Berichten

Vrijmetselaarswinkel gentleman blog
gentleman blog Freemasons Dutch Nederlandse regalia maçonniek Vrijmetselarij Vrijmetselaarswinkel Loge Benelux

Thierry Stravers Gentleman Franc-Maçon gentleman blog Freemasons Dutch Nederlandse regalia maçonniek Vrijmetselarij Vrijmetselaarswinkel Loge BeneluxOm de legende van de oorsprong van de Tempeliers echt te ontdekken, moeten we bijna 3000 jaar terug in de historie. Koning David was de tweede koning van Israël. Hij was een krijgskoning die de twee koninkrijken van Juda en Israël had verenigd en de Filistijnen had verslagen. Koning David had de materialen verzameld die nodig waren voor de bouw van een verbazingwekkende tempel, maar als straf van God, vanwege het bloed dat hij had vergoten, mocht hij het niet zelf bouwen. De tempel zou worden gebouwd op de berg Moria, de heilige grond waar God Abraham had geboden zijn zoon Issac te doden, voordat hij op het laatste moment toegaf. Koning David werd opgevolgd door zijn zoon Salomo die het plan van zijn vader voltooide en in de loop van bijna 8 jaar van 964 tot 956 v. Chr. hield hij toezicht op de bouw van de tempel. Na voltooiing bleef de tempel 13 jaar ongebruikt, terwijl de rest van de citadel en het koninklijk paleis werden voltooid, maar in 934 v. Chr. werd de Ark van het Verbond erin geplaatst en werd een groot feest gehouden, het Loofhuttenfeest.

In 597 v. Chr. veroverde Nebukadnezar II, koning van Babylon, Israël. Na tien jaar omgaan met rebellie van het veroverde volk, besloot hij Jeruzalem en de tempel van koning Salomo te vernietigen, hij stal alle artefacten (behalve de Ark des Verbonds, die tot op heden nooit is gevonden) en nam ze mee naar Babylon, samen met een groot aantal gevangenen. Ongeveer 50 jaar later versloeg Cyrus de Pers Nebukadnezar en bevrijdde uiteindelijk de Israëlieten en stond hen toe terug te keren naar Jeruzalem, waar Zerubbabel in 516 v. Chr. een tweede tempel bouwde op de plaats van de tempel van koning Salomo. Deze tweede tempel stond tot 20 v. Chr. toen Herodes de Grote de tweede tempel ontmantelde en een magnifieke tempel bouwde in een poging om Jeruzalem en zijn naam te verheerlijken. Deze tempel werd verwoest door de Romeinse keizer Tital in het jaar 70.

De plaats van de tempel werd later de derde heiligste plaats in het islamitische geloof, toen de profeet Mohammed naar de hemel opsteeg door een ladder van licht te beklimmen die opsteeg uit een heilige steen die ooit deel uitmaakte van de tempel van koning Salomo. In 691 begon Calif Abdul Malik met de bouw van de moskee van Sakhra (Rotskoepel) naast de plaats van de tempel, die werd voltooid door zijn zoon, deze werd een aantal keren verwoest en herbouwd totdat de laatste Al Aqsa-moskee was voltooid in 1099.

Oprichting van de Orde van de Tempel.
gentleman blog Freemasons Dutch Nederlandse regalia maçonniek Vrijmetselarij Vrijmetselaarswinkel Loge BeneluxDe Orde van de Tempel werd gesticht in 1118 in Jeruzalem, dat was bevrijd van de Saracenen tijdens de Eerste Kruistocht in 1099.
De successen van de kruisvaarders hadden pelgrims uit de hele christenheid naar het Heilige Land gebracht, maar de obstakels die de pelgrims moesten overwinnen waren talrijk. Er was een gebrek aan wegen en vervoermiddelen en de routes werden bedreigd door rovers en het was bijna een feit dat men werd bedrogen door de herbergiers en handelaren die men tegenkwam. Om deze anders onbewaakte pelgrims enige bescherming te bieden, stichtten Hugues de Payens en zeven andere ridders de Orde van de Tempel. De koning van Jeruzalem, Boudewijn II, verleende hen een verblijf in de buurt van het koninklijk paleis bij de veroverde Al Aqsa-moskee, op de plaats waarvan traditioneel wordt aangenomen dat het die van de Tempel van Salomo is, ook wel Tempelberg genoemd. De ridders kwamen bekend te staan ​​als “Ridders van de Tempel” en de volgende tien jaar groeven ze naast hun reguliere taken de ruïnes van de Tempel van Salomo onder hun vertrekken op. In 1867 ontdekte een team van de Royal Engineers, geleid door luitenant Charles Warren en gefinancierd door het Palestine Exploration Fund, een reeks tunnels onder Jeruzalem en de Tempelberg, waarvan sommige direct onder het hoofdkwartier van de Tempeliers. Er werden verschillende kleine artefacten gevonden die erop wezen dat Tempeliers enkele van de tunnels hadden gebruikt, hoewel het onduidelijk is wie ze precies als eerste heeft gegraven. Sommige van de ruïnes die Warren ontdekte, dateren van eeuwen eerder.

Hugues de Payens maakte een rondreis door verschillende Europese landen tussen 1124-1128, hij ontving officiële goedkeuringen van de katholieke kerk op het Concilie van Troyes in Frankrijk in 1124 en hij bezocht zijn kameraad Henri Saint Clair, eerste graaf van Roslin thuis in Roslin, Schotland rond 1126-28, tijdens dit bezoek kreeg hij land van koning David I van Schotland om de eerste Tempeliers Preceptorij buiten het Heilige Land te bouwen, in Balantrodoch bij Edinburgh, nu Temple Midlothian genoemd. Rond deze tijd richtte Hugues de Payens ook een Preceptorij op in Londen, Engeland. Hugues de Payens bezoek aan Schotland brengt de eerste verbinding van Rosslyn met de Tempeliers tot stand.

Wat betreft de opgraving onder de Tempelberg is er geen bewijs vastgelegd, maar het lijkt erop dat de Tempeliers iets hebben gevonden.
In 1139 (slechts 21 jaar na de oprichting van de orden) vaardigde paus Innocentius II een pauselijke bul uit die de Orde vrijstelde van gehoorzaamheid aan de lokale wetten. Deze uitspraak betekende dat de Tempeliers vrij alle grenzen konden passeren, geen belasting hoefden te betalen en waren vrijgesteld van alle autoriteit, behalve die van de Heilige Stoel zelf. Met haar nederzettingen en riante financiële middelen groeide de Orde uit tot de grootste en rijkste organisatie van die tijd. Tempeliers vochtten vaak de voorhoede in belangrijke veldslagen tijdens de kruistochten. De zwaar gepantserde en ervaren ridders op hun oorlogspaarden vormden vrijwel altijd de speerpunt van de aanval om de linies van de vijand te doorbreken.

gentleman blog Freemasons Dutch Nederlandse regalia maçonniek Vrijmetselarij Vrijmetselaarswinkel Loge BeneluxHoewel de leden waren gezworen tot individuele armoede, kreeg de Orde controle over rijkdom die verder ging dan directe donaties. Een edelman die op weg was naar de kruistochten, zou al zijn bezittingen onder het beheer van de Orde kunnen plaatsen terwijl hij weg was. Door op deze manier rijkdom te vergaren in het hele christendom, begon de Orde in 1150 de kredietbrieven te genereren voor pelgrims die naar het Heilige Land reisden.
Pelgrims deponeerden hun kostbaarheden bij een plaatselijke predikant voordat ze vertrokken, ontvingen een document met de waarde van hun deposito en gebruikten dat document vervolgens bij aankomst in het Heilige Land om hun geld op te halen. De bankcheque was geboren.
Deze innovatieve regeling was een vroege vorm van bankieren en was mogelijk het eerste formele systeem dat het gebruik van cheques ondersteunde.
Het verbeterde de veiligheid van pelgrims door ze minder aantrekkelijk te maken voor dieven en droeg flink bij aan de schatkist van de Orde.

 

Op basis van deze mix van donaties en zakelijke transacties heeft de Orde financiële netwerken opgezet in het hele christendom.

  • Ze verwierven grote stukken land, zowel in Europa als in het Midden-Oosten
  • Ze kochten en beheerden boerderijen en wijngaarden
  • Ze bouwden kerken en kastelen
  • Ze waren betrokken bij productie, import en export
  • Ze hadden hun eigen vloot van schepen
  • Ze bezaten het hele eiland Cyprus voor een jaar in 1191

gentleman blog Freemasons Dutch Nederlandse regalia maçonniek Vrijmetselarij Vrijmetselaarswinkel Loge BeneluxHet verhaal van het koninkrijk Jeruzalem is een triest verhaal van onenigheid, en de glorieuze zaak die de kruisvaarders naar het Oosten bracht, werd vaak vergeten in dynastieke strijd en politieke intriges. Onder deze omstandigheden is het opmerkelijk dat het uiteindelijke Saraceense succes zo lang werd uitgesteld, maar het duurde tot 1291 voordat het laatste bolwerk van de Orde, de stad Akko, viel. De overblijfselen van de Orde trokken zich terug naar Cyprus en het doel waarvoor de Orde was gevormd was nu verdwenen. Een paar jaar later had de koning van Frankrijk, Filips IV, dringend geld nodig, omdat hij te veel oorlogsleningen had genomen. Koning Filips stond bekend als Filips de Schone, maar dat was hij allesbehalve. Hij orkestreerde in 1305 de installatie van zijn eigen uitgekozen man als de nieuwgekozen paus Clemens V. Nu had Filips de Schone geld nodig en benaderde hij de Orde, maar werd toen geweigerd. Hij probeerde de Orde zover te krijgen hem als Grootmeester te accepteren onder het voorwendsel dat hij dan een nieuwe kruistocht naar het Heilige Land zou leiden, maar de ridders kozen er niet voor om hun vrijheid op te geven. Koning Filips besloot toen, met de onwillige maar essentiële medewerking van paus Clemens V, de rijkdom van de Orde voor eigen gebruik te verwerven.

