren verstoppen de zogenaamde Illuminati-symboliek in hun videoclips en muziek.
Maar wie zijn of waren de Illuminati? Het staat in ieder geval vast dat er een historische oorsprong is van dit illustere gezelschap.
Ontstaan en ondergang van de 1e Illuminati Orde.
In 1717 ontstonden in Engeland de eerste Vrijmetselaarsloges. Deze waren afgeleid van de traditionele gilden van steenmetselaars.
De Vrijmetselaarsloges gebruikten de metselarij als een metafoor voor een symbolisch bouwen aan de eigen ontwikkeling en verlichtingsidealen en maakten gebruik van mystieke symbolen en rituelen.
Vrijmetselaars wilden vooral bouwen aan een betere maatschappij door middel van geestelijke ontwikkeling en keerden zich af van ondermeer de kerkelijke dogma’s.
Johann Adam Weishaupt werd geboren in Ingolstadt, Duitsland op 6 februari 1748. Hij was een Duits filosoof, hoogleraar in de rechten en de oorspronkelijke stichter van de geheime orde der Illuminati.
Weishaupt groeide op in het katholieke zuiden van Duitsland. Na het overlijden van zijn vader in 1753 kwam hij onder de hoede van Baron Johann Adam Ickstatt, die de opleiding van Adam overliet aan de jezuïeten. Zij hadden hem in 1742 aangewezen als curator van de Universiteit van Ingolstadt. Hij stond in voor de reorganisatie van deze instelling en bleef ook na zijn pensionering in 1765 het universitaire beleid controleren. Weishaupt ging er rechten studeren en kreeg er in 1772 een aanstelling als hoogleraar. Toen Paus Clemens XIV op 21 juli 1773 de orde der jezuïeten verbood, besloot hij te “breken” met de jezuïeten.
Op 1 mei 1776 richtte Weishaupt de “Bund der Perfektibilisten” oftewel de Orde der Perfectionisten op met de hulp van de Graaf van Saint-Germain, Meester Rakoczy, die achteraf gezien waarschijnlijk een fictief persoon was en Baron Adolph Knigge, een vooraanstaand Vrijmetselaar die pas in 1780 als lid aantrad en de orde in 1784 verliet na Adam Weishaupt te hebben beschuldigd van jezuïtisme. Weishaupt nam de naam “Broeder Spartacus” aan en hernoemde zijn orde tot Illuminati. De organisatiestructuur met lokaal opererende cellen die niet of zo weinig mogelijk op de hoogte waren van elkaars bestaan was gebaseerd op de structuur van de Orde der Jezuïeten en werd later overgenomen door onder meer occultisten. Het was pas in 1777 dat Adam Weishaupt lid werd van de Vrijmetselaarsloge “Theodor zum guten Rath“, in München, alwaar hij trachtte zijn Illuminati-gedachtegoed in de doctrines van de Vrijmetselarij te introduceren. Tevens gebruikte hij de Vrijmetselarij om leden voor zijn eigen pseudo-vrijmetselaarsloge te werven.
Bij de oprichting van de Orde van Illuminati waren er vijf leden, maar al snel maakten intellectuelen en politici ook deel uit van deze organisatie. In totaal waren er ongeveer 2500 leden, die met name in Duitsland woonden. Leden van de Illuminati moesten geheimhouding zweren en werden in drie klassen verdeeld. Pas wanneer een lid tot de binnenste cirkel was doorgedrongen, werd hij op de hoogte gesteld van de geheime agenda. In 1777 verbood de keurvorst van Beieren, Karel Theodoor, alle geheime genootschappen waaronder ook de Illuminati. In 1784 beraamden de Illuminati een staatsgreep tegen het Huis Habsburg, maar het complot werd verijdeld door politiespionnen welke de orde hadden geïnfiltreerd uit naam van de koning. Dit leidde in maart 1784 tot het verbod van de Illuminati en in juni van ditzelfde jaar tot een verbod van alle geheime organisaties in Bavaria op straffe des doods, waardoor Adam Weishaupt in 1785 genoopt was te vluchten naar een naburige provincie. Hiermee kwam er definitief een eind aan de Orde. De documenten werden in beslag genomen en gepubliceerd en Adam Weishaupt overleed uiteindelijk in 1830 in Gotha, een district in Thüringen. Sommige bronnen nemen aan dat hij al in 1811 is gestorven.
Ingolstadt, de bron.
Maar in de stad waar het allemaal begon, Ingolstadt, blijft deze eigenaardige erfenis onder de bewoners weinig bekend. “Niet zo veel mensen weten ervan. Maar de Illuminati maken deel uit van de geschiedenis van Ingolstadt”, legt lokale journalist Michael Klarner uit buiten de oude Universiteit van Ingolstadt, een bescheiden, kerkachtig gebouw. “De Illuminati was nooit bedoeld om opgemerkt te worden maar Weishaupt was in veel opzichten een revolutionair”, vervolgt Klarner. “Hij hield van het idee om mensen te leren betere mensen te zijn. Hij wilde de samenleving veranderen, hij droomde van een betere wereld, van een betere overheid. Hij begon de Illuminati met het idee dat alles wat de mensheid kent moet worden onderwezen, iets wat hier op de universiteit niet mocht.”
Maar het idee van een geheim genootschap dat in opstand komt tegen de staat heeft sindsdien tot de verbeelding gesproken, ingekapseld in samenzweringstheorieën die zijn bedacht door degenen die geloven dat de Illuminati nooit echt zijn ontbonden. Een bewering die door historici op grote schaal is ontkracht. Toch zeggen complottheoretici dat de organisatie achter de schermen heimelijk heeft gewerkt om het gezag te ondermijnen. De Illuminati is voorgesteld als de partij die verantwoordelijk is voor de Franse Revolutie, de moord op de Amerikaanse president John F. Kennedy en zelfs de terreuraanslagen van 11 september 2001, en is beroemd geworden door boeken en films zoals Dan Brown’s Angels and Demons.
Weishaupt wilde de samenleving veranderen, hij droomde van een betere wereld. “De Illuminati-samenzweringstheorie is wat we een ‘supersamenzwering’ noemen, of eigenlijk een samenzwering die kleinere samenzweringen controleert,” aldus Dr. Michael Wood van de Universiteit van Winchester, een expert in de psychologie van samenzweringstheorieën. “Mensen praten wel over de Illuminati, maar vaak is het op een grappige of zelfbewuste manier, bijna de spot drijvend met het idee van een wereldwijde samenzwering.”. En dit alles begon in een bescheiden Beierse stad die beter bekend staat als de setting van Mary Shelley’s roman Frankenstein dan iets anders. Weinig wijst op de oprichting van het geheime genootschap in Ingolstadt, behalve misschien een kleine, gemakkelijk te missen plaquette buiten het voormalige huis van Weishaupt, een lichtblauw gebouw aan de Theresienstrasse, dat het markeert als een Illuminati-ontmoetingsplaats aan het einde van de 18e eeuw. Maar als je wat dieper graaft, zijn er tekenen te vinden van de onwaarschijnlijke rol van Ingolstadt in de geschiedenis.
Verscholen achter twee sets metalen deuren in het Stadtmuseum Ingolstadt werkt stadsarchivaris Maria Eppelsheimer rij na rij eeuwenoude boeken door op zoek naar het Illuminati-verleden van Ingolstadt, geschreven in de woorden van de oprichter zelf. De dikke geur van verouderd papier vulde de nauwe ruimtes tussen elke boekenkast, waaruit kostbare archaïsche harde kaften en delicate manuscripten uitstaken. “Ik denk dat het een van de meest interessante onderwerpen is waar we hiernaar kijken”, zei Eppelsheimer terwijl ze de stoffige schrijfsels bestudeerd in een sectie die uitsluitend aan de geschiedenis van Ingolstadt was gewijd. Ze haalt er voorzichtig een van de kleinste boeken op de plank uit. Het is “Apologie der Illuminaten”, een werk uit 1786, geschreven door Weishaupt waarin hij de oprichting van de Illuminati verdedigde kort na zijn verbanning uit de stad.
“Het is waanzinnig waar de Illuminati van gemaakt zijn”, aldus de archivaris terwijl ze door de pagina’s van het versleten manuscript bladert. “Waar het van gemaakt is, heeft niets te maken met de echte Illuminati.”. Meer woorden van Weishaupt zijn te vinden in kleine, bescheiden volumes die verborgen zijn in het enorme archief van de stad. Het is alsof meer dan twee eeuwen na zijn oprichting, Weishaupt’s Illuminati zo ongrijpbaar mogelijk is gebleven. Er zijn echter enkele mensen in Ingolstadt, zoals Klarner, die actief proberen deze ongewone historische erfenis aan het licht te brengen. “Je weet dat Frankenstein naar verluidt in de stad is gevestigd vanwege de Illuminati,” geeft Klarner enthousiast aan. Tijdens een korte rondleiding door de historische en religieuze bezienswaardigheden van Ingolstadt vertelt hij “Bij de Franse Revolutie waren er al theorieën dat de revolutie begon in Ingolstadt en dat de Illuminati de intellectuele vaders van de revolutie waren. Dit is de reden waarom veel literaire theoretici geloven dat Mary Shelley van Ingolstadt wist, en waarom Frankenstein toen hier werd geplaatst.”
De 2e Illuminati Orde
Aan het eind van de 19e eeuw werd de Illuminati nieuw leven ingeblazen door sciencefiction-auteur Leopold Engel, die beweerde dat zijn orde verwant was aan die van Weishaupt en dat de oorsprong van de Illuminati lag in de oude culturen van Egypte en India. Hij hield zich onder andere op met de Britse occultist Aleister Crowley, die ook wel is beschuldigd van satanisme. De orde van Engel bleef bestaan tot 2008. In dat jaar stierf Annemarie Aeschbach als laatste leider van deze groep. Daarna bleven deze Illuminati beperkt actief en er zijn nog vele andere verenigingen ontstaan die de naam Illuminati hebben overgenomen.
Complottheorieën
Tot op de dag van vandaag keert het idee van verborgen doeleinden die niet in de gehele organisatie bekend zijn terug in complottheorieën. Complottheorieën rond de Illuminati zijn nooit volledig uitgestorven, en werden zelfs gebruikt door fascistische en andere extreemrechtse groeperingen in de periode tussen de Eerste en Tweede Wereldoorlog.
De eerste complotliteratuur over de Orde van de Illuminati verscheen in het jaar 1797. Een aantal auteurs onder wie de Schotse wiskundige John Robison schreef dat de Illuminati ondergronds opereerden en erg invloedrijk waren. In datzelfde jaar verscheen het boek Memoirs Illustrating the History of Jacobinism van de reactionaire katholiek Augustin Barruel, waarin werd beweerd dat de Illuminati verantwoordelijk waren voor de Franse Revolutie van 1789. Als opvolgers van de Tempeliersorde die in 1314 door de Franse koning Filips de Schone was vernietigd, zouden de Illuminati wraak willen nemen op de monarchie en het christendom en wilden ze een nieuwe wereldheerschappij stichten. In 1806 reageerde J.B. Simonini hierop in een brief waarin hij beweerde dat de illuminati, en ook de vrijmetselaars, waren opgericht door de Joden die de wereldmacht zouden willen veroveren. Historicus Norman Cohn beschouwt deze brief van Simonini als de oorsprong van de mythe van het wereldcomplot van Joden en vrijmetselaars: de antisemitische samenzweringstheorie die de Holocaust mede heeft veroorzaakt. In de roman ‘Biarritz’ van Hermann Goedsche uit 1867 kwam deze theorie weer terug: in een hoofdstuk werd beschreven hoe stamhoofden van twaalf Joodse stammen iedere eeuw bijeenkomen om het geheime plan de wereldheerschappij te veroveren te bespreken. Helaas werd dit hoofdstuk in andere publicaties als feitelijk verslag overgenomen en leidde zo tot ‘De protocollen van de wijzen van Zion’. Deze tekst is zo geschreven dat ze lijkt op een statuut dat is opgesteld door Joodse leiders die een complot smeden en werd uiteindelijk een van de belangrijkste propagandistische teksten van de nazi’s. Ook maken extreemrechtse activisten in de VS en radicale moslims gebruik van deze antisemitische tekst.
In de jaren 60 van de vorige eeuw was er ook al een strijd gaande tegen nep-nieuws.
Een journalist van Playboy Magazine genaamd Robert Anton Wilson schreef samen met de schrijver Kerry Thornley een grappige tekst over de Illuminati. De beide heren besloten dat de wereld te autoritair werd en een manier om dat duidelijk te maken zou zijn om mensen zover te krijgen dat ze zich af vragen wat ze lezen. Het tweetal begon fake brieven te sturen van lezers die spraken over een geheime organisatie genaamd de Illuminati. Als antwoord werden er dan meer brieven gestuurd die in tegenspraak waren met deze beweringen. Ze hoopten dat deze tegengestelde standpunten ervoor zouden zorgen dat mensen het nieuws wat sceptischer zouden bekijken. In plaats daarvan werd iedereen erg enthousiast over de Illuminati en de mythe verspreidde zich over de hele wereld.
Andere, meer populaire complottheorieën ontstonden in 1975, toen de trilogie ‘Illuminatus’ van Robert Joseph Shea en Robert Anton Wilson verscheen. In dit verhaal zou Weishaupt naar Amerika zijn gegaan en de Verenigde Staten hebben opgericht in naam van George Washington. Frappant is dat het grootzegel van de VS, zoals ook afgebeeld staat op het dollarbiljet, een aantal symbolen bevat dat wordt toegeschreven aan de Illuminati. Er is een pyramide te zien met daarop een ‘alziend oog’. De pyramide bestaat uit dertien treden, die dertien Illuminati bloedlijnen zouden symboliseren, en onderin staat in Romeinse cijfers 1776, het jaar waarin de Beierse Orde der Illuminaten werd opgericht. Het oog zou het oog van Lucifer, de duivel, moeten voorstellen. In werkelijkheid verwijst het jaartal naar het ontstaan van de Verenigde Staten. Het alziend oog is een symbool voor het oog van God. En de dertien treden verbeelden de oorspronkelijke dertien staten van Amerika.
Toch leidden deze verdachtmakingen tot een wijdverspreid geloof in de Illuminati als geheime organisatie, waar vooraanstaande staatsleiders lid van waren. De leden zouden ook aanhangers zijn van het satanisme: Illuminati betekent ten slotte ‘de verlichten’ en Lucifer is de brenger van het licht. Ook andere symbolen die in verband worden gebracht met Satanisme werden gekoppeld aan de Illuminati, waaronder het pentagram, een vijfpuntige ster en de bokkegroet, een handsignaal waarbij de pink en de wijsvinger naar boven wijzen en dat mind control zou activeren. Vele bekende politici en popartiesten zijn vastgelegd terwijl ze dit handgebaar maken. Ook het getal 666, volgens de Bijbel het ‘teken van het beest’, is een veelgebruikt symbool van de Illuminati.
Het is een zeer oude, machtige en strengbewaakte organisatie die in het geheim de hele moderne wereld bestuurt, waarschijnlijk terwijl ze mantels dragen en duivelse rituele uitvoeren. Dit wordt gedaan door de media te infiltreren en iedereen te hersenspoelen. Deze organisatie zit achter ieder complot dat je kunt bedenken, zoals de fake maanlandingen in 1969, de moord op John F Kennedy en 9/11. De Illuminati bestaan al sinds het begin der tijden. Hun logo is te zien op de piramides en ze speelden een belangrijke rol in het leven van Christus. Top leden zijn Koningin Elizabeth, de Beatles, Katy Perry, Beyoncé, Jay Z, Madonna, Kim Kardashian, Lady Gaga en Rihanna, die eigenlijk hagedissen zijn van een ras dat bestond voor het tijdperk van de mens.