Jacques de Molay op de brandstapel.
In 1307 arresteerde hij plotseling alle Tempeliers in Frankrijk, en hij haalde alle landen behalve Schotland en Portugal over om dit voorbeeld te volgen.
De rijkdom, onafhankelijkheid, trots en geheimhouding van de Orde bleken hen te beroven van alle invloedrijke vrienden, en de Franse koning wist hun veroordeling voor ketterse praktijken veilig te stellen. Het is Phillip echter nooit gelukt om de rijkdom van de Orde te verwerven, aangezien iemand de ridders heeft getipt en op de dag van de massale arrestaties zette de Tempeliersvloot koers vanuit La Rochelle in Frankrijk, hun bestemming was een mysterie – hoewel velen destijds geloofden dat ze naar Schotland varen. In Frankrijk werden veel Ridders van de Orde gemarteld om bekentenissen af ​​te dwingen, en op deze manier werd een groot deel van de schandalige legende aan het verhaal van de Orde toegevoegd. Velen verzetten zich tegen de kracht van de pijnbank en werden als ketters op de brandstapel verbrand. De grootmeester, Jacques de Molay, was de laatste die in 1314 ter dood werd gebracht in Parijs.

gentleman blog Freemasons Dutch Nederlandse regalia maçonniek Vrijmetselarij Vrijmetselaarswinkel Loge BeneluxZijn ontroerende laatste woorden van het schavot:

“Het is alleen maar goed dat ik op zo’n plechtig moment en wanneer mijn leven zo weinig tijd heeft om te lopen, het bedrog dat is beoefend, zou onthullen en voor de waarheid zou opkomen. Hoor mij! Voor hemel en aarde en jullie allemaal voor mijn getuigen, beken ik. Ik beken dat ik inderdaad schuldig ben aan de grootste schande, maar de schande is dat ik heb gelogen. Ik heb gelogen door de walgelijke aanklachten tegen mijn Orde toe te geven. Ik verklaar, en ik moet verklaren, dat de Orde onschuldig is. Zijn zuiverheid en heiligheid zijn nooit verontreinigd. In werkelijkheid had ik anders getuigd, maar ik deed dat uit angst voor vreselijke martelingen. Andere ridders die hun bekentenissen introkken, zijn naar de brandstapel geleid, dat weet ik. Toch is de gedachte aan doodgaan niet zo afschuwelijk dat ik nu mijn bekentenis zou handhaven van grove misdaden die nooit zijn begaan. Het leven wordt mij aangeboden, maar tegen de prijs van trouweloosheid. Voor zo’n prijs is het leven niet de moeite waard. Als het leven alleen gekocht kan worden door leugen op leugen op te stapelen, treur ik niet dat ik het moet verliezen.”

Moderne historici verwerpen het proces tegen de Tempeliers als volkomen onrechtvaardig en spreken de Orde vrij van de aanklachten die ertegen zijn ingebracht. De katholieke kerk heeft lang geoordeeld dat de Orde onschuldig was aan enig vergrijp en een recent teruggevonden document ‘The Chinon Perkament’ onthult dat Paus Clemens V, Jacques de Molay in 1314, vlak voor zijn dood, gratie had verleend. De overlevende leden van de Orde fuseerden met andere orden of doken onder. In Portugal weigerde koning Denis het bevel van de Paus en hernoemde hij de Orde in plaats daarvan tot ‘De Orde van Christus’. Deze Orde zou in de geschiedenis voortduren tot in de 20e eeuw en had een directe invloed op de Europese verkenning en expansie gedurende meer dan 400 jaar.

Rosslyn Chapel en het begin van de Vrijmetselarij.
Er ontstonden legendes dat sommige ridders naar Schotland vluchtten, waar een geëxcommuniceerde koning Robert the Bruce verwikkeld was in een strijd tegen de Engelsen en het lijkt logisch en waarschijnlijk dat de Bruce de Tempeliers zou hebben verwelkomd. De Tempeliers vochten voor de Schotten bij Bannockburn in 1314 en kregen in ruil daarvoor een toevluchtsoord, land en titels van een dankbare koning. Later werd dit The Scotch Guard genoemd.
Er is ook een theorie dat de zeelieden van de Orde erin slaagden hun vaardigheden te gebruiken om over de Atlantische Oceaan te navigeren waar ze Noord-Amerika ontdekten. In 1312 werd de Orde van de Tempeliers ontbonden door de Raad van Vienne en hun resterende eigendom werd overgedragen aan de Ridders van St. John (Hospitaalridders). In de jaren 1440 (130 jaar na de ontbinding van de Tempeliers) was Sir William Saint Clair, Jarl of Orkney de machtigste man in Schotland. Hij was een directe afstammeling van William de Saint Clair, de laatste Tempelgrootmeester van Schotland, die stierf met het hart van Robert de Bruce (als onderdeel van James Douglas, Lord of Douglas expeditie) op een laatste kruistocht naar Jeruzalem.

gentleman blog Freemasons Dutch Nederlandse regalia maçonniek Vrijmetselarij Vrijmetselaarswinkel Loge BeneluxSir William Saint Clair wilde een tempel bouwen op zijn land in Rosslyn, in de buurt van Edinburgh.
Hij zocht en ontving een grondvest van de kerk in Rome om in 1446 een collegiale kapel te bouwen. Zijn meest waarschijnlijke redenen om deze tempel te willen, zouden zijn om een ​​zetel van geestelijk gezag te vestigen om koning James II te evenaren en om artefacten te huisvesten die door de Tempeliers naar Schotland waren gebracht in 1126 (en misschien na de ontbinding van de orde) en geërfd door de familie Saint Clair.

Rosslyn Chapel verbindt de Joodse tempel via de Tempeliers met de Vrijmetselarij. Historici en onderzoekers hebben nu aangetoond dat Rosslyn Chapel in dezelfde stijl is gebouwd als de Herodiaanse architectuur van Jeruzalem en dat het een exacte replica is van het grondplan van de tempel van de koning van Herodes. De indeling van de tempel van Herodes was tot het midden van de negentiende eeuw, bijna vierhonderd jaar na de bouw van de kapel, onbekend voor archeologen. Sir William Saint Clair bracht Vrijmetselaars (in die tijd betekende het woord metselaar bouwer en omvatte steen-, hout- en metaalmetselaars) vanuit heel Schotland naar zijn kapel.

Om ze te huisvesten bouwde hij de stad Roslin in de buurt van zijn kasteel en de plaats van de kapel, waarna op 20 september 1456 de bouw van de kapel begon. Rosslyn Chapel bevat het oudste document dat een moderne Eerste Graadceremonie toont die wordt uitgevoerd door een Tempelier. Op het onderste frame van het raam in de zuidwestelijke hoek van de kapel bevindt zich snijwerk, gesneden tussen 1440 en 1450 van de Eerste Graad. Er zijn veel Tempelierssymbolen en afbeeldingen van Tempeliers die in de kapel zijn uitgehouwen. Toen koning James II in 1460 stierf, kwam zijn zoon, James III, op de troon en hij dacht dat Sir William een ​​grote bedreiging vormde voor de Kroon van Schotland, dus ontkleedde hij Sir William van Orkney (in 1470). Sir William trad af als graaf van Caithness ten gunste van zijn zoon in 1476 en hij stierf in 1484.

gentleman blog Freemasons Dutch Nederlandse regalia maçonniek Vrijmetselarij Vrijmetselaarswinkel Loge BeneluxDe familie Saint Clair, later Sinclair was ook sterk betrokken bij de oprichting van de vrijmetselarij in Killwinning aan de andere kant van Schotland. Een onderbouwing van het feit hoe sterk de familie Saint Clair betrokken was is en is geweest in het voortbestaan ​​​​van de erfenis van de Tempeliers in de 21e eeuw.

In 1483 (27 jaar nadat de bouw van de Rosslyn Chapel begon) worden de eerste vrijmetselaarsdocumenten gevonden waarin staat dat de Burgh of Aberdeen betrokken is bij de beslechting van een geschil tussen zes ‘Masownys of the Lurge’.
De Vrijmetselarij begint zich te verspreiden als Loges kandidaten initiëren en hen het ‘Meesterwoord’ geven.

Het lijkt erop dat de Vrijmetselaars die Rosslyn Chapel hebben gebouwd, iets van grote waarde vonden in de ceremonies en leringen die ze in Rosslyn leerden en toen ze naar huis terugkeerden, namen ze dit ritueel en gevoel van broederschap met zich mee.
Schotland zou de bakermat blijven van de Vrijmetselarij voor de volgende 100 jaar.

Afsluitend…moeten we de wortels van de Vrijmetselarij beschouwen als afkomstig uit de Megalithische tijd, koning Salomo, Athelstan, de Tempeliers, middeleeuwse steenhouwers, Schaw, liefdadigheidsinstellingen, het Invisible College of de Rozenkruisers? Vinden we bovendien dat de wortels van de moderne Vrijmetselarij meer in Schotland of Engeland of misschien Frankrijk liggen?
We zullen het nooit zeker weten en kunnen over de gaten in de historie alleen maar speculeren. Welke koers de Vrijmetselarij ook volgde, het heeft miljoenen mensen in vele landen gedurende meer dan drie eeuwen geïnspireerd en heeft beroemde persoonlijkheden aangetrokken uit Europa, de Verenigde Staten van Amerika en andere continenten. Als de Vrijmetselarij zich aanpast aan de Zeitgeist en zich manifesteert als een aloude Broederschap waarin zelfkennis, respect en het werken aan de Ruwe Steen de voornaamste doelen zijn zal ze dit ongetwijfeld nog enkele eeuwen blijven doen.

Thierry Stravers is mede-eigenaar van Vrijmetselaarswinkel.
Zijn passie voor stijl en elegantie combineert hij graag met zijn Maçonnieke activiteiten.
Thierry is eigenaar van Trenica, een marketingbureau en is bestuurslid bij Loge Verlichting No.313 O: Hoofddorp.

Thierry Stravers Gentleman Franc-Maçon gentleman blog Freemasons Dutch Nederlandse regalia maçonniek Vrijmetselarij Vrijmetselaarswinkel Loge Benelux

Prins Frederik Vrijmetselaarswinkel Nederlandse regalia

Na het herstel van het stadhouderschap, in 1744, herleefde de vrijmetselarij. In 1756 sloten tien loges zich aaneen tot de ‘Groote Loge der Zeven Vereenigde Nederlanden’, welke benaming in 1817 werd gewijzigd in de ook nu nog geldende: Orde van Vrijmetselaren onder het Grootoosten der Nederlanden.
Twee prinsen uit het huis van Oranje hebben in de negentiende eeuw de functie van grootmeester van de Orde van Vrijmetselaren bekleed: Prins Frederik (de jongere broer van Koning Willem II, die zelf ook vrijmetselaar was) gedurende 65 jaar, van 1816-1881, en Prins Alexander (de jongste zoon van Koning Willem III) van 1882 tot zijn vroege dood in 1884.

Frederik, Prins der Nederlanden, werd op 28 februari 1797 geboren als 2e zoon van Prins Willem Frederik, de latere Koning Willem I. Geboren en opgegroeid in Berlijn was hij enige jaren actief officier in Pruisische dienst en deed in 1813 zijn intocht in Nederland. Hij trad in het huwelijk met Louisa Augusta Amelia, dochter van Frederik Willem III, koning van Pruisen. Frederik werd bevelhebber van het legerkorps tijdens de Belgische opstand in 1830 en in 1840 benoemt tot veldmaarschalk van de landmacht.