Illuminati-symboliek in de hedendaagse cultuur
Het gebruik van Illuminati-symboliek in de popcultuur gaat terug tot The Beatles. Ook hier komen complottheorieën om de hoek kijken. Vanaf het verschijnen van het album Sgt. Pepper’s Lonely Hearts Club Band (1967) viel de Illuminati-symboliek te ontdekken in het werk en in foto’s van the Beatles, zoals de bokkengroet en het getal 666. Een van de theorieën is dat leden van The Beatles gehersenspoeld zijn door een Illuminati-organisatie. Deze organisatie wilde namelijk grip krijgen op de wereld en The Beatles waren in de jaren zestig van de vorige eeuw enorm populair. Vanuit deze theorie is ook John Lennons uitspraak “wij zijn populairder dan Jezus” verklaard.
Waarom blijven de Illuminati zo intrigeren? Zo lang de popcultuur ermee koketteert en er dingen gebeuren in de wereld die vatbaar zijn voor irrationele verklaringen zullen de illuminati blijven opduiken. Sinds het jaar 2000 is er weer een toename te signaleren van verwijzingen naar de Illuminati in cultuuruitingen. Dan Browns populaire thriller Het Bernini mysterie beschrijft de Illuminati als een organisatie die een eind wil maken aan het Vaticaan. Ook in de film Lara Croft: Tomb Raidervan 2001 vormen de Illuminati een groep die uit is op wereldheerschappij.
In de huidige muziekindustrie maken pop- en rapsterren als Madonna, Jay Z, Lady Gaga, Rihanna en Beyoncé veel gebruik van ‘verborgen’ Illuminati-symboliek. Vooral Lady Gaga, Jay-Z en Rihanna maken het bont: symbolen zoals hoorns, piramides en het alziende oog zijn doorgaans verwerkt in hun shows of clips. Zangeres Rihanna – die recent een samenwerking is aangegaan met niemand minder dan Beatle Paul McCartney – liet de zin ‘Princess of the Illuminati’ in een clip zien. De verborgen Illuminati-symbolen lijken onderdeel van een briljante marketingstrategie en leveren veel aandacht op voor de artiesten. Op internet wisselen jongeren informatie uit over de nieuwste ontdekkingen en wordt er druk gespeculeerd over de link tussen popsterren en de Illuminati. Zo zouden grote sterren hun ziel verkocht hebben aan de duivel in ruil voor roem. Op het nieuwe album van Madonna, Rebel Heart, staat het nummer Illuminati, een wel heel expliciete verwijzing. Ze maakt in dit nummer duidelijk dat de Waarheid en het Licht belangrijker zijn dan de typische symboliek en waarschuwt haar publiek om er niet iets onsmakelijks van te maken. Deze waarschuwing is niet geheel onterecht: de geschiedenis laat immers zien dat Illuminati complottheorieën gevaarlijk zijn, vooral wanneer grote groepen mensen deze voor waar aannemen. Hoe lang de trend van het spotten van Illuminati-symbolen in clips en muziek nog zal voortduren is de vraag. Hoe explicieter en vaker deze symboliek wordt gebruikt, hoe minder interessant het wordt deze op te speuren.
De laatste Illuminati Orde, de Scammers.
Die nietsnut aan de andere kant van het internet besluit op een goede dag dat de Illuminati het ideale thema zijn waar de man zijn scam-organisatie aan kan ophangen.
Aldus wordt een uitgebreid netwerk van spam- en zwendel-e-mails opgetuigd waarin de onnozele internetgebruiker wordt opgelicht voor veel geld.
Men vraagt een foto en informatie over waar je woont, voor de uiteindelijke “initiatieceremonie”. Je krijgt, als je betaalt uiteraard toegang tot “geheime materialen”, een geweldig geheime Illuminati ID kaart en meteen maar ook de betaling via Western Union. Als het geld eenmaal is verzonden, is de kans klein dat het ooit nog terugkomt.
Trap er niet in.
Bronmateriaal:
“Flirten met de Illuminati in de popcultuur” – Trouw
“Illuminati-symboliek in popcultuur is voer voor rare complotdenkers” – Elsevier
“Hippe sekte” – De Volkskrant
“Nesta Webster en de Illuminati” – Skepsis.nl
“Illuminati” – HoaxWiki
“Scientias, De Illustere Illuminati”
“What is the Illuminati” – Martha Gill
Thierry Stravers is mede-eigenaar van Vrijmetselaarswinkel.
Zijn passie voor stijl en elegantie combineert hij graag met zijn Maçonnieke activiteiten.
Thierry is eigenaar van Trenica, een marketingbureau en is bestuurslid bij Loge Verlichting No.313 O: Hoofddorp.
Als je portretten en foto’s van opmerkelijke mannen uit de 18e en 19e eeuw bekijkt, zou je kunnen opmerken dat velen van hen dezelfde vrij onnatuurlijk ogende pose hebben.
Ze zitten of staan terwijl ze één hand in de voorkant van hun jas houden. Ze zien eruit alsof ze statig proberen te verschijnen voor de foto, terwijl ze ook proberen te voorkomen dat de schilder hun portemonnee rolt.
Met afbeeldingen van iedereen, van Napoleon tot Joseph Stalin, die het gebaar gebruikten, hebben historici en nieuwsgierige kunstliefhebbers zich verbaasd over de betekenis ervan.
Een Maçonnieke traditie?
Het is zeker een Maçonnieke traditie om te spreken met de hand op het hart, maar dat lijkt toch niet helemaal overeen te komen met de hand-in-het-vest-pose.
De hommage van de Vrijmetselarij aan het hart door het teken van de hand wordt door sommige maçonnieke historici uitgelegd in het feit dat dat de rituelen van de Vrijmetselarij teruggrijpen op oude Egyptische religies.
Het Egyptische Dodenboek richtte gebeden tot “Mijn hart van mijn moeder… Mijn hart van transformaties”, wat de bron van wedergeboorten betekent.
De moedergodin van Egypte werd aanbeden met verschillende namen; Isis, Hathor, Rhea, etc. Zij was degene aan wie de mensen ‘hun hart gaven’, wat hun oprechte toewijding en trouw betekende. Als de godin van de offers werd het door haar bewonderaars noodzakelijk geacht dat mannen hun “energie” namens haar zouden opofferen. Van de Godin werd gezegd dat hij bezit nam van de harten van de mensen. De traditie van de hand in de kleding daarentegen dateert eigenlijk al lang voor de 18e eeuw. In de moderne Vrijmetselarij legt men de hand op het hart als men mag spreken om respect voor de aangesprokene te tonen. Daarnaast wordt het in rituelen gebruikt als gebaar van trouw aan de Loge, de Meester en de Broederkring.
Slechte manieren in het oude Griekenland.