In 1816 werd hij als Vrijmetselaar aangenomen in een Berlijnse loge van de Duitse Grootloge “Zu den Drei Weltkugeln” en in datzelfde jaar werd hij benoemd als Grootmeester-Nationaal van het Grootoosten der Nederlandenen voor de Hoofdkapittel der Hoge Graden. In 1819 verklaarde hij dat hij niet meer in de Hoge Graden wilde werken, dit omdat hij het christelijke karakter verafschuwde en vond dat dit het karakter van de
Vrijmetselarij als vrijplaats voor alle gelovigen zou aantasten. Daarnaast was e.e.a. mede in verband met de oprichting van de door hem beoogde Afdeling van de Meestergraad. In 1835 werd de prins echter weer tot Grootmeester-nationaal gekozen voor alle Nederlandse obediënties.

In 1856 schonk hij de Orde het gebouw aan de Fluwelen Burgwal in Den Haag, welke tot in 1993 in gebruik is gebleven als Orde- en Logegebouw. In 1866, tijdens de viering van zijn 50-jarig vrijmetselaarschap, schonk Frederik de door hem aangekochte en beroemde bibliotheek van Georg Kloss aan de Orde en nam hij het initiatief tot de oprichting van de Louisa Stichting.

In zijn tijd was hij een zeer gerespecteerd en geliefd lid van het Huis van Oranje. Vanaf het moment dat zijn vader koning Willem I tot soeverein vorst van Nederland werd uitgeroepen in 1813, tot zijn overlijden in 1881 speelde hij een belangrijke rol als adviseur van de koningen Willem I (zijn vader), Willem II (zijn broer) en Willem III (zijn neef). Daarnaast was hij maatschappelijk zeer actief. Zo was de prins onder meer gedurende 65 jaar Grootmeester van de Orde van Vrijmetselaren onder het Grootoosten der Nederlanden.

Vrijmetselarij Prins Frederik Grootmeester Orde van VrijmetselarenPrins Frederik werd in 1797 geboren te Berlijn, als zoon van erfprins Willem Frederik (de later koning Willem I) en prinses Wilhelmina.
De reden dat hij niet in Nederland, maar in Berlijn ter wereld kwam was dat zijn familie onder leiding van zijn grootvader stadhouder Willem V twee jaar eerder door d Franse inval het land had moeten ontvluchten. Op dat moment leek de kans dat de Oranjes ooit weer als stadhouderlijke familie zouden kunnen terugkeren naar Nederland bijzonder klein. Prins Frederik groeide daarom voornamelijk op in Pruisen en andere Duitse vorstendommen en kreeg een bijbehorende (deels militaire) Pruisische opvoeding. Pas nadat na de mislukte veldtocht van Napoleon naar Rusland het tij in de Europese machtsverhoudingen begon te keren kwam er weer enig zicht op een terugkeer naar het reeds lang verloren vaderland.
In 1813 werd Willem Frederik uitgeroepen tot Soeverein Vorst der Nederlanden, nadat hij op 30 november van dat jaar geland was op de kust van Scheveningen. Plein 1813 in het Willemspark en het in 1869 door prins Frederik onthulde onafhankelijkheidsmonument op het midden van dit plein herinneren aan deze gebeurtenis.

Prins Frederik zette in december 1813 voor het eerst voet op Nederlandse bodem en ging korte tijd later studeren aan de Leidse Universiteit. Vanaf 1815, toen Willem I inmiddels koning van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden was geworden, ging de prins publieke functies uitoefenen: in 1815 werd hij lid van de Raad van State, in 1816 Grootmeester van de Orde van Vrijmetselaren en in 1817 Grootmeester der Artillerie. De reden dat prins Frederik Grootmeester van de Vrijmetselaars werd was politiek van aard: er bestond enige angst dat de Vrijmetselaars de politiek van samensmelting van de noordelijke en zuidelijke Nederlanden zouden willen blokkeren. Dit gold met name voor de zuidelijke Loges waar zich de nodige tegenstanders van het Verenigd Koninkrijk en Bonapartisten bevonden en die bovendien nog altijd waren verbonden met het Franse Grootoosten. Vorstelijk toezicht werd daarom noodzakelijk geacht. Voor de Vrijmetselarij had dit het voordeel dat zij een directe band met het koningshuis kreeg. Met dit doel voor ogen werd in 1816 een hofloge genaamd L’Union Frédérique, die in veel opzichten als voorloper van het in 1914 opgerichte L’Union Frédéric kan worden gezien, opgericht.

Louisa State Baarn Vrijmetselarij Nederladse regalia Vrijmetselaarswinkel

De Louisa State in Baarn.

Alhoewel zijn toetreden tot de Vrijmetselarij een politieke achtergrond had vatte de prins zijn taak als Grootmeester serieus op.
Frederik voelde zich al snel thuis in de broederschap en begon zich spoedigl te bemoeien met allerlei organisatorische aspecten van de Vrijmetselarij.
Een belangrijke maçonnieke nalatenschap van de prins betreft de tot op de dag van vandaag bestaande Afdelingen van de Meestergraad, die een alternatief voor de hogere graden moest vormen.
Voor prins Frederik persoonlijk was de Vrijmetselarij in veel opzichten een leerschool: naast de “gebruikelijke” maçonnieke vorming leerde hij een weerbarstige organisatie, met zeer uiteenlopende personen en visies te besturen. Bovenal kwam hij door de Vrijmetselarij in contact met tal van mensen (gewone burgers) die hij anders nooit zou hebben ontmoet.

Een tweede belangrijke erfenis van de prins betreft zijn gift van het Ordegebouw aan de Fluwelen Burgwal. In 1847 schonk hij dit gebouw aan de Orde en tot begin jaren negentig van de 20e eeuw zijn het hoofdbestuur en de Haagse Loges hier gehuisvest geweest. Voorwaarde voor deze gift was dat de drie bestaande Haagse Loges Loge L’Union Royale, Eendragt maakt Magt en L’Union Fréderique zouden fuseren tot één Loge. Hij bood de Haagse Vrijmetselaarsloges L’Union Royale (opgericht 1757), Eendragt maakt Magt(1795) en L’Union Frédéric (1816) in 1847 het “gebruik en exploitatie” van het pand aan. In de tuin werd een tempel neergezet. In 1856 schonk prins Frederik het logegebouw aan de vrijmetselaarsorde  ter gelegenheid van haar 100-jarig bestaan.

Vrijmetselarij Rotterdam Vrijmetselaarswinkel Nederlandse regalia

Het voormalig Vrijmetselaarsgebouw aan de Fluwelen Burgwal 22 te Den Haag.

In 1825 trad prins Frederik in het huwelijk met de Pruisische prinses Louise, die tevens zijn nicht was (in deze tijd kwamen met name in koninklijke en adellijke families huwelijken tussen neven en nichten veelvuldig voor, de reden daarvoor was dat dit als een voortreffelijke manier om politieke allianties te sluiten en te bekrachtigen werd gezien). 

Uit dit huwelijk werden twee dochters en twee zonen geboren. De oudste dochter Louise trouwde met koning Karel XV van Zweden en Noorwegen en werd zo koningin van deze landen. De huidige koningen van België en Noorwegen en de koningin van Denemarken stammen in directe lijn van haar en daarmee van prins Frederik af. De twee zonen van de prins overleden beiden in hun kindertijd. Het gezin van de prins woonde in de winter in een stadspaleis aan het Korte Voorhout, dat stond op de plaats waar nu het ministerie van Financiën staat en in 1945 bij het bombardement op het Bezuidenhout werd verwoest. 
In de zomer woonden zij in Huize de Pauw, het tegenwoordige gemeentehuis van Wassenaar.
Daarnaast bezat de prins aanzienlijke stukken land in en rondom Den Haag en bezat hij landerijen in het tegenwoordige Duitsland en Polen.
Anders dan zijn broer koning Willem II beheerde hij zijn kapitaal bekwaam en hij stierf in 1881 dan ook als een zeer vermogend man.

De prins stierf op 08 september 1881 na een Grootmeesterschap van meer dan 65 jaar.

Thierry Stravers is mede-eigenaar van Vrijmetselaarswinkel.
Zijn passie voor stijl en elegantie combineert hij graag met zijn Maçonnieke activiteiten.
Thierry is eigenaar van Trenica, een marketingbureau en is bestuurslid bij Loge Verlichting No.313 O: Hoofddorp.

gentleman blog Freemasons Dutch Nederlandse regalia maçonniek Vrijmetselarij Vrijmetselaarswinkel Loge Benelux
Franc-Maçon gentleman blog Freemasons Dutch Nederlandse regalia maçonniek Vrijmetselarij Vrijmetselaarswinkel Loge Benelux

Schilderij van Jacques-Louis David. ‘Napoleon in zijn kantoor’.

Het is 5 mei jl. 200 jaar geleden dat Napoleon Bonaparte stierf. Hij is nog altijd de beroemdste machthebber die Frankrijk ooit had. Ondanks zijn tegenstrijdige aard is hij ongetwijfeld een van de belangrijkste persoonlijkheden in de geschiedenis. Reeds vele generaties Fransen zijn vol bewondering, trots en niet aflatende interesse in het bestuderen van het leven van “kleine korporaal”, die keizer werd.

Napoleon Bonaparte wordt in 1769 geboren op het eiland Corsica. Hij klimt op tot succesvol en populair legerleider, die in 1799 in Frankrijk aan de macht komt. Dat is voor de eerzuchtige Napoleon nog niet genoeg: hij kroont zichzelf later nog tot keizer.

Met zijn legers verovert hij in die jaren grote delen van Europa. Al loopt de veldtocht in Rusland in 1812 uit op een grote nederlaag. Napoleon wordt verbannen, naar Elba. Maar hij ontsnapt en is binnen 100 dagen weer aan de macht in Frankrijk. In 1815 wordt hij bij Waterloo definitief verslagen.
De Engelsen brengen hem naar het afgelegen eilandje Sint Helena, waar hij uiteindelijk in 1821 sterft, op 51-jarige leeftijd.