De pose gaat terug tot de klassieke oudheid. In sommige maatschappelijke kringen in het oude Griekenland vond men het respectloos om met je handen buiten je kleding te praten. Beeldhouwwerken uit de zesde eeuw voor Christus toonden daarom beroemde redenaars zoals Solon met hun handen in hun mantels. Aeschines, oprichter van een retoriekschool, suggereerde dat praten met een arm buiten je chiton slechte manieren was, zoals Aeschines zei in zijn beroemde toespraak tegen Timarchus (346 v. Chr.):
‘En zo fatsoenlijk waren die openbare mannen uit de oudheid, Pericles [495-429 v.Chr.], Themistocles [524-459 v.Chr.], en Aristeides [530-468 v.Chr.] ), dat praten met de arm buiten de mantel, zoals we tegenwoordig allemaal als een vanzelfsprekendheid doen, toen als ongemanierd werd beschouwd, en ze hebben zich er zorgvuldig van afgehouden. En ik kan wijzen op een bewijsstuk dat mij erg zwaar en tastbaar lijkt. Ik weet zeker dat jullie allemaal naar Salamis zijn gevaren en daar het standbeeld van Solon [638-558 v. Chr.] hebben gezien. U kunt dus zelf getuigen dat in het beeld dat op het Salaminiaanse marktplein staat Solon met zijn arm in zijn mantel staat.
Dit is een herinnering, medeburgers, en een imitatie van de houding van Solon, waarmee hij zijn gebruikelijke houding toont zoals hij de mensen van Athene toesprak’.
De oude Grieken wisten niet dat hun nalatenschap maar liefst 24 eeuwen later zou voortduren. In de 18e eeuw gingen kunstenaars voor inspiratie op zoek naar de oudheid.
Daar werd een voorbeeld genomen aan de standbeelden van beroemde Griekse en Romeinse redenaars, poserend met hun hand in hun mantels.
Portrettisten begonnen onderwerpen in een vergelijkbare pose weer te geven, in de overtuiging dat het een nobel, kalm gedrag en een goede opvoeding uitstraalde.
De populariteit in de 18e eeuw.
De pose werd gebruikt in 18e-eeuwse Britse portretten als een teken dat geschilderde figuur uit de hogere klasse kwam.
Portrettisten zoals Jonathan Richardson (1667-1745) begonnen deze schildertheorie toe te passen in hun realistische werken. Richardson en zijn tijdgenoten identificeerden in zijn Essay on the Theory of Painting (1725) dat het algemene voorkomen (“lucht”) en lichaamstaal (“houding”) van de afgebeelde persoon de sleutels waren tot een uitstekend portret, en begonnen Richardson en zijn tijdgenoten te kijken naar klassieke redenaars en de houdingen gebruikt in oude beeldhouwwerken voor hun inspiratie. Om duidelijk te maken dat het model zowel “goed gehumeurd als een passend verheven karakter” was, werd de pose van “hand-in-vest” al snel aangenomen. Ironisch genoeg werd het zo populair onder de Engelse heersende klasse omdat men dacht dat men daarmee overkwam “op een manier die als aangenaam en zonder affectie wordt beschouwd”.
De pose werd tevens een visualisatie van het Engelse nationale karakter in de periode na de restauratie; in de context van toenemende Engels-Franse rivaliteit promootte de pose “een natuurlijk, bescheiden en terughoudend beeld dat werd gesanctioneerd door een klassiek precedent” in tegenstelling tot “de uitbundige gebaren van de Franse retorische stijl met zijn katholieke en absolutistische associaties
De bekendste van allemaal..Napoleon.
Een van de meest herkenbare historische figuren die in deze pose werd afgebeeld, was Napoleon Bonaparte zelf.
Natuurlijk zijn de beroemdste portretten waar “hand-in-vest” wordt gebruikt, natuurlijk van Napoleon Bonaporte (1769-1821), waaronder Portret van Napoleon Bonaparte, eerste raadsman (1804) door Jean-Auguste-Dominique Ingres (1780-1867 ), The Emperor Napoleon in His Study at the Tuileries (1812) door Jacques-Louis David (1748-1825), en de postume Bonaparte Crossing the Alps (1848-50) door Hippolyte Delaroche.
Verschillende portretten van de Franse keizer tonen hem met één hand in zijn jas, waardoor theoretici zich afvragen wat de reden was. Uiteindelijk kan niet definitief worden gezegd dat Napoleon het slachtoffer was van jeukende kleding, of last had van het vroege begin van een maagkanker dat hem pas veel later zou opeisen. In het geval van de verborgen hand was hij eerder een slachtoffer van de omstandigheden, en misschien een slachtoffer van de mode.
Een andere schilder, Thomas Hudson, schilderde zoveel mannen in deze pose dat zijn tijdgenoten zich afvroegen of hij gewoon niet goed was in het schilderen van handen. Feit is dat Napoleon en zijn portrettist een rage volgden.
De “hand-in-vest”-houding verscheen vaak in reliëfs die oude Romeinen afschilderen als de go-to voor publieke redenaars.
Het zou hen een uitstraling van verfijning en vrijmoedigheid hebben gegeven, twee eigenschappen die zeker aantrekkelijk waren voor keizers als Napoleon. De pose werd opnieuw populair in de 18e eeuw en werd zelfs zo’n belangrijk onderdeel dat kunstenaars die erop vertrouwden, ervan beschuldigd werden niet te weten hoe ze handen moesten schilderen! Gezien zijn bekendheid is het waarschijnlijk veel logischer dat Napoleon ervoor zou kiezen om hand in jas te worden geschilderd. Maar nogmaals, het was niet echt zijn beslissing! Het portret dat de verborgen hand van Napoleon bevestigde, Napoleon in zijn studeerkamer door Jaques-Louis David, was er een waar hij niet eens voor ging zitten, maar eerder in opdracht van een edelman was gemaakt.
Rond de 18e eeuw was het een handelsmerk geworden voor mannen van kwaliteit, edelen en royals. Een portret laten schilderen was het voorrecht van een voorname heer, en de hand-in-vest houding was een ander symbool van zijn statuur. Andere veel voorkomende symbolen voor “opscheppen” zijn een raam van waaruit men het mooie herenhuis van het onderwerp kan zien, en rekwisieten zoals een oosters tapijt op de tafel om rijkdom aan te duiden en boeken om een wetenschappelijke geest aan te duiden. Met de komst van de fotografie in het begin van de 19e eeuw zette de trend zich voort. Grote historische figuren, zoals de Amerikaanse president Franklin Pierce, Joseph Stalin, Karl Marx, Simon Bolivar, de markies de Lafayette, Hosni Mubarak en vele anderen, zijn allemaal vereeuwigd met de hand in hun jas.
Thierry Stravers is mede-eigenaar van Vrijmetselaarswinkel.
Zijn passie voor stijl en elegantie combineert hij graag met zijn Maçonnieke activiteiten.
Thierry is eigenaar van Trenica, een marketingbureau en is bestuurslid bij Loge Verlichting No.313 O: Hoofddorp.
Alphonse Maria Mucha werd geboren in de stad Ivančice op 24 juli 1860, Moravië, het huidige Tsjechië.
Opgewonden door licht en kleur, was Mucha’s vroegste herinnering aan kerstboomverlichting.
Door zijn zangkwaliteiten kon hij zijn opleiding voortzetten via de middelbare school in de Moravische hoofdstad Brünn (tegenwoordig Brno), hoewel tekenen al sinds zijn jeugd zijn eerste liefde was.
Een barok fresco in zijn plaatselijke kerk wekte zijn interesse in kunst en hij begon te werken als decoratieve schilder in Moravië.
Meestal schilderde hij theatrale decors, en hij verhuisde in 1879 naar Wenen, waar hij in de leer ging als toneelschilder. Omringd door de explosie van kunst in de Oostenrijkse hoofdstad leerde hij en bewonderde hij het werk van onder meer Hans Makart. Hij werkte voor een toonaangevend Weens theaterontwerpbedrijf, terwijl hij informeel zijn artistieke opleiding voortzette. Toen een brand in 1881 het bedrijf van zijn werkgever verwoestte, keerde hij terug naar Moravië, waar hij freelance decoratief en portretschilderen deed. Mucha groeide op in de schaduw van twee machtige culturele krachten: de katholieke kerk en het verlangen van de Slaven naar onafhankelijkheid van het Oostenrijkse rijk.