Was Napoleon een vrijmetselaar?
Historici hebben geen document dat dit zou kunnen bevestigen, maar er zijn een aantal onmiskenbare feiten die de sterke verwantschap van Napoleon met de vrijmetselarij aantonen. Het was het dankzij Napoleon dat de Vrijmetselarij zich verspreidde in Europa. Hij veranderde de Vrijmetselarij van een geheim genootschap, zoals het tot dan was, in bijna een officiële staatsgodsdienst en verenigde alle Franse Loges in de Grand Oriënt de France. Op zijn geboorte-eiland Corsica groeide Bonaparte op omringd door Vrijmetselaars. Zijn vader en alle drie zijn broers waren Vrijmetselaars en er werd dus ongetwijfeld veel over de Vrijmetselarij gesproken.

  • De jongste broer, Jerome Bonaparte (1784-1860) werd op 17-jarige leeftijd ingewijd in de vrijmetselaars in de Mir Lodge in het oosten van Toulon.
    Zijn maçonnieke carrière ontwikkelde zich snel. Een jaar later, in 1801, werd hij Grootmeester van de Grootloge van Westfalen, en in 1807 maakte Napoleon hem koning.
  • De oudere broer, Joseph Bonaparte (1768-1844), werd ingewijd in de Loge La Parfaite Sincérité (De Volmaakte Oprechtheid) in het oosten van Marseille. In 1804 werd hij Grootmeester van de Grand Oriënt de France en koning van Napels en vervolgens koning van Spanje.
  • Ten slotte diende Louis Bonaparte (1778-1846), de vader van de toekomstige Napoleon III, als Gedeputeerd Grootmeester van 1803 tot 1806, voordat hij werd opgevolgd door Jean-Jacques Regis Cambasseres.
  • De vrouw van Napoleon, keizerin Josephine de Beauharnais (1763-1814), werd ingewijd in een vrouwenloge in Straatsburg en bekleedde enige tijd de functie van Grootmeester.
  • Eugène de Beauharnais, de enige zoon van Josephine uit haar eerste huwelijk, op 24-jarige leeftijd, die van haar stiefvader de titel van onderkoning van Italië had gekregen, werd de stichter van de Grand Orient of Italy en de Hoge Raad van Italië.

De ondersteuning van de Vrijmetselarij in Europa door Napoleon, zorgde voor een ongekend animo. Veel militairen, politici, adel en burgers wilden lid worden van de Vrijmetselarij. Tweeëntwintig van de dertig maarschalken van Napoleon, vijf van de zes leden van de Keizerlijke Militaire Raad en zes van de negen ministers in de regering waren dan ook Vrijmetselaar. De heerschappij van Bonaparte mag dan ook de gouden eeuw voor de Vrijmetselarij genoemd worden. In de 18 jaar dat hij aan de macht was, is het aantal Vrijmetselaarsloges in Frankrijk toegenomen van 300 tot 1220, waarvan een groot deel militaire Loges waren. Napoleon zag in de Vrijmetselarij een krachtig middel om het leger te verenigen, dat zeer nuttig was voor zijn Europese ambities.

Keizer Napoleon Vrijmetselarij Nederland Blog

Napoleon’s Grande Armée, steekt de rivier de Berezyna over.

Tijdens zijn militaire operaties in Europa was de internationale Broederschap een ideaal instrument. De Vrijmetselarij reageerde echter met wederkerigheid op de keizer. In veel maçonnieke tempels werden bustes van de keizer geïnstalleerd en elke kritiek op zijn heerschappij werd beschouwd als provocatie.
In 1801 werd in Parijs de Loge Bonaparte opgericht met als belangrijkste taak de verheerlijking van de naam van de keizer. De Loge overleefde met succes de ballingschap en de dood van Napoleon en werd pas in 1871 gesloten. Het was bestand tegen de reactionaire jaren dankzij het feit dat het voorzichtig werd omgedoopt tot Moderation Lodge.

Het waren de militaire officieren, ondergeschikten van Bonaparte, die deelnamen aan de Egyptische expeditie die de vrijmetselarij naar de oevers van de Nijl brachten. Generaal Kleber richtte Loge Isis op in Caïro, mede opgericht door Napoleon.

Maar de vraag blijft. Was Napoleon, hoewel hij de Vrijmetselarij tot een onderdeel van zijn regeringsbeleid maakte, een actieve Vrijmetselaar?
Mocht hij lid willen worden, dan zou hij onmiddellijk de hoogste en meest eervolle titel in de Orde krijgen.
Als we het karakter van Napoleon kennen, is het antwoord op deze vraag vrij duidelijk: het was niet genoeg dat hij “de eerste onder gelijken” was, hij moest “boven” de gelijkheid staan. De familie Bonaparte stamde uit een oude Florentijnse aristocratische familie. Napoleon had het volste recht om de titel van graaf aan zijn familienaam toe te voegen, maar hij heeft nooit van deze gelegenheid gebruik gemaakt.
Maar hij wilde zich ook niet Broeder laten noemen.
Om dezelfde reden deed Napoleon eens afstand van de titel van maarschalk – het was voor hem voldoende dat hij “de facto” opperbevelhebber van het Franse leger was. Rangen en titels waren op geen enkele manier aantrekkelijk voor hem. Napoleon was alleen geïnteresseerd in absolute macht.
Nadat hij was gekroond als Keizer van Frankrijk kreeg Napoleon zijn ambitie.
Hij noemde de keizerlijke troon, “een stuk hout” en zittend aan de dinertafel met de adel van Europa, wilde hij nog wel eens de opmerking plaatsen,
“Toen ik de eer had om een ​​junior luitenant te zijn …” .

L’empereur had een neus voor propaganda. Toen het nodig was om de rijkdom en macht van zijn rijk te demonstreren, was hij niet gierig. Zijn paleizen waren rijk versierd met goud en het hof was het meest verfijnde van Europa.

Keizer Napoleon Franc-Maçon Vrijmetselaarswinkel Nederland

De kroning van Napoleon I tot Keizer van Frankrijk. Notre Dame, Parijs. 2 December, 1804.

Nadat hij keizer was geworden, bleef Napoleon nauw betrokken bij Vrijmetselaarszaken.
Op de executieplaats van koning Lodewijk XVI beval hij een obelisk te installeren met een vrijmetselaarssymbool, een vijfpuntige ster. Bij het maken van zijn persoonlijke keizerlijke familiewapen werd een bij gebruikt, een maçonniek symbool. De bij is een heel oud symbool. In het oude Egypte vergezelde het de godin Isis en had het vele betekenissen. Voor Napoleon betekende de bij een bereidheid om op te offeren voor het land en het vermogen tot wedergeboorte.

Kort nadat Napoleon aan de macht kwam, op 22 juni 1799, werd een memorandum van negen artikelen ondertekend tussen de twee grootste Franse Grootloges, waarin specifieke
regels werden vastgelegd. In het bijzonder werd de Achtbare Meester ontdaan van zijn exclusieve privileges. Een systeem voor de verkiezing van functionarissen werd verplicht gesteld voor alle Loges. Slechts een paar Loges in de Schotse ritus weigerden zich bij het memorandum aan te sluiten.

Zo werd de versplinterde Franse Vrijmetselarij een verenigd en homogeen systeem, dat volledig door Napoleon werd ondersteund. Al snel werd de ‘Regulator van de Vrijmetselarij’ gepubliceerd – een reeks regels en rituelen voor de Loges van Le Grand Oriënt de France.
De Loges onder de Schotse Ritus brachten ook passende wijzigingen in hun regels aan, maar dat duurde drie jaar. Als gevolg hiervan waren de rituelen nog steeds niet identiek, maar er was wel één Hoge Raad van de 33e graad. De beslissingen van deze Raad waren bindend. De keizer kon elke beslissing beïnvloeden, aangezien de Hoge Raad ondertussen werd geleid door zijn oudere broer Joseph, die de Grootmeester was geworden.

De ‘Regulator van de Vrijmetselarij’, die de activiteiten van de Vrijmetselaars verenigde, is een document geworden dat op organische wijze de hervormingen van Napoleon voortzette, samen met de grondwet, het burgerlijk wetboek, het systeem van universeel onderwijs, een enkelvoudig toekenningssysteem van de staat (de Orde van het Legioen van Eer), etc.

Loge Napoleon Vrijmetselaarswinkel

Een gravure met een lijst van leden van Loge Bonaparte. Links staat Bonaparte en rechts staat Jean-Baptiste Willermose (1730-1824), die een systeem van Hoge Graden ontwierp voor Vrijmetselarij in Frankrijk en Duitsland.

In navolging van Frankrijk begonnen de Vrijmetselaars van andere Europese landen hun rituelen in één systeem samen te brengen. Maarschalk van het rijk, de Vrijmetselaar Jean-Baptiste Jules Bernadotte, die kroonprins van Zweden werd, hervormde de Zweedse ritus. Het systeem van 12 maçonnieke graden bestaat nog steeds.

Friedrich Ludwig Schröder, Grootmeester van de Provinciale Grootloge van Hamburg, geïnspireerd door de oude riten oan de Tempeliers, ontwikkelde zijn Rite, beperkt tot drie symbolische graden. Tegenwoordig wordt het beoefend in sommige loges in Duitsland, Hongarije, Oostenrijk en Zwitserland.

In Spanje vestigde de Grootmeester Graaf François Joseph Paul de Grass ook een maçonnieke hiërarchie onder leiding van de Hoge Raad.

In 1806, om zijn triomf bij Austerlitz te vieren, besloot Napoleon om de Arc de Triomphe te bouwen. Een team van bouwers en architecten, volledig bestaande uit Vrijmetselaars, werd opgericht om het project uit te voeren. Broeder Jean-Baptiste Nomper de Champagny stelde het concept voor en koos de bouwplaats. Het oorspronkelijke plan was ontworpen door de architect Charles-Louis Balzac (Loge Le Grand Sphinx, Parijs) en de architect Jean-Francois Chalgren (Loge L’etoile Polaire, Parijs).
Vrijmetselaars creëerden het reliëf op de boog. De beeldhouwers François Rueud (noordkant, compositie “Marseillaise”) en Jean-Pierre Corto (zuidkant, compositie “Le monde viennoise”). De officiële rijksbouwmeester, Maison Pierre Fontaine, hield toezicht op de bouw.

Vrijmetselarij Frankrijk Nederland Napoleon Vrijmetselaarswinkel

Op de gravure uit 1860, onder de schaduw van de keizer, boven wie The Eye of the Providence schijnt, staan ​​61 historische figuren uit zijn tijd. Aan de linkerkant zijn onder meer Désé, Cambassaire, Kleber en de commandanten Davaux, Lannes, Murat, Lasalle, Mathieu Dumas. Aan de rechterkant: Washington, Frederik de Grote, Alessandro Volta, Diderot, Lased, Lafayette, Parmatier, Helvetia.