Om de kost te verdienen voerde hij portretopdrachten uit. Dit leidde hem naar een belangrijke mentor, graaf Khuen-Belasi, die hem inhuurde om muurschilderingen te maken in kasteel Hrusovany-Emmahof.
Mucha’s eigen armoede en populariteit werd scherper in beeld gebracht terwijl hij in het kasteel werkte. Zijn armoede was zo groot dat zijn enige echte broek zo sjofel werd dat een groep gemeenschapsmeisjes een nieuwe broek voor hem kocht.
Graaf Khuen-Belasi betaalde voor Mucha’s opleiding in beeldende kunst in München, waar hij bleef werken als illustrator, met name voor het tijdschrift Krokodil, waar hij zijn kenmerkende kalligrafische stijl ontwikkelde.
In 1887 was hij in Parijs en studeerde aan de Académie Julian en Académie Colarossi. Hier traden kunstenaars als Vuillard en Bonnard op de voorgrond.
Samen met deze kunstenaars kwamen nieuwe ideeën over wat kunst zou kunnen doen. Kunst werd gezien als een streven dat grotere mysteries kon onthullen, en als iets om op te nemen in het dagelijks leven en in objecten. Deze ideeën begonnen zich te ontwikkelen tot wat de Art Nouveau-opvatting van kunst in het dagelijks leven zou worden.
Rond Kerstmis 1894 kwam Mucha toevallig een drukkerij binnen waar plotseling en onverwacht vraag was naar een nieuwe poster om reclame te maken voor een toneelstuk met Sarah Bernhardt, de beroemdste actrice van Parijs, in het Théatre de la Renaissance aan de Boulevard Saint-Martin. Mucha bood aan om binnen twee weken een gelithografeerd affiche te maken en op 1 januari 1895 verscheen de advertentie voor het toneelstuk Gismonda van Victorien Sardou in de straten van de stad.
Het was een sensatie van de ene op de andere dag en kondigde de nieuwe artistieke stijl en de maker aan aan de burgers van Parijs. Bernhardt was zo tevreden met het succes van die eerste poster dat ze een contract voor 6 jaar met Mucha aanging.
Mucha produceerde een stortvloed aan schilderijen, posters, advertenties en boekillustraties, evenals ontwerpen voor sieraden, tapijten, behang en theaterdecors in wat aanvankelijk de Mucha-stijl werd genoemd, maar werd bekend als Art Nouveau, Frans voor ‘nieuwe kunst’. Mucha’s werken bevatten vaak mooie gezonde jonge vrouwen in vloeiende, vaag neoklassiek ogende gewaden, vaak omringd door weelderige bloemen die soms halo’s vormden achter de hoofden van de vrouwen. In tegenstelling tot hedendaagse affichemakers gebruikte hij lichtere pastelkleuren.
De Wereldtentoonstelling van 1900 in Parijs verspreidde de “Mucha-stijl” internationaal, waarvan Mucha zei: “Ik denk dat [de Exposition Universelle] enige bijdrage heeft geleverd aan het brengen van esthetische waarden in kunst en kunstnijverheid.” Hij versierde het Bosnië en Herzegovina Paviljoen en werkte mee aan het Oostenrijkse Paviljoen. Zijn Art Nouveau-stijl werd vaak nagevolgd.
Dit was echter een stijl waar Mucha zijn hele leven van probeerde te distantiëren; hij drong er altijd op aan dat, in plaats van vast te houden aan een modieuze stilistische vorm, zijn schilderijen puur van binnenuit en Tsjechische kunst kwamen. Hij verklaarde dat kunst alleen bestond om een spirituele boodschap over te brengen, en niets meer; vandaar zijn frustratie over de bekendheid die hij verwierf door commerciële kunst, toen hij zich altijd wilde concentreren op meer verheven projecten die de kunst en zijn geboorteplaats zouden verheffen.
In 1910 keerde Mucha ondanks zijn enorme succes in Parijs terug naar Tsjechië. Hij wijdde de rest van zijn leven aan een serie monumentale werken over de historie van het Slavische volk, de Tsjechen in het bijzonder. Hij hoopte hiermee na jaren onderdrukking van het Oostenrijks-Hongaarse keizerrijk weer een nationalistisch besef aan te wakkeren. De Amerikaan Charles Crane sponsorde het werk. Mucha zelf vond deze serie zijn belangrijkste werk.
Het gaf uiting aan zijn patriottistische gevoelens en zijn steun aan het panslavisme. Voor deze twintig werken maakte hij meerdere studiereizen door Oost-Europa.
Mucha werkte achttien jaar aan de schilderijen die de belangrijkste gebeurtenissen uit de Slavische geschiedenis weergeven. De werken zijn verdeeld langs vier lijnen: allegorie, religie, veldslagen en cultuur. De hoofdthema’s zijn de viering van het Slavische volk, de bevrijding van buitenlandse machten en de Slavische eenheid. In 1919 werden de eerste elf werken tentoongesteld in het Clementinum in Praag. Ze werden maar matig ontvangen. In 1928 doneerde Mucha het hele epos aan de stad Praag. In 1935 werden de doeken opgerold en tijdens de Tweede Wereldoorlog en het daaropvolgende communistisch regime werden ze vergeten.
Tegen de tijd van zijn dood werd Mucha’s stijl als achterhaald beschouwd. Zijn zoon, auteur Jiri Mucha, wijdde echter een groot deel van zijn leven aan het schrijven over hem en het onder de aandacht brengen van zijn kunst. De belangstelling voor Mucha’s kenmerkende stijl kende een sterke opleving in de jaren zestig (met een algemene interesse in Art Nouveau) en komt vooral tot uiting in de psychedelische posters van Hapshash and the Colored Coat, de verzamelnaam voor twee Britse kunstenaars, Michael English en Nigel Waymouth, die posters ontwierp voor groepen als Pink Floyd en The Incredible String Band. In zijn eigen land waren de nieuwe autoriteiten niet geïnteresseerd in Mucha.
Pas in 1963 werden de doeken weer tentoongesteld in het kasteel in Moravsky Krumlov in Mucha’s geboorteland Moravië. Eind juli 2010 werd de expositie gesloten. De werken werden overgebracht naar Praag, hoewel de familie van Mucha zich hiertegen verzet.
Zijn Slavische Epos werd vijfentwintig jaar opgerold en opgeslagen voordat het werd getoond in Moravsky Krumlov en pas onlangs is er een Mucha-museum in Praag verschenen, gerund door zijn kleinzoon, John Mucha.
Mucha de Vrijmetselaar.
Alphonse Mucha wordt beschouwd als de vader van de Tsjechoslowaakse vrijmetselarij.
Mucha sloot zich in 1898 aan bij een loge in Parijs en na zijn terugkeer in Praag hielp hij bij het oprichten van de eerste Tsjechisch sprekende Loge, Jan Amos Komenský.
In 1923 werd Mucha Grootmeester van de nieuwe Grootloge van Tsjecho-Slowakije en in 1930 werd hij verkozen tot Soeverein Grootcommandeur van de Hoge Raad in de AASR of Ancient & Accepted Scottish Rite van Tsjechoslowakije.
Hij ontwierp beroemde schootsvellen en juwelen voor de Tsjechische Grootloge, met zijn unieke stijl. Nadat de vrijmetselarij tijdens de Tweede Wereldoorlog door de nazi’s was verboden, kwam het weer op en wordt de broederschap daar tegenwoordig geleid door de Grootloge van de Tsjechische Republiek.
Mede door zijn langdurige interesse in spiritualisme, komt maçonnieke symboliek naar voren in wat volgens velen een van zijn belangrijkste werken was, Le Pater, gepubliceerd in hetzelfde jaar dat hij lid werd van de loge in Parijs.
Als kunstenaar heeft Mucha een grote bijdrage geleverd aan de artistieke weergave van verschillende artefacten van de Tsjechoslowaakse vrijmetselarij. Hij was de auteur van grafische bladen en ontwierp maçonniek briefpapier en stempels.
Mucha’s ontwerpen van vrijmetselaarsjuwelen zijn ook wereldwijd erg populair.
Zijn nauwe band met de Vrijmetselarij maakte hem een doelwit voor de Gestapo toen de nazi’s Tsjecho-Slowakije binnenvielen in 1939. Ze richtten enorme schade aan in Bohemen en Moravië, met het uitdrukkelijke bevel om de Slaven en Joden daar volledig uit te roeien. Hitler had verklaard dat beide volken “submenselijk” waren. Omdat Vrijmetselaars als bedienden van het jodendom werden beschouwd waren Vrijmetselaars direct ook doelwit. Mucha’s belang binnen de Tsjechische Grootloge maakte hem tot een waardevolle prijs. Verraden door een medewerker genaamd Arved Smichkovsky, werd hij op 79-jarige leeftijd gearresteerd en onderworpen aan harde ondervragingen door de Gestapo.
Al snel werd hij gediagnosticeerd met longontsteking en werd hij in zwakke toestand vrijgelaten.
Mucha stierf op 14 juli 1939. In openlijke strijd met het nazi-verbod op openbare bijeenkomsten, woonden meer dan 100.000 Tsjechen zijn begrafenis bij en hij werd geprezen in toespraken van zijn mede-antifascisten.
—
Thierry Stravers is mede-eigenaar van Vrijmetselaarswinkel.
Zijn passie voor stijl en elegantie combineert hij graag met zijn Maçonnieke activiteiten.
Thierry is eigenaar van Trenica, een marketingbureau en is bestuurslid bij Loge Verlichting No.313 O: Hoofddorp.
The Freemason’s Chronicle, 2 januari 1875, nummer 1
Dit openingsartikel van The Freemason’s Chronicle werd 145 jaar geleden geschreven, maar de tijdloosheid ervan spreekt nog steeds aan.
—
Leden van de Vrijmetselarij zijn het eens over de sociale, morele en religieuze voordelen van de vrijmetselarij.
De Meester-Vrijmetselaar, ongeacht zijn geloofsovertuiging of land, weet dat zijn band met de Instelling een aanvulling is op zijn andere kansen om een goed burger te worden, een levensregel die alle zegeningen omvat die verspreid liggen over de verschillende overtuigingen waarin de naties van de wereld zijn verdeeld.
Hij krijgt de verzekering dat eer, deugd en welwillendheid de eigenschappen zijn die alleen de ene klasse van de andere zouden moeten onderscheiden: en dat binnen de heilige band van broederschap alle goede vrijmetselaars gelijk zijn in de ogen van de Opperbouwmeester des Heelals. Helaas is de buitenwereld of de populaire wereld, die de Inwijding van de Koninklijke Kunst niet is binnengegaan, geneigd om op haar leden de gewone tests toe te passen die in het sociale leven gangbaar zijn. Daarom is het van vitaal belang voor de instelling zelf dat al haar leden personen met een onberispelijk leven zijn, en het is even belangrijk dat ze die cultuur bezitten die de zachtaardige van de niet-gentleman onderscheidt.
Het lijkt ons heel goed mogelijk dat een broeder een goede, gewone vrijmetselaar is, in staat om alle plichten te vervullen die zijn opgelegd in de principes van broederlijke liefde, hulp en waarheid, en toch tekortschiet in die geoefende geleerdheid die, hoewel het de hoffelijkheid vergroot van het leven, gaat maar al te vaak gepaard met een koud, cynisch begrip. Tegelijkertijd vinden we het absoluut noodzakelijk dat elke vrijmetselaar zijn uiterste best doet om zijn intellect te polijsten en te verfijnen. We gaan inderdaad verder, en geven eerlijk en onbevreesd onze mening dat niemand mag worden gekozen om een ambt te bekleden wiens cultus hem niet in staat zal stellen eer te bewijzen aan de grote en belangrijke taken van zijn positie.
Wat achter de gesloten deuren van een vrijmetselaarsloge gebeurt, is heilig voor de hele wereld.
Het zegel van geheimhouding is op het hart van de vrijmetselaar en op zijn lippen gezet. Hij is geen geloofsbelijdenis van proselitisme.
Zijn taak ligt duidelijk en recht voor hem.
Om zijn leven te leiden, om zijn daden te leiden, zodat alle buitenste kringen van de mensen mogen weten dat hij een van een glorieuze groep broeders is, beloofd om een zuiver, rein leven te leiden, de zieken en behoeftigen te helpen, te spreken en te handelen de waarheid, waarvan zijn insignes slechts de symbolen zijn. Ernstig onder de indruk van het heilige en geheime karakter van het Ambacht, begrijpen we niettemin dat het algemeen bekend is dat de Vrijmetselarij een ritueel omarmt dat, vanwege de pracht van de declamatorische compositie, perfect is op zijn manier.
Onze stelling is dat een dergelijk ritueel te allen tijde moet worden toevertrouwd aan predikanten in wiens mond het niets van zijn sonore en indrukwekkende kwaliteiten mag verliezen. De oproepen tot deugd en liefdevolle vriendelijkheid, de beschuldigingen van daden van zelfverloochening en vriendschap, van de pure en mooie liefde, waar schaamte en passie geen plaats hebben, moeten worden geuit op tonen waar muzikale intonatie een rechtvaardige rivaliteit met exactheid van accent inhoudt en perfecte grammatica.
Als het anders was, wat zou dan het resultaat zijn? Het lijkt ons mogelijk dat mannen met een onvolmaakte opvoeding, maar met een kieskeurige, dwingende natuur, bij hun binnenkomst in een Loge, geen kans laten lopen om zichzelf vooruit te stoten, in seizoen en buiten het seizoen, totdat, met de energie die niet zelden begeleidt vulgaire geesten, ze hadden een ambt verkregen in de tanden van fittere, maar meer bescheiden broeders.
Het zou mogelijk zijn voor zulke personen, ondersteund door de macht van de beurs – die de Vrijmetselarij niet erkent, maar die niet buiten de berekening van waarschijnlijkheden hoeft te worden weggelaten – we zeggen dat het mogelijk zou zijn voor zulke personen om zo te beheren de plichten, die zwak aan hun onderhoud waren toevertrouwd, om mensen met een grotere cultuur en verfijning uit het veld van de plaatselijke maçonnieke activiteit te verdrijven. Als een dergelijke stand van zaken mogelijk zou zijn, zou dat jammer zijn.
Hoeveel groter zou het dan jammer zijn als er in de samenleving van zulke personen een neofiet met superieure mentale voordelen zou worden geïntroduceerd, die, geschokt door de ongerijmdheid van de positie, zich terugtrok tijdens de eerste stadia van zijn verlichting, en vóór alles de pracht van het systeem drong tot zijn verbaasde blik door.
Dit zijn toch zeker mogelijke schades waartegen men zich moet beschermen.
Dit zijn echter tegenslagen die, omdat ze beperkt blijven tot de Koninklijke Kunst zelf, mogelijk onbestraft blijven, zo niet onbekritiseerd; maar er zijn er meer dan deze. Laten we een fictief voorbeeld nemen.
We zullen veronderstellen dat een of ander koninklijk personage een bezoek brengt aan een grote provinciestad.
De burgemeester en het bedrijf hebben hun vindingrijkheid uitgeput door een verscheidenheid aan amusement te bieden.
Er was het onvermijdelijke concert in het stadhuis; het bezoek aan lokale fabrieken; de wijk Flower-show, en inderdaad, de algemene ronde van milde dissipatie eigen aan de gelegenheid. Eindelijk stelt het zichzelf voor aan de Provinciale Grootloge dat een monsterlijk Vrijmetselaarsbal de gewenste levendigheid zou geven, en als toestemming wordt verleend voor het gebruik van kleding, wordt het grote werk in gang gezet.