In navolging van de militaire leiders werd de Napoleontische Vrijmetselarij enthousiast ontvangen door de meest prominente figuren van wetenschap en cultuur in Frankrijk:

  • Pierre Simon de Laplace – wiskundige, natuurkundige en astronoom, een van de makers van kansrekening en differentiaalvergelijkingen,
  • Charles Louis Cadet de Gassicourt – chemicus, apotheker en schrijver, oprichter van een van de eerste wetenschappelijke tijdschriften, Le Bulletin Pharmalogique,
  • Kunstenaar Pierre Prudon (Loge Charity, Bonn),
  • Kunstenaar Francois Gérard (Loge Le Grand Sphinx, Parijs),
  • Portretschilder Jean-Baptiste Isabé (Loge Saint Napoleon, Parijs),
  • Acteur Francois-Joseph Talma, hervormer van theatrale kunst (Loge Union, Parijs),
  • Academicus Pierre Jean Georges Cabanie, fysioloog en filosoof (Loge Les Neuf Sœurs, Parijs),
  • Academicus Joseph Lacanal, hoogleraar filosofie, lid van het klooster, organisator van het onderwijssysteem in Frankrijk (Loge Le Point Idéal, Parijs),
  • schrijver, publicist en politicus Henri-Benjamin Constant, de belangrijkste vertegenwoordigers van de Franse romantiek in de literatuur,
  • beeldhouwer Claude Claudion (Les Amis Fidèles, Parijs),
  • Alexander Bognard, hoogleraar natuurwetenschappen, chemicus, apotheker, geoloog, zoöloog, botanicus en paleontoloog (Loge Saint-Jean-du-Contrat, Parijs),
  • architect Pierre Fontaine,
  • componist André Gretry, maker van de Franse komische opera,
  • Componist Luigi Cherubini, maker van het genre “opera salvage” (Loge Saint Jean de Palestine, Parijs).

De erfenis van Napoleon.

Code Civil Napoleon Vrijmetselarij Nederland Vrijmetselaarswinkel blogMisschien wel de bekendste erfenis van Napoleon. Hij voerde de burgerlijke stand in in de gebieden waar hij de macht had, in Nederland in 1811. Geboorten, huwelijken, alles moest vanaf toen worden geregistreerd. Achternamen werden al wel gebruikt, maar dit zorgde ervoor dat jouw voorouders hun definitieve familienaam aannamen. Handig voor als je stamboomonderzoek doet. Maar Napoleon wilde gewoon een goed overzicht, zodat hij makkelijker belasting kon heffen.

Als je nu in je auto stapt rijd je aan de rechterkant van de weg. Dankzij Napoleon. In vroeger tijden reden ridders te paard links, zodat ze makkelijker met hun rechterhand hun zwaard of lans konden hanteren. De rijke Franse burgerij hield vast aan links. Het gewone volk liep meestal rechts. Maar sinds de Franse Revolutie van 1789 was iedereen officieel gelijk. Daarom bepaalde Napoleon dat rechts de norm werd. Was ook handiger met de koetsen en karren in die tijd. Landen die hij niet veroverde, zoals Groot-Brittannië, bleven links rijden.

Dankzij de Fransen hebben we ook straatnamen met even en oneven huisnummers. Dat systeem werd eerst in Parijs gehanteerd, later in alle veroverde gebieden. Ook danken we verharde wegen aan Napoleon, die lijnrechte verbindingen wilde tussen steden. Handig om zijn troepen te verplaatsen natuurlijk. In Frankrijk werden die wegen de Route Nationale, bij ons worden ze wel Napoleonswegen genoemd. De Amsterdamsestraatweg in Utrecht is daar een voorbeeld van. In opdracht van Napoleon aangelegd in 1812, als onderdeel van de Route Impériale tussen Parijs en Amsterdam.

Een kilo aardappelen, een liter melk, en, laten we zeggen, een meter bier. Standaardmaten en afmetingen. Napoleon voerde in 1799 het metrieke stelsel in. Daarvoor werden in Europa allerlei verschillende maten gebruikt, zoals, duim, el en voet. Napoleon vond dat onhandig en onoverzichtelijk in zijn keizerrijk. En ook al sta je er niet bij stil, je hebt er waarschijnlijk elke dag mee te maken.

Volgens Napoleon zelf zijn belangrijkste nalatenschap: de Code Napoleon, of de Code Civil. Het Franse burgerlijk wetboek, waarin de principes ‘vrijheid, gelijkheid en broederschap’ werden vastgelegd, maar ook scheiding van kerk en staat, diende als inspiratie voor wetboeken van veel landen. Napoleon stelde zijn code uiteindelijk ook in Nederland verplicht. Overigens, gelijke rechten, dat gold in die Napoleontische tijd nou niet meteen voor vrouwen.

Abattoir, bureau, portemonnee, allemaal woorden die tijdens de Franse tijd hier in Nederland in zwang raakten. Van 1810 tot 1813 was Frans zelfs een officiële taal hier, naast het Nederlands. Verplicht ook in het onderwijs. Napoleon voerde ook daar hervormingen door. Leraren werden verplicht klassikaal les te geven. Ouders moesten schoolgeld gaan betalen. En hij voerde het eindexamen in.

Napoleon benoemt in 1806 zijn broer Lodewijk tot koning van ons land, om zoveel mogelijk invloed te houden. Daarmee is Nederland voor het eerst een koninkrijk. Het vormt de basis voor de latere monarchie. ‘Iek ben konijn van Olland’, zei de Franse Lodewijk bij zijn aantreden, want hij had moeite met de Nederlandse uitspraak.

Vrijmetselarij Nederland Napoleon Rijksmuseum Amsterdam

Het Rijksmuseum in Amsterdam.

Broer Lodewijk Napoleon neemt zijn intrek in het stadhuis op de Dam, sindsdien bekend als Paleis op de Dam. Hij benoemt Amsterdam tot hoofdstad, en staat aan de wieg van instituten die we nu nog kennen, zoals het Rijksmuseum, de Koninklijke Bibliotheek en de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW).

Nog een opvallend bouwwerk dat we aan de Napoleons te danken hebben: de Pyramide van Austerlitz, bij het Utrechtse Woudenberg. Een 17 meter hoog eerbetoon aan Napoleon, aangelegd door Franse troepen die daar in 1804 enkele maanden gelegerd waren. De naam Pyramide van Austerlitz werd overigens bedacht door Lodewijk Napoleon. Het is de plaats in Tsjechië waar zijn keizerlijke broer tijdens een legendarische veldslag Russische en Oostenrijkse legers versloeg.

Hoewel niet zijn uitvinding, gaf Napoleon wel de aanzet. Hij loofde in 1800 een geldprijs uit voor wie kon bedenken hoe je voedsel langer goed kon houden. Dat had hij immers nodig voor zijn soldaten tijdens hun veldtochten. De Franse kok Nicolas Appert ontdekte het inmaken. Door groenten in afgesloten flessen te koken zodat de bacteriën werden gedood, bleef het langer goed. Glas was te breekbaar voor soldaten, daarop werd het conservenblik bedacht.

Na de slag bij Waterloo, waar Napoleon zijn macht verloor en zijn ballingschap op het eiland Elba begon, kwam er een einde aan de gouden tijd van de Franse Loges. Het herstel van de Bourbons als machthebbers en de vervolging van de Bonapartisten maakten activiteiten van de meeste Vrijmetselaarsloge ronduit gevaarlijk.
Maar zelfs de ontbonden Loges waren niet gesloten. Volgens de maçonnieke traditie werden ze alleen verklaard als “slapende Loges”. Na de afzetting van Lodewijk Napoleon III en de uitroeping van de Derde Republiek in 1870 beleefde de Franse vrijmetselarij de tweede gouden eeuw, dankzij het Napoleontische tijdperk.

Thierry Stravers is mede-eigenaar van Vrijmetselaarswinkel.
Zijn passie voor stijl en elegantie combineert hij graag met zijn Maçonnieke activiteiten.
Thierry is eigenaar van Trenica, een marketingbureau en is bestuurslid bij Loge Verlichting No.313 O: Hoofddorp.

monogram vrijmetselaarswinkel nederlandse regalia
Het Koninklijke Monogram van Louis Napoleon, toen hij koning van Nederland was.

Het Koninklijke Monogram van Louis Napoleon, toen hij koning van Nederland was.

Ik weet natuurlijk niet hoe het bij jullie zit, maar ik vind monogrammen gewoonweg mooi. Het is elegant, en één van de oudste vormen van identificatie.
De kunst van het monogram heeft een rijke geschiedenis en blijft intrigrerend voor mij.

Een monogram is gewoonweg een symbool, bestaande uit de letters die een individu of family vertegenwoordigen.
Historisch gezien: Een monogram is “Een motief van 2 of meer letters, of iets grafisch, die een symbool vormen”.
Koninkrijken gebruikten hun initialen eerst op muntstukken, dan op kledingstukken en huishoud gerief, wapens, banieren en wapenschilden om hun verbondenheid met de heerser duidelijk te maken. Zo zien we dit bijvoorbeeld no steeds terug in de Deense munten.

Landen zoals België, Monaco en Thailand gebruiken nog steeds monogrammen als hét nationale herkenningsteken.
We vinden het terug op muntstukken, vlaggen en dergelijke. Tevens op vlaggen om de verschillende leden van de koninklijke familie te identificeren.

Gaan we verder terug in de geschiedenis, dan zien we zelfs Jezus Christus in de vorm van een monogram, een zogenaamd ‘Christogram’. Komende van het Latijn ‘Christi Monogramma’, wat zoveel betekend als ‘Monogram van Christus’.  We krijgen het Chi-Ro symbool, wat bestaat uit de oude Griekse letters Chi ‘X’, en Rho ‘P’, wat de eerste letters zijn van Christus in het Grieks.

Het Chi-Ro symbool: In de middeleeuwen was het gebruikelijk voor kunstenaars om een monogram te gebruiken om hun werk herkenbaar te maken. Tegenwoordig gebruikt men eerder een handtekening. Rembrandt gebruikte als monogram gewoonweg ‘RH’?
Naarmate zijn carrière een vlucht nam, evolueerde dat naar ‘RHL’.
Tegenwoordig gebruiken historici dit zelfs om een oud werk aan een bepaalde periode van de kunstenaar toe te wijzen. Franc-Maçon gentleman blog Freemasons Dutch Nederlandse regalia maçonniek Vrijmetselarij Vrijmetselaarswinkel Loge Benelux

In het koloniale Amerika, een tijd waarin linnen lakens enkel voor landeigenaars toegankelijk was, werden de witte lakens en kussenslopen voorzien van contrasterende monogrammen, zodanig dat de slaven een onderscheid konden maken van wat van wie was, na de wassingen.  Een drie-letterig monogram werd aldus de trend.

Het duurde niet lang alvorens de Victorianen monogrammen begonnen te gebruiken op zowat alles, gaande van bagage tot kasten, van gewoon huishoudlinnen tot zijden zakdoeken. In het zuiden van Amerika werd het een teken van prestie voor de familie, en straalde rijkdom en kennis van etiquette uit. En, toegegeven, in deze streek is het nog steeds zeer populair. Vooral op zakdoeken en hemden vinden we het terug. Met de hand geborduurde monogrammen vinden we voornamelijk terug op tafellinnen en servietten.

Met de komst van machinaal, zoniet computergestuurde borduringen in de jaren ’80, werd het toegankelijk voor zowat alles en iedereen, en voor zowat alles wat men zich kan of kon inbeelden. Een immense populariteit tot gevolg!

Terwijl monogramming steeds heel populair was in het zuiden van Amerika, ontwikkelde zich een stijl voor iedereen. In de vroege jaren 1900 was het eerder een statussymbool voor en van de rijken, maar nadien evolueerde het naar toepassingen voor speciale gelegenheden tijdens de ‘Grote Depressie’ en de Wereldoorlog 2. Het werd gebruikt door organisaties om hun eigendommen te ‘beschermen’.  Tenzij men natuurlijk begoed genoeg was om de eigen persoonlijke eigendommen te voorzien van persoonlijke monogrammen.

Sindsdien veranderde alles en werden ze echt ‘mainstream’. Het evolueerde meer een trend dan een statussymbool, gewoonweg vanwege de praktische kant. Tegenwoordig zien we dat grote iconische merken ze als logo gebruiken.
We denken hierbij vooral aan Chanel, Louis Vuitton, Michael Kors, etc…

Dit terzijde, het commerciële, komen we monogrammen heden ten dage vooral tegen in maatpakken, op maathemden, en achteraan de betere uurwerken.
De verschillende varianten qua design hangen af van persoonlijke smaak.

 

 

Raphaël van den Poel, voormalig fashion consultant van ScapaReinhard Frans en Atelier NA maatpakken,
schrijft onze wekelijkse blog over gentleman zaken. Hij werkt voor MYX Magazine, een Vlaams luxe lifestyle platform.
Hij heeft ook een eigen blog die je hier kunt lezen:
http://belgiandandy.blogspot.com

Raphaël van den Poel The Belgian Dandy Thierry Stravers Vrijmetselaarswinkel blog gentleman

Raphaël van den Poel
The Belgian Dandy

 

Gentleman Franc-Maçon gentleman blog Freemasons Dutch Nederlandse regalia maçonniek Vrijmetselarij Vrijmetselaarswinkel Loge Benelux

Waar ligt de oorsprong van de beroemde Panamahoed?
Er gonzen nogal wat verhalen over het internet. De meeste daarvan zijn verkeerd en daarom willen we hier graag het officiële verhaal vertellen.

WAAR KOMEN PANAMAHOEDEN VANDAAN?

Toen de Conquistadores in het midden van de 16e eeuw in de huidige provinciën van Manabí en Guayas aan de Ecuadoraanse kust aankwamen, merkten ze dat de autochtonen strohoeden droegen die hun oren en hals bedekten. De hoeden leken op toques, zoals degene die toen der tijd door kloosterzusters of weduwen in Europa werden gebruikt. Daarom noemden ze die hoeden Toquillas (kleine toques). De stro waarmee de hoeden gemaakt werden kreeg de naam “Paja Toquilla”.
Het basismateriaal om de beroemde Panamahoeden te maken is het palmblad “Cardulovica Palmata “, wat ook onder de naam van “Paja Toquilla”.bekend staat. De plant wordt voornamelijk in de bergachtige delen van de Costa (kust) en van het Amazonegebied van Ecuador (Oriente) gekweekt, in de provinciën van Manabí, Guayas, Esmeraldas en Morona Santiago. 

WELK LAND MAAKT PANAMAHOEDEN?

Authentieke Panamahoeden worden gemaakt in Ecuador. Verschillende landen maken tegenwoordig wat ze Panamahoeden noemen, maar Ecuador was de allereerste. De kustprovincies Guayas en Manabi begonnen met het weven van de strohoeden in 1630, en de ware oorsprong van Panamahoeden kan worden teruggevoerd tot een stad genaamd Montecristi (van de Manabi-regio). Ze werden in die tijd meestal ‘jipijapa’, ‘toquilla’ of ‘montecristi’-hoeden genoemd (de laatste twee zinnen worden nog steeds gebruikt). Ondanks de oorsprong van Panamahoeden, kwam de term “Panamahoed” pas veel later.
Dus de volgende keer dat iemand vraagt ​​”welk land maakt Panamahoeden”, of “waar komen Panamahoeden vandaan”, vertel je hem dat authentieke Panamahoeden alleen uit Ecuador komen.

HET PANAMA-EFFECT

Destijds waren er genoeg redenen voor buitenlanders om ten onrechte te concluderen dat de hoeden uit Panama kwamen in plaats van Ecuador. Veel Amerikanen trokken door Panama om naar Californië te komen tijdens de Gold Rush van het midden van de 19e eeuw. In Panama ontmoetten ze dus voor het eerst de heerlijk lichtgewicht en stijlvolle strohoeden die hen zouden helpen bij hun reis naar welvaart. Deze onterechte veronderstelling van de oorsprong van Panamahoeden zou pas vele jaren later worden versterkt nadat Theodore Roosevelt vele malen werd gefotografeerd met de aantrekkelijke strohoed terwijl hij het Panamakanaal inspecteerde.

Volgens de legende kreeg de autochtone hoed zijn naam toen Teddy Roosevelt aan de inauguratie van het Panamakanaal deelnam (1913). Als geschenk kreeg hij een Ecuadoraanse strohoed, en zonder de werkelijke herkomst te weten, bedankte hij voor de zogenaamde Hoed uit Panama.

Misschien wel het meest definitieve moment in de geschiedenis van de Panamahoed vond plaats toen Panamahoeden werden tentoongesteld op de Wereldtentoonstelling van 1855 in Parijs. Destijds wist niemand zeker welk land Panamahoeden maakt, en dus zou dit evenement de perfecte gelegenheid zijn geweest om de misvatting voor eens en voor altijd uit de wereld te helpen. Nergens werd het land Ecuador echter genoemd in de catalogus van de Wereldtentoonstelling, en dus bleven mensen zich afvragen welk land tenslotte Panamahoeden maakt.

Tegen de tijd dat mensen begonnen te beseffen dat de hoeden in Ecuador werden gemaakt in plaats van in Panama, was het te laat en was de naam al te bekend om te veranderen.

DE REVOLUTIE

Dit zou allemaal niet mogelijk zijn geweest zonder Manuel Alfaro, een man die in veel opzichten kan worden beschouwd als de grootvader van de Panama-hoedengeschiedenis. Deze Spaanse ondernemer arriveerde in 1835 in Montecristi om naam en fortuin te maken in de geschiedenis van de Panamahoeden, waar zijn gestroomlijnde productieproces, in combinatie met de activiteiten van de Gold Rush-boom, hem een ​​nieuw tijdperk van welvaart inluidden.

Al snel verspreidde de vraag naar Panamahoeden zich verder dan het bezoeken van goudzoekers. De Ecuadoraanse haven van Guayaquil hielp de Panama-hoedenindustrie in de 19e eeuw te faciliteren. Ecuador vestigde ook zijn eerste spoorwegsysteem in 1850, waardoor de handel verder werd gestimuleerd.

Met het succes van Alfaro kwam hevige concurrentie. Rivaliserende hoedenmakers in de provincie Azuay en andere gebieden proberen zijn bedrijf te ondermijnen met goedkopere producten, maar hun fabricagemethoden waren veel inferieur. Op dit punt splitste de groeiende Panama-hoedenindustrie zich in twee sectoren. Goedkopere Panamahoeden overspoelden de markt van rivaal concurrenten, terwijl de Manabi-regio trots doorging met het maken van een superieur product met behulp van traditionele weeftechnieken en honderden jaren ervaring. Tot op de dag van vandaag worden hoeden van Montecristi beschouwd als de mooiste, meest authentieke Panamahoeden die er bestaan ​​- en terecht.

Toen de mensen van Parijs eenmaal verliefd werden op dit unieke Ecuadoraanse hoofddeksel op de Wereldtentoonstelling, volgden Londen, Rome en andere landen snel. Het zeldzame en kostbare toquilla-stro uit Ecuador dat werd gebruikt om de hoeden te maken, werd pas in de 18e eeuw gepopulariseerd toen het door twee Spaanse botanici werd gecatalogiseerd voor koning Karel de IV. Tot dat moment was het een beetje een lokaal Ecuadoraans geheim geweest. Ecuador gaf uiteindelijk toestemming voor de handel in toquilla-stro met Peru en Colombia, hoewel deze landen niet konden concurreren met de verfijnde handwerktechnieken van Ecuador.

DE ERFENIS VAN ALFARO

Op 21-jarige leeftijd reist Eloy, de zoon van Manuel Alfaro, naar Panama om de hoedenhandel van zijn vader over te nemen. Zijn uitstekende gevoeligheden en groeiende reputatie zouden hem op een dag de leider van Ecuador maken en ook de liberale revolutie van 1895 leiden. Hij leidde het land naar een opmerkelijke sociale en economische transformatie die niet mogelijk zou zijn geweest zonder de rijkdom. verworven door de oorsprong van Panamahoeden.

Toen Eloy aan de macht kwam, als president van Ecuador, kwam er een nieuwe erfenis in de geschiedenis van de Panamahoed. Panamahoeden werden het Ecuadoraanse modeaccessoire van onafhankelijkheid en nieuw gevierd nationalisme. Nieuwe spoorwegen verspreidden de hoedenindustrie nog verder naarmate de stijlvolle hoeden meer vaart kregen.

EEN NIEUW TIJDPERK

Vanaf het midden van de negentiende eeuw bereikte de productie van de hoeden vervaardigd van toquillastro een hoogtepunt. Intussen werd in het Centraal-Amerikaanse land Panama, zo’n duizend kilometer ten noorden van Ecuador, gestart met de aanleg van een kanaal dat een verbinding moest vormen tussen de Atlantische en Stille Oceaan. De omstandigheden waaronder de arbeiders moesten werken bij het graven van het Panamakanaal waren zwaar. Het was er heet en vochtig en de felle zon scheen de hele dag. Hoeden waren dan ook onmisbaar voor de Amerikaanse werklui, die massaal de lokaal verkrijgbare maar uit Ecuador geïmporteerde hoeden van toquillastro droegen. Gingen ze terug naar de VS, dan namen ze de hoeden mee. De naam ‘Panamahoed’ was geboren.
De naam en het product werden wereldwijd bekend toen beroemdheden de hoeden gingen dragen.
De Amerikaanse president Theodore Roosevelt droeg een panamahoed tijdens zijn bezoek aan de werkzaamheden aan het Panamakanaal in 1906.
Een foto daarvan verscheen zelfs in de New York Times en ging vervolgens de hele wereld over.Panamahoeden bleven de hele eeuwwisseling wereldwijd in de pers en bewondering genieten.