We gaan ervan uit dat alle voorrondes soepel zijn verlopen. De magnaten van het graafschap hebben uitnodigingen ontvangen en aangenomen, en de veelbewogen avond is eindelijk aangebroken.De broeders zijn verzameld, oplopend van de eenvoudige witte jongen en lichtblauwe zijde tot paars en scharlaken en goud; de halsbanden en juwelen die we allemaal willen hebben.
Gevoelige meisjes en slim opgeleide matrons zijn aanwezig, met scherpe ogen voor alle pracht en praal en al het andere dat zichtbaar is.
Er zijn veel uitingen van blijde verbazing dat Heer Die-en-die, of meneer Nominaat, een Vrijmetselaar zou moeten zijn, en in de loop van de tijd, wanneer de zaken enigszins zijn geregeld, wordt de vraag brutaal over wie de voorzitter of president is , of Meester, zoals hij wordt genoemd, van de plaatselijke Loge?
Stel dat het in zo’n geval mogelijk zou zijn dat diezelfde voorzitter, of president, of meester niemand anders is dan een bepaalde persoon met een berucht gebrek aan cultuur; een, wiens gebrek aan goede opvoeding, en onwetendheid van de beleefdheden van de samenleving, zijn de gewone grap van de stad. Als zoiets mogelijk zou zijn – we zeggen niet dat het zo is – zou het een verwijt zijn aan de Orde van de Vrijmetselarij.
Men kan ons de vraag stellen, zouden we louter cultivatie en wat men manieren noemt, boven oprechte integriteit en een goed hart stellen? Ons antwoord zou zijn dat we dat in de zaken van het gewone leven niet zouden moeten doen, maar we denken dat alle representatieve mannen deze sierattributen zouden moeten bezitten; en net zoals een onwetende en vulgaire man niet op zijn plaats is op de preekstoel, in de senaat of in de gemeenteraad, zo is hij niet op zijn plaats als officier van een Vrijmetselaarsloge. Alle mannen kunnen niet, en het is ook niet wenselijk dat ze Lord Chesterfields zijn, maar alle mannen die instellingen willen vertegenwoordigen, moeten over evenveel beleefde kennis beschikken als de positie die ze innemen zullen eren.
Bepaalde Engelsen van de middenklasse zijn te geneigd om te verachten wat ze enigszins minachtend noemen, maar we hebben het gezag van de laureaat dat ‘manieren niet ijdel zijn, maar het bewijs van loyale aard en van nobele geest’. We willen vooral onze Broeders erop wijzen dat The Freemason’s Chronicle nooit zal ontaarden in het orgaan van zeurderige kritiek. Er zal geen poging worden ondernomen, in het belang van slimheid of fijn schrift, om de glinsterende rapier van sarcasme te hanteren tegen minder begaafde leden van het lichaam waartoe we trots zijn te behoren.
Tegelijkertijd hebben we een blijvend geloof in de goede effecten van een eerlijke, uitgesproken mening.
Het zal worden opgemerkt dat we ons zorgvuldig hebben onthouden van het maken van de eenvoudigste directe lading.
Ons argument is dat door een vrijmetselaar te worden een man niet één enkele verantwoordelijkheid opheft die hij tot nu toe aan de samenleving verschuldigd was, maar dat hij nieuwe verantwoordelijkheden op zich neemt tegenover een oude, eerbiedwaardige en respectabele onderneming.
Dat het in zijn nieuwe functie, als hij zowel de eer als de voordelen nastreeft, absoluut noodzakelijk is dat hij zichzelf waardig maakt.
Sterker nog, als er ooit een periode zou komen waarin het beeld dat we hebben getekend, echt zou kunnen lijken; wanneer we toevallig onwetendheid en vulgariteit naar de zetel van de leraar zouden zien verheffen, zou het tijd zijn voor degenen die van het Ambacht houden om een waarschuwende stem te verheffen.
Van sommige oude filosofen wordt gezegd dat ze vanachter een sluier onderricht hebben gegeven. De studenten hoorden het advies van de meester, maar zagen zijn gezicht niet. In die toestand waarin veel wijze waarheden, vriendelijk gesproken, werden geleerd, deden ze ongetwijfeld een beroep op de intelligentie van degenen die het hoorden en begrepen. Bid dat we niet minder fortuinlijk mogen zijn.
—
Thierry Stravers is mede-eigenaar van Vrijmetselaarswinkel.
Zijn passie voor stijl en elegantie combineert hij graag met zijn Maçonnieke activiteiten.
Thierry is eigenaar van Trenica, een marketingbureau en is bestuurslid bij Loge Verlichting No.313 O: Hoofddorp.
Hermes Trismegistus is een mytische figuur, wiens naam “Hermes, de driemaal (of driewerf) grootste” betekent. Het is tevens de Griekse naam van de Egyptische god van de wijsheid en het schrift, Thoth.
Hij werd gezien als een oeroude profeet die geheime kennis openbaarde aan de mens, en is de centrale figuur in het hermetisme. Aan hem werden in de oudheid allerlei hermetica toegeschreven; praktische teksten over alchemie, magie en astrologie, maar ook mystieke teksten die moesten leiden tot het verkrijgen van gnosis, zoals het Corpus Hermeticum en de Asclepius.
De Smaragden Tafel is een korte, cryptische tekst die een bron van inspiratie vormde voor de alchemisten. Volgens een populaire legende werd hij geschreven door deze mythische Hermes Trismegistus, maar er zijn nog andere verhalen over de oorsprong in omloop. Of de Smaragden Tafel een product is uit de oudheid, of is geschreven in de vroege middeleeuwen, is nog steeds niet uitgemaakt. De bekendste uitspraak die op deze tekst teruggaat, is “Zo boven, zo beneden of As Above, So Below”, die een echo vindt in de opvattingen van zowel de alchemie, de magie als de westerse astrologie. Deze drie ‘oude wetenschappen’ gaan immers uit van de eenheid en verbondenheid der dingen boven (de macrokosmos ) en beneden (de microkosmos – onze aarde en het leven op aarde). De iconografie van bijvoorbeeld de Rider-Waite tarotkaart De Magiër lijkt ook geïnspireerd te zijn op de Smaragden Tafel.
Ook in de middeleeuwen verschenen in Arabische en Europese landen occulte teksten onder de naam Hermes Trismegistus, zoals de Picatrix, Turba philosophorum en de Smaragden tafel.
Daarmee werd hij een belangrijk figuur in de wederopleving van esoterie in de vroegmoderne tijd. Men nam toen aan dat hij een tijdgenoot was van Mozes en een belangrijke bron van kennis vormde voor profeten en filosofen zoals Zoroaster, Orpheus en Plato. Trismegistus is het meest bekend van zijn axioma uit de Smaragden Tafel: “Zo(als) boven, zo (ook) beneden”, verwijzend naar de gelijkstelling van hemel en aarde, van de microkosmos en de makrokosmos. Dit hermetisch axioma is een principe dat ook wordt aangehangen in de theosofie en in de new-age beweging.
Legenden van de Smaragdgroene Tafel.
Er wordt gezegd dat de Smaragden Tafel een tablet is van smaragd of groene steen waarop de geheimen van het universum zijn gegraveerd.
De bron van de originele Smaragden Tafel is onduidelijk; daarom is het omgeven door legendes. Het meest voorkomende verhaal beweert dat de tafel werd gevonden in een uitgeholde tombe onder het standbeeld van Hermes in Tyana, geklemd in de handen van het lijk van Hermes Trismegistus zelf. En de maker van de Smaragden Tafel is in de mythe geleverd als de Egyptische god Thoth,
die Armando Mei schrijft, “zijn kennis verdeelde in 42 platen van smaragd, waarmee hij de grote wetenschappelijke principes die over het heelal heersen, codificeerde.