Zowel modebladen als kranten werden versierd met liefhebbers van panamahoeden. Hollywood omarmde de vele wenselijke eigenschappen van de Panamahoed, ondanks het feit dat de oorsprong van Panamahoeden de hele tijd verkeerd was. De exotische hoed creëerde een dramatisch silhouet dat bestemd was voor film, en het mannelijke imago maakte overal een perfecte indruk op het publiek.

Kijk maar eens naar deze beroemde Panama-hoedendragers uit die tijd:

  • Theodore “Teddy” Roosevelt
  • Orson Welles
  • Humprey Bogart
  • Gary Cooper
  • Galo Plaza (Ecuadoraanse president van 1948-1952)

Al snel maakten andere landen Panamahoeden van hout, tarwe en zelfs palmbomen, hoewel hun Ecuadoraanse tegenhangers oppermachtig bleven regeren, vooral in heel Europa (de Verenigde Staten daarentegen leken het niet erg te vinden om de goedkopere versies te dragen. Deze regel is sindsdien veranderd in de moderne tijd). Noord-Amerika had ook veel belangstelling voor het vervaardigen van deze hoeden.

DE HOED.
De Panamese trend bleef stijgen naar nieuwe hoogten toen designerwinkels in de Verenigde Staten streden om de meest exclusieve Panamahoeden (vaak aangeduid als “finos”). Mexico, Brazilië en Cuba sprongen al snel in de modestrijd. In 1944 waren de hoeden de grootste exporteur van Ecuador en versloeg zelfs hun lucratieve bananenhandel. De mooiste panamahoed ooit geweven heeft een geschatte waarde van $ 100.000!

In 2008 bestelde B. Brent Black de mooiste Montecristi-hoed ooit geweven, ook wel bekend als “The Hat“. Het kostte meesterwever Simon Espinal, die in het dorp Pile in het kanton Montecristi in Ecuador woont, vijf maanden om te weven, en nog eens vier weken voor nog vijf ambachtslieden om hun steentje bij te dragen om het af te werken.
Een panamahoed is bovendien bijzonder: op 6 december 2012 is de kunst van het weven van panamahoeden door UNESCO erkend als immaterieel cultureel erfgoed.

Thierry Stravers is mede-eigenaar van Vrijmetselaarswinkel.
Zijn passie voor stijl en elegantie combineert hij graag met zijn Maçonnieke activiteiten.
Thierry is eigenaar van Trenica, een marketingbureau en is bestuurslid bij Loge Verlichting No.313 O: Hoofddorp.

Thierry Stravers Vrijmetselaarswinkel Nederlandse regalia Benelux Loge Vrijmetselarij Royal Arch Mark Master Mason Franc-Maçon Hugenoten Frankrijk

Thierry Stravers Gentleman Franc-Maçon gentleman blog Freemasons Dutch Nederlandse regalia maçonniek Vrijmetselarij Vrijmetselaarswinkel Loge Benelux

De klassieker Colonia van het merk Acqua di Parma geldt nog altijd als het toppunt van vakmanschap en goede smaak.

De verfijnde alchemie, die onmiddellijk succesvol was en een groenblijvende klassieker werd, biedt nog steeds sensaties van onvergelijkbare frisheid en uitstraling. Pure levensvreugde vrijgegeven door de zonnige essences van de beste Siciliaanse citrusvruchten en een harmonieuze mix van lavendel, rozemarijn, verbena en damastroos. Dit wordt gevolgd door warme houtachtige tonen zoals vetiver, sandelhout en patchouli. Onnavolgbare akkoorden die in staat zijn tot verleiding, zonder zich bewust te zijn van tijd en mode.
De formule van Colonia is al bijna honderd jaar onveranderd.

De elegante Art Deco-fles, met zijn kenmerkende bakelieten stop, is sinds 1930 een onbetwist stijlicoon. Het voortreffelijke vakmanschap wordt weerspiegeld in elk detail van de verpakking, volledig met de hand gemaakt en gekenmerkt door het wapen van het hertogdom Parma en het gele dat siert al decennia de elegante gebouwen van de stad.
Een tijdloze klassieker.

De oprichter, Baron Carlo Magnani.

De mooiste uitvindingen zijn vaak ingegeven door persoonlijke hartstocht. Zo verging het ook met het parfum Colonia dat een eeuw geleden het licht zag dankzij Baron Carlo Magnani. De Baron bezat een aangeboren gevoeligheid voor kunst, cultuur en goede smaak. Zo toog hij regelmatig naar Londen, in die dagen een aanzienlijke onderneming, om vervolgens terug te keren met een aantal Burberry-trenchcoats en Church-schoenen onder de arm…

Deze avontuurlijke heer uit een vooraanstaande familie uit Parma zocht stad en land af naar een parfum dat aansloot bij zijn moderne en geraffineerde levensstijl. Parijs, Londen, New York. Echter, wat hij niet kon vinden was dat ene parfum dat het totaalplaatje van zijn verfijnde persoonlijke stijl compleet zou maken. Weer thuis in Parma verdiepte Magnani zich in de materie en definieerde hij het karakter van zijn ultieme parfum. Het moest modern en fris worden, zo wist hij, en met een gedetailleerde beschrijving klopte hij aan bij een Meester parfumeur. Hierop besloot hij, in 1916, zijn eigen cologne te creëren met als resultaat de klassieker Colonia, de allereerste geur van Acqua di Parma. Uit al die reizen haalt hij inspiratie voor exclusieve geuren. Lavendel, damastroos, citroen, bergamot, sinaasappel, maar voor deze eerste geur liet de oprichter van Acqua Di Parma zich vooral inspireren door zijn thuisland, Italië en de brandende zon.
Bovendien worden alle producten van het merk in dit land geproduceerd door vaklui die werken met de allerbeste materialen. Eenvoud, elegantie, vakkennis, al deze adjectieven vormen samen de identiteit van het merk, dat zijn vele facetten prijsgeeft in elk van zijn geuren.Het verhaal spreekt tot de verbeelding.

Ondertussen tekende Magnani zelf de opvallend moderne flacon en bedacht hij de karakteristieke gele verpakking. Het logo van het bedrijf is het wapen van Marie Louise, Hertogin van Parma, die regeerde van 1816-1847. Dit is een eerbetoon aan haar heerschappij en aan de hulp die ze heeft geboden om de parfum- en glasindustrie van Parma te ontwikkelen.

Colonia, de eigen creatie van Magnani, werd in eerste instantie uitsluitend verkocht bij vooraanstaande kleermakers en kledingwinkels, gespecialiseerd in maatpakken.
Zij sprenkelden dit reukwater op de stof van het pak. Zo ontstond het beeld van Colonia als het ultieme accessoire, nauw verbonden met de Italiaanse traditie van elegantie en maatwerk.

Destijds waren de meeste commerciële parfums veel sterker en zwaarder van samenstelling; dus vond de ongewoon lichte en verfrissende geur uit Parma groot succes in Europa.
In de jaren dertig leidde de toenemende populariteit van de eau de cologne tot een toename van de productie en de ontwikkeling van de distributie ervan. De jaren dertig en vijftig worden beschreven als een ‘gouden eeuw’ voor Acqua di Parma Colonia, dat zeer succesvol werd onder leden van de high society, met een klantenkring van beroemdheden.

In de jaren ’50 raakte Hollywood betoverd door de stijl van Italiaanse gentlemen. Veel Amerikaanse sterren wilden proeven van het Italiaanse Dolce Vita en maakten meer dan eens de oversteek naar Europa om dit land te bezoeken dat tot hun verbeelding sprak. Dankzij deze prominente Hollywood acteurs die werden ingevlogen door de grote Italiaanse cineasten, ontstond er liefde en bewondering voor de Italiaanse stijl die zij zagen in verzorgingsproducten en barbershops. Tussen het filmen door grepen de sterren de gelegenheid aan om zich een authentiek Italiaans maatpak aan te meten in de chique kledingwinkels en passant maakten ze kennis met Colonia.

Carlo Magnani rook zijn kans en creëerde een tijdloos aroma dat niet alleen Amerikaanse harten veroverde, maar als een schokgolf de hele wereld veroverde en betoverde. Met Acqua di Parma deed hij meer dan aantrekkelijke geurtjes produceren; hij stelde mannen in staat om zich onder te dompelen in de Italiaanse levensstijl, om zich als een echte gentleman te voelen.

Een nieuw leven.

Wanneer in 1993 het familiebedrijf overgenomen wordt door 3 ondernemers uit de Italiaanse luxe-industrie breekt een nieuw tijdperk aan.
Acqua di Parma krijgt een tweede jeugd en wordt in een nieuw jasje gestoken, onder andere door de parfumlijn uit te breiden met wierook, kaarsen, huishoudlinnen en lederen accessoires.
In 1998 werd in Milaan de eerste Acqua di Parma winkel geopend. Deze bevond zich in de directe omgeving van een aantal boetieks van grote namen uit de haute couture en pret-á-porter, waaronder Gucci, Prada en Versace. Vandaag de dag bevindt het hoofdkwartier van Acqua di Parma zich nog steeds in Milaan. In de loop der jaren breidde het merk zijn productassortiment uit met de introductie van een wooncollectie met onder meer badjassen en handdoeken en lederwaren.

2016 – 100 jaar oud

1916-2016. Acqua di Parma is honderd jaar oud. Een eeuw geschiedenis waarin het merk, nu meer dan ooit, een wereldambassadeur is geworden voor Made in Italy dankzij de blijvende waarden die deel uitmaken van de oorsprong en het DNA.
Honderd jaar kennis en begrip van kwaliteit van het hoogste niveau. Honderd jaar strikt Italiaans vakmanschap waarbij Acqua di Parma altijd de meest zorgvuldige handmatige productietechnieken heeft toegepast. Elk van zijn producten wordt vervaardigd in individueel geselecteerde Italiaanse ateliers waar de geheimen van het vak van generatie op generatie worden doorgegeven. Elk item is gemaakt met geduld, tijd en toewijding volgens de geest van het oudste meester vakmanschap, met alleen de meest waardevolle materialen. Zeldzame etherische oliën, de zuiverste wassen, houtsoorten en edele metalen, prachtig tastbaar en visueel aantrekkelijk leer, kwaliteitsstoffen.