De legende vertelt dat na de val van de goden de hermetische tafels slim werden verborgen zodat geen mens ze zou kunnen vinden.
Alleen Thoth kon bij zijn terugkeer naar die dimensie het mysterieuze boek terugvinden.”
Een andere legende suggereert dat het de derde zoon van Adam en Eva, Seth, was die het oorspronkelijk schreef. Anderen geloofden dat de tablet ooit in de Ark des Verbonds werd bewaard. Sommigen beweren zelfs dat de oorspronkelijke bron van de Smaragden Tafel niemand minder is dan de legendarische stad Atlantis.
Hoewel er verschillende beweringen zijn gedaan over de oorsprong van de Smaragden Tafel, is er tot nu toe geen verifieerbaar bewijs gevonden om deze te ondersteunen.
De oudste gedocumenteerde bron van de tekst van de Smaragden Tafel is de Kitab sirr al-haliqi (Boek van het geheim van de schepping en de kunst van de natuur), die zelf een samenstelling was van eerdere werken.
Dit was een Arabisch werk geschreven in de 8e eeuw na Christus en toegeschreven aan ‘Balinas’ of Pseudo-Apollonius van Tyana. Het is Balinas die ons het verhaal vertelt over hoe hij de Smaragden Tafel in de ingestorte tombe ontdekte. Op basis van dit Arabische werk geloven sommigen dat de Smaragdgroene Tafel ook een Arabische tekst was en geschreven is tussen de 6e en 8e eeuw na Christus, in plaats van een werk uit de oudheid, zoals velen beweren.
Terwijl Balinas beweerde dat de Smaragden Tafel oorspronkelijk in het Grieks was geschreven, bestaat het originele document dat hij zogenaamd bezat niet meer, als het al bestond.
Sommigen zeggen dat de tekst is verbrand in de bibliotheek van Alexandrië. Desalniettemin werd Balinas’ versie van de tekst zelf al snel bekend en door de eeuwen heen door verschillende mensen vertaald.
Een vroege versie van de Smaragden Tafel verscheen bijvoorbeeld ook in een werk genaamd Kitab Ustuqus al-Uss al-Thani (Tweede Boek van de Elementen van de Stichting), dat wordt toegeschreven aan Jabir ibn Hayyan. Het zou echter nog enkele eeuwen duren voordat de tekst voor Europeanen toegankelijk was. In de 12e eeuw na Christus werd de Smaragden Tafel door Hugo von Santalla in het Latijn vertaald.
Wat staat er op de Smaragden Tafel?
De Smaragden Tafel zou een van de pijlers van de westerse alchemie worden. Het is en was een zeer invloedrijke tekst voor de middeleeuwse en renaissance alchemie.
Naast vertalingen van de Emerald Tablet zijn er ook talloze commentaren geschreven over de inhoud ervan.
Zo werd er een vertaling van Isaac Newton ontdekt tussen zijn alchemistische papieren. Deze vertaling wordt momenteel bewaard in King’s College Library in Cambridge University. Andere opmerkelijke onderzoekers van de Smaragden Tafel zijn Roger Bacon, Albertus Magnus, John Dee en Aleister Crowley. En vandaag bereikt de kennis van de legendarische Smaragden Tafel (ten minste één interpretatie ervan) een nieuw publiek met zijn aanwezigheid in de surrealistische Duitstalige serie Dark.
De interpretatie van de Smaragden Tekst is geen eenvoudige zaak, het is immers een stukje esoterische tekst. Eén interpretatie suggereert bijvoorbeeld dat de tekst zeven stadia van alchemistische transformatie beschrijft: calcineren, oplossen, scheiden, conjunctie, fermentatie, destillatie en coagulatie. Maar ondanks de verschillende interpretaties die beschikbaar zijn, lijkt het erop dat geen van hun auteurs beweert kennis van de hele waarheid te hebben. Verder worden lezers aangemoedigd om de tekst te lezen en de verborgen waarheden zelf te interpreteren en te vinden.
De vertaalde tekst van de Smaragden Tafel:
Tabula smaragdina Hermetis Trismegisti.
De smaragden tafel (1) van Hermes Trismegistus.
Verum, sine mendacio, certum et verissimum:
(Het volgende is) waar, zonder leugen, zeker en zeer waar:
Quod est inferius est sicut quod est superius
“Wat lager is, is zoals wat hoger is
et quod est superius est sicut quod est inferius
en wat hoger is, is zoals wat lager is”;
ad perpetranda miracula rei unius.
(Denk hieraan) bij het verrichten van de wonderen van de ene zaak (2).
Et sicut res omnes fuerunt ab uno, meditatione unius,
En zoals alle dingen zijn ontstaan uit het ene, door bezinning (3) op het ene,
sic omnes res natae ab hac una re adaptatione.
zo (zijn) alle dingen geboren uit deze ene stof door middel van aanpassing (4).
Pater eius est Sol, mater eius est Luna.
De vader ervan is Zon (5), de moeder ervan is Maan (5).
Portavit illud ventus in ventre suo.
De wind (6) heeft het gedragen in zijn buik.
Nutrix eius terra est, pater omnis telesmi totius mundi est hic.
De voedster van de aarde zij is (7), vader aller perfectie de wereld hij is/zij is hier (8).
Virtus eius integra est.
De kracht ervan is volkomen.
Si versa fuerit in terram, separabis terram ab igne, subtile ab spisso suaviter.
Als deze kracht op aarde gegoten is, moet je voorzichtig (9) aarde van vuur scheiden, het fijne van het grove.
Magno cum ingenio ascendit a terra in coelum
(Als je te werk gaat) met groot verstand, stijgt (deze kracht) van de aarde op naar de hemel,
iterumque descendit in terram et recipit vim superiorum et inferiorum.
daalt weer af naar de aarde en ontvangt energie van het hogere en het lagere.
Sic habebis gloriam totius mundi.
Zo zul je de glorie van de hele wereld verwerven.
Ideo fugiet a te omnis obscuritas.
Daardoor (10) zal alle duisternis van je wegvluchten.
Haec est totius fortitudinis fortitudo fortis,
Dit is de kracht in zijn meest geconcentreerde vorm (11),
quia vincet omnem rem subtilem omnemque solidam penetrabit.
omdat (deze kracht) elke ijle en vaste stof (12) zal doordringen.
Sic mundus creatus est.
Zo is de wereld geschapen.
Hinc erunt adaptationes mirabiles, quarum modus est hic.
Op de wijze die hier beschreven is (13), zullen hieruit wonderlijke aanpassingen voortkomen.
Itaque vocatus sum Hermes Trismegistus, habens tres partes philosophiae totius mundi.
Daarom word ik Hermes Trismegistus genoemd, omdat ik de drie delen van de filosofie van de gehele wereld bezit.
Completum est quod dixi de operatione solis.
Dit is wat ik te zeggen had over de werking van Zon (14).
—
Thierry Stravers is mede-eigenaar van Vrijmetselaarswinkel.
Zijn passie voor stijl en elegantie combineert hij graag met zijn Maçonnieke activiteiten.
Thierry is eigenaar van Trenica, een marketingbureau en is bestuurslid bij Loge Verlichting No.313 O: Hoofddorp.
Service
Afdelingen
- AASR Schotse Ritus
- Blauwe Graden
- Cryptic
- Gentlemen
- Hoge Graden
- Knights Templar
- Knights Templar Priests
- Knights of Malta
- Le Droit Humain
- Mark Master Mason
- Order of the Secret Monitor
- Order of the Eastern Star
- Red Cross of Constantine
- Royal and Select Master
- Royal Arch
- Royal Ark Mariner
- Royal Order of Scotland
- Shriners
- The Widows Sons