De grootste zorg is besteed aan de kleinste details en afwerking, te beginnen met de ambachtslieden die de meest verfijnde geuren creëren tot degenen die kostbare geparfumeerde kaarsen en lederen accessoires kneden, van degenen die elegante accessoires maken die bedoeld zijn voor het scheerritueel tot de ambachtslieden die de dozen met de hand maken en elk label met de hand bevestigen. Door deze tradities te volgen, heeft het merk al honderd jaar steeds nieuwe klassiekers op de markt gebracht. Tijdloze creaties die een aangeboren elegantie en een unieke exclusiviteit uitstralen. De puurheid van het ontwerp, de zorg voor elk detail, de meest exquise smaak en perfectie, een moderne en geëvolueerde opvatting van luxe die geen opzichtigheid behoeft, maar die herkenbaar is aan haar eeuwig ingetogen verfijning.

In samenwerking met de luxe Italiaanse juwelier Damiani wordt een flesje Colonia in beperkte oplage gelanceerd.
Exclusief voor het Engelse warenhuis Harrods, werd de Centenary Edition Colonia geproduceerd, beperkt tot slechts 100 genummerde stukken, één voor elk jaar van de fascinerende geschiedenis van Acqua di Parma. De kenmerkende houtgeur wordt gepresenteerd in een elegante Art-Decofles, verpakt in een door Damiani ontworpen omhulsel van sterling zilver en vervaardigd door bekwame Italiaanse juweliers.
Afgewerkt met delicate versieringen en verfijnde reliëfdetails, zal dit kenmerkende souvenirstuk zeker nog jarenlang gekoesterd worden.
Een dergelijke unieke flesje ging over de toonbank voor £ 750, omgerekend ruim € 875,-

Thierry Stravers is mede-eigenaar van Vrijmetselaarswinkel.
Zijn passie voor stijl en elegantie combineert hij graag met zijn Maçonnieke activiteiten.
Thierry is eigenaar van Trenica, een marketingbureau en is bestuurslid bij Loge Verlichting No.313 O: Hoofddorp.

Thierry Stravers Gentleman Franc-Maçon gentleman blog Freemasons Dutch Nederlandse regalia maçonniek Vrijmetselarij Vrijmetselaarswinkel Loge Benelux

Etiquette regels. Ik heb er niet de minste twijfel over dat jullie deze ‘regels’ of de bijhorende ‘roots’ kennen, maar een beetje achtergrond informatie is toch wel  steeds leuk.
In tegendeel, jullie, mijn lezers hier, waarvan ik weet dat ze zelfs deze basis hoog  in het vaandel dragen. Het hoe en waarom, probeer ik toch even duidelijker te maken.

Vestzak knoop Vrijmetselarij VrijmetselaarswinkelDe onderste knop van je blazer of vest openlaten.
Oorsprong:
Toen de nieuwe mannenmode even na 1900 het Britse koningshuis bereikte, ontstond daar een probleem. Want de koning was te dik. Koning Edward VII (begin 1900 nog Prins van Wales) was nu eenmaal een echte levensgenieter.
Hij at iedere dag, hou je vast: een stevig ontbijt; volledige lunchmaaltijd; thee met sandwiches en scones; diner van twaalf gangen en een maaltijd in de late avond. En daarbij rookte zijne hoogheid 12 enorme sigaren en 20 sigaretten per dag.
Natuurlijk om de spijsvertering op gang te houden. Daarom paste hij niet goed in zijn vestje. Het knelde om zijn buik, en niet alleen wanneer hij zat. Edward besloot om de onderste knoop van zijn gilet open te laten. Zo kon hij comfortabel meedoen aan de kledingstijl van dat moment.

De High Society zat vaak te paard. Toen de mode veranderde en het jasje onderdeel van het kostuum werd, vond koning Edward dat 1 ding van de oude look bewaard moest blijven. Het jasje moest aan de onderkant openvallen, alsof je er zo mee op een paard kon gaan zitten. Daarom liet de koning de onderste knoop altijd open. Dat open onderste knoopje is dus een hommage aan de rij-jas. Het bovenste knoopje deed Edward open omdat het er zorgeloos en nonchalant uit zag.

De High Society volgde de koning. Uit respect en misschien ook wel omdat het gewoon comfortabeler was. Dat had wereldwijd invloed. Want het British Empire was op dat moment het grootste imperium aller tijden met een bevolking van meer dan 450 miljoen mensen.

Hoe zit het dan vandaag?
Wel, deze oude gewoonte is een standaard vestimentaire regel geworden. Niet enkel op etiquette niveau, maar ook in het hedendaagse mode-gebeuren.
En, zeer belangrijk, we geven het toe, het is inderdaad ook veel comfortabeler.

De deur open houden.
Oorsprong:

Gentleman Vrijmetselarij VrijmetselaarswinkelAlhoewel iedereen denkt dat de origine écht ridderlijk is, de eerste gentleman zeg maar, is de waarheid echter eerder te zoeken in het praktische. In de middeleeuwen, en nadien renaissance, droegen de vrouwen dikwijls brede of wijde grote rokken in combinatie met een smal strak toegeregen korset. Niet zo evident om een gewone deuropening te passeren. In een groot kasteel of burcht, met hun majestueuze doorgangen, wat de dames van stand wel gewoon waren, was dit niet echt een probleem. Maar op verplaatsing werd een simpele verplaatsing al snel virtueel onmogelijk. Vanwege simpele praktische overwegingen hielden de partners, of mannen dus, de deur open zodanig dar hun dame gemakkelijk kon passeren.

Het was ook een kwestie om de achterliggers niet té lang te laten wachten. Aangezien het toch wel om dames van stand ging, werd dit gebruik al snel geassocieerd met de hogere klasse, en dus ook de welopgevoede heren. Al snel werd het synoniem met welopgevoedheid. En nu, lang na de tijden van hoepelrokken en korsetten, wordt het gewoon bezien als een teken van beleefdheid en ‘decorum’.

Hoe zit het dan vandaag?

Gentleman Vrijmetselarij VrijmetselaarswinkelTegenwoordig zijn er velen die het beschouwen als een een vorm van ‘welwillend seksisme’. Ikzelf, als ondergetekende, werd ooit zelfs eens afgeblaft door een vrouw (geen dame, want dames blaffen niet), omdat ik de deur voor haar open hield. ‘Alsof ik zelf geen deur kan openen’ zei ze luidop en schroomloos. Tja ik had het kunnen weten: de asymetrie van haar oorbellen en ringen, de opgeschoren zijkanten, etc… waarlijk een feministe ten top!
Allez, dat zal ze dan zelf wel denken. En waarvoor alle respect, al kon ze dat wel op een andere manier duidelijk maken. Ik ervaarde het echter als een jammerlijke uiting van een ridicule bevestigings-drang.

We kunnen het immers beter beschouwen, niet als een out-dated gebruik, maar als een niet-gender-geladen gebaar van hoffelijkheid. Niet enkel naar vrouwen of ouderen toe, maar naar iedereen. Gewoon een hoffelijk gebaar naar iedereen toe. In het geval dat het dan toch niet geapprecieerd kan worden door de andere partij, jammer voor hen, glimlach en vervolg je dag. In 9 op de 10 gevallen zal het gebaar wel geapprecieerd worden.
Dit gebaar is trouwens ook geldig voor het openen van het portier van een koets, wagen of auto.

Gentleman hoed Vrijmetselarij VrijmetselaarswinkelJe hoed af zetten binnenshuis.
Oorsprong:

In vroegere dagen droegen mannen hoeden, ander soort hoofdtooi en harnassen om zichzelf te beschermen tegen niet alleen de natuurlijke elementen, maar ook tegen (potentiële) vijanden. Deze hoofd-tooi werd binnenshuis afgezet als teken van vertrouwen (we zijn vrienden), en om er tevens voor te zorgen dat invloeden van buiten, zoals regen, sneeuw, bladeren etc, niet op andere personen of maaltijden zou vallen.

Bij medailleceremonies wordt ook het hoofddeksel afgedaan, tevens als er een rouwstoet passeert. Een hoed wordt gedragen als fashion statement maar vooralsnog als bescherming voor je hoofd tegen de natuurlijke elementen. Zou je je hoed binnenshuis niet afzetten, kan dat beledigend worden ervaren door de gastheer.
Soms kan een hoofddeksel ervoor zorgen dat je ogen niet te zien zijn, of dat er een schaduw op valt. Dat staat niet zo netjes. Vroeger werd altijd gevraagd je hoef af te zetten omdat sommigen hun wapen op hun hoofd, in die hoed verstopten.

Hoe zit het vandaag?

Net zoals in vervlogen tijden toont het een respect voor de plaats en gastheer of gastvrouw waar u ontvangen wordt. Bijkomend heeft u trouwens geen bescherming nodig tegen ‘de elementen’  binnenshuis bij iemand!

De stoel ‘voorzetten’ voor een dame.
Oorsprong:

Net zoals het openen van een deur voor een dame, is de oorsprong te vinden in het noodzakelijke helpen van een dame (van Gentleman Vrijmetselarij Vrijmetselaarswinkelstand) , die oncomfortabel gekleed was. Hoe modieus het ook was. Verder moeten we het écht niet te zoeken. Gewoonweg een praktisch, maar wel gentleman-like gebaar.
Niet meer of minder. Er is natuurlijk ook de theorie dat op deze manier de dame steeds de ingang kon zien, en zo een binnenkomende bedreiging als eerste kon opmerken.

Hoe zit het dan vandaag?

En alweer moeten we afstappen van het algemeen aanvaarde dat dit gebaar schreeuwt: ‘ Ik doe dit alleen omdat u mijn hulp nodig heeft’.
Het feit dat u een dame eerst laat zitten, of het nu uw moeder, zuster, dochter of partner is, laat enkel zien dat u inzit met hun welzijn en comfort.
U geeft het voorrang op dat van uzelf, wat een vorm van respect is. Het geeft u tevens de mogelijkheid om uw ‘date’ het beste zicht te geven.

Raphaël van den Poel, voormalig fashion consultant van ScapaReinhard Frans en Atelier NA maatpakken,
schrijft onze wekelijkse blog over gentleman zaken. Hij werkt voor MYX Magazine, een Vlaams luxe lifestyle platform.
Hij heeft ook een eigen blog die je hier kunt lezen:
http://belgiandandy.blogspot.com

Raphaël van den Poel
The Belgian Dandy